Handhaving van privaatrecht door toezichthouders
Einde inhoudsopgave
Handhaving van privaatrecht door toezichthouders (R&P nr. CA17) 2017/5.6.2.3:5.6.2.3 Informatieplichten in de Wft
Handhaving van privaatrecht door toezichthouders (R&P nr. CA17) 2017/5.6.2.3
5.6.2.3 Informatieplichten in de Wft
Documentgegevens:
mr. C.A. Hage, datum 01-12-2017
- Datum
01-12-2017
- Auteur
mr. C.A. Hage
- JCDI
JCDI:ADS440925:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Scheltema & Scheltema 2009, p. 95.
Artikelen 49-63 BGfo.
AFM, Beleidsregel Informatieverstrekking, versie september 2013 te vinden op https://www.afm.nl/~/media/files/wetten-regels/beleidsregel/beleidsregel-informatieverstrekking.ashx
Cherednychenko 2012b, p. 232, zie ook D. Busch, ‘Het ‘civiel effect’ van MiFID: Europese invloed op aansprakelijkheid van vermogensbeheerders’, Ondernemingsrecht 2012/12, p. 71, voetnoot 31.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In de artikelen 4:19 tot en met 4:22 Wft zijn diverse informatieplichten opgenomen die een rol spelen in de precontractuele fase. De informatieplichten dienen er voor te zorgen dat de consument voldoende informatie krijgt om de complexe financiële producten beter te kunnen doorzien. Het gebrek aan professionaliteit en kennis bij de consument om de financiële producten te beoordelen, dient zo gecompenseerd te worden.1 De bepalingen zijn nader uitgewerkt in het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen (BGfo).2 Ter ondersteuning van de markt heeft de AFM de beleidsregels ‘Beleidsregel Informatieverstrekking’ opgesteld over de interpretatie van de informatieplichten.3
In artikel 4:19 Wft is bepaald dat een financiële onderneming er zorg voor draagt dat de door of namens haar verstrekte of beschikbaar gestelde informatie ten aanzien van een financieel product, financiële dienst of nevendienst geen afbreuk doet aan volgens de Wft te verstrekken informatie. Zowel de verplicht als onverplicht verstrekte informatie dient in overeenstemming te zijn met de eisen die de Wft daaraan stelt. Dit betekent dat in een reclame-uiting geen informatie over rendementen mag worden opgenomen die in strijd is met informatie over rendementen die de beleggingsinstelling op grond van de wet voorafgaand aan het sluiten van een overeenkomst inzake een beleggingsproduct dient te verstrekken.4 Ook informatie die anders wordt gepresenteerd dan vergelijkbare informatie of bijvoorbeeld wordt verstopt in een grote hoeveelheid andere informatie is niet alleen onduidelijk, maar waarschijnlijk ook misleidend.5 Op grond van het tweede lid van artikel 4:19 Wft mag de door de financiële onderneming verstrekte informatie, waaronder ook reclame-uitingen vallen, niet incorrect, onduidelijk of misleidend zijn. Regels met betrekking tot het tweede lid worden nader uitgewerkt bij of krachtens algemene maatregel van bestuur (artikel 4:19 lid 4 Wft).
Het derde lid van artikel 4:19 Wft geeft de norm weer dat het commerciële oogmerk van de financiële onderneming herkenbaar dient te zijn. Het huidige artikel 4:19 Wft is het resultaat van de implementatie van artikel 19 lid 2 MiFID.
Artikel 19 lid 3 MiFID is geïmplementeerd in artikel 4:20 Wft. In artikel 4:20 Wft is de verplichting neergelegd om passende informatie te verstrekken aan (potentiële) cliënten om hen zo in staat te stellen de aard en de risico’s van de aangeboden beleggingsdienst te begrijpen en met kennis van zaken beleggingsbeslissingen te nemen.6 Deze informatie dient tijdig te worden verstrekt. Met ‘tijdig’ wordt bedoeld dat de consument ‘geruime tijd’ krijgt om de informatie tot zich te nemen, hetgeen weer afhankelijk is van de urgentie van de situatie en van de tijd die de cliënt nodig heeft om de desbetreffende informatie in zich op te nemen en daarop te reageren.7 De informatie dient voor de totstandkoming van de overeenkomst te worden verstrekt. De informatie mag worden gegeven in gestandaardiseerde vorm (artikel 4:20 lid 6 Wft). Dit volgt uit artikel 19 lid 3 MiFID. Artikel 4:20 Wft is echter geen expliciete implementatie van artikel 19 lid 3, derde gedachtestreepje, MiFID.8