Einde inhoudsopgave
Besluit Buitengewoon Strafrecht
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 31-07-1947
- Bronpublicatie:
27-06-1947, Stb. 1947, H 206 (uitgifte: 01-01-1947, kamerstukken: 372 )
- Inwerkingtreding
31-07-1947
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-1947, Stb. 1947, H 206 (uitgifte: 01-01-1947, kamerstukken: 372 )
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
1.
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 2–8 van het Wetboek van Strafrecht en in de artikelen 4 en 5 van het Wetboek van Militair Strafrecht is de Nederlandsche strafwet toepasselijk op een ieder, die zich buiten het Rijk in Europa schuldig heeft gemaakt of maakt aan:
- 1°
een misdrijf, omschreven in artikel 278 van het Wetboek van Strafrecht of een der artikelen 26, 27 en 27a van dit besluit, of een misdrijf, als bedoeld in artikel 1, onder 2°., van dit besluit, indien het feit is gepleegd tegen of met betrekking tot een Nederlander of een Nederlandsch rechtspersoon of indien eenig Nederlandsch belang daardoor is of kon worden geschaad;
- 2°
een misdrijf, omschreven in een der artikelen 131–134bis,189 en 416–417bis van het Wetboek van Strafrecht, met dien verstande, dat, waar in die artikelen van strafbaar feit of misdrijf wordt gesproken, daaronder ten deze alleen wordt verstaan een misdrijf, omschreven in een der artikelen 92–96, 97a, onder 1°., 105 en 108–110 van het Wetboek van Strafrecht, of een misdrijf als hiervoor onder 1°. bedoeld.
2.
De Nederlandsche strafwet is insgelijks toepasselijk op den Nederlander, die zich buiten het Rijk in Europa schuldig heeft gemaakt of maakt aan eenig misdrijf, in artikel 1 genoemd.