Einde inhoudsopgave
Samenwerkingsregeling Nederlandse Antillen en Aruba
Artikel 62
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1986
- Redactionele toelichting
Dit artikel treedt tegelijk in werking met de Rijkswet van 22-07-1985, Stb. 452.
- Bronpublicatie:
04-10-1985, Stb. 1985, 542 (uitgifte: 23-10-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-08-1985, Stb. 1985, 476 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
De procureur-generaal van het ene land is bevoegd tot vervolging in hoger beroep van strafbare feiten, berecht door de rechter in eerste aanleg van het andere land. Deze bevoegdheid wordt slechts uitgeoefend in overleg met de procureur-generaal van het andere land. Tot het instellen en intrekken van hoger beroep van strafzaken is uitsluitend de procureur-generaal van het land, waar de zaak in eerste aanleg is berecht, bevoegd.
2.
Ter bevordering van de eenheid in het vervolgingsbeleid plegen de procureurs-generaal geregeld onderling overleg met betrekking tot het door hen te voeren algemeen vervolgingsbeleid en zij regelen in onderling overleg de samenwerking die voortvloeit uit de eerste twee volzinnen van het vorige lid.