Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/111
Economische zaak. Medeplegen van valsheid in geschrift (art. 225 Sr) en medeplichtigheid aan overtreding van art. 81c Gezondheids- en welzijnswet dieren. Mest overbrengen naar Duitsland met een beroep op de zgn. ‘grensboerenregeling’. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 17-12-2019, ECLI:NL:HR:2019:1968
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
17 december 2019
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering
- Zaaknummer
17/04325 E
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1968, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 17‑12‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:1142, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑11‑2019
Essentie
Economische zaak. Medeplegen van valsheid in geschrift (art. 225 Sr) en medeplichtigheid aan overtreding van art. 81c Gezondheids- en welzijnswet dieren. Mest overbrengen naar Duitsland met een beroep op de zgn. ‘grensboerenregeling’. HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 17/04325
Datum 17 december 2019
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, Economische Kamer, van 23 augustus 2017, nummer 20/004067-13, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966,
hierna: de verdachte.