Einde inhoudsopgave
Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies
Artikel 4.5.6 Subsidiabele kosten
Geldend
Geldend van 02-01-2023 tot 01-01-2026
- Bronpublicatie:
30-11-2022, Stcrt. 2022, 32911 (uitgifte: 13-12-2022, regelingnummer: WJZ/ 22505012)
- Inwerkingtreding
02-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-11-2022, Stcrt. 2022, 32911 (uitgifte: 13-12-2022, regelingnummer: WJZ/ 22505012)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Voor een investering voor de productie van duurzame energie als bedoeld in artikel 4.5.2, tweede lid, die niet bestemd is voor een koopwoning van een eigenaar-bewoner, komen voor subsidie in aanmerking de bijkomende investeringskosten, bedoeld in artikel 41, zesde lid, van de algemene groepsvrijstellingsverordening.
2.
Voor een investering voor de productie van duurzame energie, energiebesparende isolatiemaatregelen, de individuele aansluiting op een warmtenet of de aanschaf van een voorziening voor elektrisch koken als bedoeld in artikel 4.5.2, tweede lid, onderdelen a en b, derde lid, vierde lid of vijfde lid, die bestemd is voor een koopwoning van een eigenaar-bewoner, komen, in afwijking van artikel 10, tweede lid, van het besluit, voor subsidie in aanmerking de kosten in verband met investeringen die vóór indiening van de aanvraag zijn gemaakt.