Einde inhoudsopgave
Samenwerkingsregeling Nederlandse Antillen en Aruba
Protocol inzake exploratie, exploitatie en batenverdeling van de zeebodemrijkdommen
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1986
- Redactionele toelichting
Dit protocol treedt tegelijk in werking met de Rijkswet van 22-07-1985, Stb. 452.
- Bronpublicatie:
04-10-1985, Stb. 1985, 542 (uitgifte: 23-10-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1986
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-08-1985, Stb. 1985, 476 (uitgifte: 01-01-1985, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
behorende bij de Onderlinge Regeling zoals bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden (Samenwerkingsregeling Nederlandse Antillen en Aruba)
De Nederlandse Antillen en Aruba (verder te noemen de landen) zijn onderling het navolgende overeengekomen:
Artikel 1
Op basis van reciprociteit zal 85 procent van de netto-opbrengsten uit de exploratie en exploitatie van zeebodemrijkdommen door de respectieve overheidsondernemingen, zoals bedoeld in conclusiepunt 25 van de Conferentie van de Nederlandse Antillen, de eilanden van de Nederlandse Antillen en Nederland, gehouden te 's-Gravenhage van 7 tot en met 12 maart 1983, toekomen aan het land in wiens territoir de zeebodemrijkdommen zich bevinden en 15 procent van deze netto-opbrengsten aan het andere land.
Artikel 2
Onder netto-opbrengsten wordt verstaan: de bruto-opbrengsten van de betrokken overheidsonderneming, verkregen uit de exploratie en exploitatie van zeebodemrijkdommen, verminderd met de door de betrokken overheidsonderneming ter zake gemaakte noodzakelijke kosten.
Artikel 3
Tenminste eenmaal per kalenderjaar zullen de betrokken overheidsondernemingen aan de landen het aan deze toekomend deel der netto-opbrengsten overdragen.
Artikel 4
Bij de respectieve overheidsondernemingen zullen de respectieve landen op basis van reciprociteit een vertegenwoordiger benoemen, die als taak heeft het verrichten van administratieve controle, ten einde te garanderen dat elk der landen het deel van de netto-opbrengsten krijgt waarop het recht heeft, op grond van de hierboven in artikel 1 vermelde verdeelsleutel.
Artikel 5
De in artikel 4 bedoelde vertegenwoordiger heeft inzage in alle stukken en bescheiden van de overheidsonderneming, welke voor de juiste uitoefening van zijn taak benodigd zijn. Hij is ter zake verplicht tot absolute geheimhouding jegens derden. Voorts heeft hij het recht alle vergaderingen van de Directie en van de Raad van Commissarissen van deze overheidsonderneming bij te wonen. In deze vergaderingen heeft hij een adviserende stem.
Artikel 6
Dit protocol treedt in werking met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van de Onderlinge Regeling zoals bedoeld in artikel 38, eerste lid, van het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelende de samenwerking tussen de Nederlandse Antillen en Aruba (Samenwerkingsregeling Nederlandse Antillen en Aruba).
Ten blijke waarvan de landen dit protocol hebben opgemaakt, hetwelk dezelfde rechtskracht en waarde heeft als ware de bepalingen ervan opgenomen in de tekst van de Samenwerkingsregeling op welke het betrekking heeft.