Einde inhoudsopgave
Besluit kwaliteit leefomgeving
Artikel 3.34 (hoofdregel vaststellen geluidproductieplafond)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
09-12-2020, Stb. 2020, 557 (uitgifte: 28-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-04-2023, Stb. 2023, 113 (uitgifte: 07-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
1.
Bij de vaststelling van een geluidproductieplafond als omgevingswaarde is het geluid op een geluidgevoelig gebouw niet hoger dan de hoogste van de volgende twee waarden:
- a.
de standaardwaarde, bedoeld in tabel 3.34; of
- b.
het geluid bij volledige benutting van het geluidproductieplafond dat gold op het tijdstip van de vaststelling van het in de aanhef bedoelde geluidproductieplafond.
Tabel 3.34: Standaardwaarde geluid op een geluidgevoelig gebouw per geluidbronsoort Geluidbronsoort
Standaardwaarde
Provinciale wegen
Rijkswegen
50 Lden
Gemeentewegen
Waterschapswegen
53 Lden
Lokale spoorwegen
Hoofdspoorwegen
55 Lden
Industrieterreinen
50 Lden
40 Lnight
2.
Voor een onderwijsfunctie en een bijeenkomstfunctie voor kinderopvang met bedgebied en nevengebruiksfuncties van beide, waarvan het gebruik in de nachtperiode in het omgevingsplan is uitgesloten:
- a.
gelden de waarden in Lnight niet; en
- b.
wordt in tabel 3.34 gelezen voor ‘Lden’: ‘Lde’.
3.
Voor een geluidgevoelig gebouw als bedoeld in artikel 3.21, eerste lid, onder b of d, waarvan het gebruik in de avondperiode en de nachtperiode in het omgevingsplan is uitgesloten:
- a.
gelden de waarden in Lnight niet; en
- b.
wordt in tabel 3.34 gelezen voor ‘Lden’: Lday’.