Einde inhoudsopgave
RvdW 2010/949
Vrijspraak witwassen. Bestanddeel ‘afkomstig uit enig misdrijf’.
HR 13-07-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM0787
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13 juli 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
08/01422
- Conclusie
A-G Jörg
- LJN
BM0787
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM0787, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑07‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BM0787, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑04‑2010
- Wetingang
Sr art. 420bis
Essentie
Vrijspraak van witwassen. Dat onder een verdachte aangetroffen contant geld ‘uit enig misdrijf afkomstig is’, kan, indien op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen met een bepaald misdrijf, niettemin bewezen worden geacht indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het geld uit enig misdrijf afkomstig is. Oordeel van het hof dat die situatie zich niet voordoet is niet onbegrijpelijk.
Samenvatting
Dat onder een verdachte aangetroffen contant geld ‘uit enig misdrijf afkomstig is’, kan, indien op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.