Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/491
Kennelijk ongegrond cassatieberoep.
HR 11-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:529
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 maart 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, N. Jörg, V. van den Brink
- Zaaknummer
13/01969
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:529, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:119, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑02‑2014
Essentie
Kennelijk ongegrond cassatieberoep.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 4 april 2013, nummer 21/003005-12, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. M.L.M. van der Voet, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1.
Het cassatieberoep richt zich tegen een beslissing van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 4 april 2013. Er is tijdig een schriftuur houdende een van cassatie ingekomen.
2.
Het middel richt zich tegen de motivering van de bewezenverklaring. De verklaringen van een tweetal getuigen dat zij hebben gezien dat er geschoten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.