Einde inhoudsopgave
Samenwerkingsregeling Nederlandse Antillen en Aruba
Artikel 50
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1986
- Redactionele toelichting
Dit artikel treedt tegelijk in werking met de Rijkswet van 22-07-1985, Stb. 452.
- Bronpublicatie:
04-10-1985, Stb. 1985, 542 (uitgifte: 23-10-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-08-1985, Stb. 1985, 476 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
Wanneer een plaats van president of lid in het Gemeenschappelijk Hof van Justitie openvalt, zendt het Hof, de procureurs-generaal daaronder begrepen, een bij volstrekte meerderheid van stemmen opgemaakte aanbevelingslijst, bevattende de namen van ten hoogste drie kandidaten, aan de Ministeriële Samenwerkingsraad.
2.
De Ministeriële Samenwerkingsraad stelt op zijn beurt een aanbevelingslijst op en doet deze toekomen aan de Gouverneurs van de beide landen ten einde deze aan de Koning aan te bieden. Bij het opstellen van de aanbevelingslijst neemt de Ministeriële Samenwerkingsraad de aanbeveling van het Hof zoveel mogelijk in acht.
3.
Indien de Ministeriële Samenwerkingsraad voornemens is af te wijken van de aanbeveling van het Hof, wint hij daaromtrent, alvorens die lijst aan de Gouverneurs te zenden, het gevoelen van het Hof in. Het gevoelen van het Hof alsmede de aanbeveling van het Hof worden bij de door de Ministeriële Samenwerkingsraad opgemaakte aanbevelingslijst gevoegd. De Ministeriële Samenwerkingsraad motiveert waarom hij is afgeweken van de aanbeveling van het Hof.