Einde inhoudsopgave
Besluit kwaliteit leefomgeving
Artikel 12.6 (eerste geluidproductieplafonds voor bestaande provinciale wegen)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
12-09-2023, Stb. 2023, 298 (uitgifte: 15-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
12-09-2023, Stb. 2023, 298 (uitgifte: 15-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
09-12-2020, Stb. 2020, 557 (uitgifte: 28-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-09-2023, Stb. 2023, 320 (uitgifte: 02-10-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
13-12-2023, Stb. 2023, 470 (uitgifte: 15-12-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
In afwijking van de artikelen 3.34 tot en met 3.40 is een geluidproductieplafond als bedoeld in artikel 3.5 van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet de door provinciale staten berekende historische geluidproductie, die betrekking heeft op het kalenderjaar waarin het Aanvullingsbesluit geluid Omgevingswet in werking treedt, een kalenderjaar dat ten hoogste vijf jaar voor dat tijdstip ligt of op een middeling van meerdere van die kalenderjaren, op de daarvoor door hen aangegeven geluidreferentiepunten, verhoogd met 1,5 dB.
2.
In afwijking van het eerste lid en in afwijking van paragraaf 3.5.4.2 kan het geluidproductieplafond, bedoeld in artikel 3.5 van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet, worden vastgesteld op grond van:
- a.
een besluit over aanleg of reconstructie van een weg;
- b.
recent genomen ruimtelijke besluiten; of
- c.
de gegevens uit het eerste lid, waarbij het effect van een stil wegdek als dat is aangelegd zonder dat dit op grond van de Wet geluidhinder was vereist niet in aanmerking wordt genomen.
3.
Het tweede lid, onder b en c, wordt alleen toegepast als de gevolgen voor de fysieke leefomgeving aanvaardbaar worden geacht.
4.
Bij de vaststelling van een geluidproductieplafond als omgevingswaarde is artikel 3.34 niet van toepassing als na toepassing van het eerste of tweede lid door een bestuursorgaan van een provincie wijziging van een geluidproductieplafond langs een aansluitende of in de nabijheid liggende provinciale weg in dezelfde provincie plaatsvindt in overeenstemming met de geluidbrongegevens behorende bij de nieuwe geluidproductieplafonds.