Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/474
Art. 6:89 BW. Klachtplicht. Feitelijke grondslag. Onbegrijpelijk oordeel? Art. 80a lid 1 RO.
HR 14-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:632
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 maart 2014
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion
- Zaaknummer
13/04961
- Conclusie
A-G mr. M.H. Wissink
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:632, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:28, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑01‑2014
Essentie
Art. 6:89 BW. Klachtplicht. Feitelijke grondslag. Onbegrijpelijk oordeel? Art. 80a lid 1 RO.
Partij(en)
[eiser], eiser tot cassatie, adv.: mr. J.H.M. van Swaaij,
tegen
- 1.
[verweerder 1],
- 2.
[verweerder 2],
- 3.
[verweerster 3],
verweerders in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie A-G mr. M.H. Wissink:
1.
Het bij dagvaarding van 25 september 2013 tijdig ingestelde cassatieberoep richt zich tegen het arrest van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden van 25 juni 2013. Daarin heeft het hof geoordeeld dat [eiser] te laat heeft geklaagd over de gestelde gebreken in de prestatie van gedaagden (hierna tezamen [verweerders]), zodat zijn op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.