Handhaving van privaatrecht door toezichthouders
Einde inhoudsopgave
Handhaving van privaatrecht door toezichthouders (R&P nr. CA17) 2017/5.6.7:5.6.7 Iustum pretium
Handhaving van privaatrecht door toezichthouders (R&P nr. CA17) 2017/5.6.7
5.6.7 Iustum pretium
Documentgegevens:
mr. C.A. Hage, datum 01-12-2017
- Datum
01-12-2017
- Auteur
mr. C.A. Hage
- JCDI
JCDI:ADS442100:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Stb. 2011, 515, p. 15.
Rb. Rotterdam 4 juni 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:3892.
Rb. Rotterdam 4 juni 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:3892, r.o. 3.3.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Op grond van artikel 86c BGfo (artikel 149a BGfo oud) geldt een provisieverbod. Dit houdt in dat een aanbieder, bemiddelaar of adviseur voor het bemiddelen of adviseren inzake een complex product rechtstreeks of middellijk geen provisie mag ontvangen die niet noodzakelijk is voor het mogelijk maken van de dienstverlening. Op grond van het tweede lid mogen provisies niet kennelijk onredelijk zijn gelet op de aard en reikwijdte van de dienstverlening. Hierbij wordt in aanmerking genomen of het bedrag dat de bemiddelaar of adviseur in rekening brengt, onredelijk is gezien het aantal uren dat aan het advies is besteed. Is het aantal uren dat aan het advies is besteed onredelijk gezien de reikwijdte van het advies? Is de reikwijdte van het advies onredelijk gezien de adviesvraag van de consument en is het uurtarief dat de bemiddelaar of adviseur in rekening brengt onredelijk gelet op zijn specialisatiegraad?1 Ook wordt in acht genomen wat in de branche gebruikelijk is.
(1) CAS
Casus. CAS is een advies- en bemiddelbureau bij het sluiten en oversluiten van beleggingsverzekeringen zoals levensverzekeringen, schadeverzekeringen en hypothecair krediet. In de periode september 2012 tot en met november 2012 heeft de AFM onderzoek gedaan naar vergoedingen die CAS in rekening heeft gebracht voor het adviseren over en bemiddelen in het oversluiten van beleggingsverzekeringen. CAS benadert klanten telefonisch en plant daarna een huisbezoek. CAS brengt volgens het zogenaamde inducementbeleid een uurtarief van €150 in rekening voor advieswerk en €75 voor administratieve werkzaamheden. De AFM heeft berekend dat CAS gemiddeld tussen de 3,5 en 4,2 uur nodig heeft voor advies.
De AFM heeft vijf dossiers aan een nadere inspectie onderworpen. In alle vijf de dossiers komt de AFM tot de conclusie dat de in rekening gebrachte tarieven kennelijk onredelijk zijn, gelet op de aard en de reikwijdte van de dienstverlening die CAS heeft verricht. Het aantal uren dat nodig is wijkt sterk af van het aantal uren dat in rekening is gebracht. CAS heeft ook niet kunnen aantonen dat zij het aantal in rekening gebrachte uren ook daadwerkelijk heeft gemaakt. Uit de door de AFM 181 onderzochte marktpartijen komt naar voren dat adviseurs gemiddeld 3,5 tot 4,2 uur nodig hebben voor advies. Uit de zienswijze van CAS zelf komt naar voren dat er ongeveer 3 tot 3,75 uur nodig is voor een adviesgesprek, de adviescontrole en het onderhouden van contact met de klant en de overdragende en de overnemende partij. De 10 uur die CAS in rekening heeft gebracht is dan ook kennelijk onredelijk.
Besluit. De AFM oordeelt dat artikel 149a lid 1 BGfo (oud) heeft overtreden. Het basis bedrag is € 2.000.000. Gelet op de draagkracht verlaagt de AFM de boete tot 5% van het basisbedrag te weten € 100.000.
Beroep: In beroep wordt het besluit vernietigd.2 De rechtbank overweegt dat het uitgangspunt van de wetgever is:
‘dat bemiddelaars en adviseurs in beginsel vrij zijn om met de cliënt een beloning overeen te komen. Mede gelet op het gebruik van het woord ‘kennelijk’ in artikel 149a, tweede lid, aanhef en onder a, van het BGfo en de zinsnede “evident afbreuk doen aan het belang van de cliënt” in de Nota van toelichting op de wijziging van het BGfo per 1 januari 2012 moet uit de door de AFM aangevoerde feiten en omstandigheden blijken dat de in rekening gebrachte provisies duidelijk te hoog zijn gelet op de aard en reikwijdte van de dienstverlening.’3
Het betreft een fixed fee, waardoor het inbouwen van een zekere marge niet onredelijk is, aldus de rechtbank. De AFM heeft niet deugdelijk onderbouwd wat het gebruikelijke aantal uren in de branche is. Het besluit wordt dan ook niet in stand gelaten.
Afronding
De norm van artikel 86c BGfo bepaalt dat de hoogte van de beloning die de adviseur of bemiddelaar in rekening brengt bij de cliënt ‘niet kennelijk onredelijk’ mag zijn gelet op de aard en reikwijdte van de dienstverlening. In de tot op heden enige uitspraak wordt het artikel ook gebruikt voor te veel in rekening gebrachte uren. In CASu kan heel goed sprake geweest zijn van een poging tot het omzeilen van de onderhavige regeling door meer uren in rekening te brengen. De AFM past de regeling echter ook op te veel in rekening gebrachte uren toe.