Einde inhoudsopgave
Cessie (O&R nr. 70) 2012/X.1
X.1 Inleiding
mr. M.H.E. Rongen, datum 01-10-2011
- Datum
01-10-2011
- Auteur
mr. M.H.E. Rongen
- JCDI
JCDI:ADS356437:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Voetnoten
Voetnoten
Zie HR 24 mei 1963, NJ 1966, 339.
Zie art. 6:145 BW.
Zie TM, Parl. Gesch. Boek 6, p. 927-928, voor een soortgelijke redenering ter zake van de overgang van kwalitatieve rechten.
Zie daarover: § XI.3.2.
Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de verplichting van de pandhouder om als een goed pandhouder voor de in pand gegeven zaak zorg te dragen (art. 3:243 BW) of aan de verplichting om het executie-overschot aan de pandgever af te dragen (art. 3:253 BW).
De bepaling is slechts van toepassing in geval van overdracht en niet in geval van andere wijzen van overgang van een vordering, zoals subrogatie of overgang onder algemene titel. Het voorschrift geldt voorts niet voor vorderingen aan toonder of order (art. 6:144 lid 2 BW).
De vorige schuldeiser is niet hoofdelijk aansprakelijk voor de nakoming van de verplichting, maar slechts gehouden de schade te vergoeden die de schuldenaar lijdt vanwege een tekortkoming. Zie TM, Parl. Gesch. Boek 6, p. 535.
Zie nader: Verbintenissenrecht (Van Mierlo), Art. 144 en Biemans 2011, nrs. 642-644 en 648-650.
Zie § II.11.2 en nr. 750.
Zie § II.7.5.
960. Algemene opmerking. Bij financiële transacties op basis van cessie van vorderingen, zoals securitisations, covered bonds en factoring, is het niet alleen van belang dat de cessie van de hoofdvorderingen rechtsgeldig heeft plaatsgevonden, maar ook dat de cessionaris (het SPV of de factor) aanspraak krijgt op bepaalde bij de vordering behorende rechten, zoals zekerheidsrechten en andere rechten die van belang zijn voor de rechtspositie van de cessionaris. De waarde die de vorderingen voor een investeerder of financier vertegenwoordigen, wordt immers mede door deze rechten bepaald. Zo zal het in geval van de uitgifte van mortgage-backed securities of covered bonds van wezenlijk belang zijn, dat in geval van verzuim van een schuldenaar onder een van de hypothecaire leningen het SPV de tot zekerheid van de lening gestelde hypotheek kan uitwinnen. Evenzo zal het bij de factoring van handelsvorderingen die worden gesecureerd door eigendomsvoorbehoud, in de regel van belang zijn dat de factor aanspraak kan maken op de voorbehouden eigendom. Een belangrijke vraag is of bepaalde bij de te cederen vorderingen behorende (zekerheids)rechten van rechtswege in de overdracht zijn begrepen of dat deze rechten afzonderlijk aan de cessionaris (het SPV, de factor) moeten worden overgedragen.
961. De omvang van de rechtsverkrijging door de cessionaris. De cessionaris verkrijgt de gecedeerde vordering in beginsel in dezelfde staat en omvang zoals zij aan de cedent toekwam. Dit volgt uit het gegeven dat de cessie geen afbreuk doet aan de aard en inhoud van de vordering en uit de regel dat niemand meer recht kan overdragen aan een ander dan hij zelf heeft (het ‘nemo plus’ beginsel). Het vorderingsrecht behoudt bij overgang door cessie zijn karakter. De rechtsverhouding waaruit de vordering voortvloeit (bv. een overeenkomst) blijft ook na cessie bepalend voor de inhoud en kenmerken van de vordering.1
De cessionaris verkrijgt bovendien van rechtswege de bij de vordering behorende nevenrechten, zo volgt uit art. 6:142 BW. Deze rechten behoeven niet afzonderlijk te worden overgedragen. Dit houdt verband met de gedachte dat de positie van de schuldenaar er als gevolg van de cessie niet slechter op mag worden, maar ook niet beter. Deze gedachte verklaart enerzijds de regel dat de schuldenaar tegenover de cessionaris dezelfde verweermiddelen kan voeren als tegenover de cedent,2 anderzijds dat de cessionaris de bij de vordering behorende nevenrechten verkrijgt. Het is bovendien praktisch en efficiënt dat de nevenrechten van rechtswege volgen.3 Vanwege de nauwe band tussen de hoofdvordering en de nevenrechten mag worden aangenomen dat de cessionaris zowel de hoofdvordering als de daarbij behorende nevenrechten zal willen verkrijgen. Indien hij dat niet wenst, zal hij een uitsluiting van de overgang van (bepaalde) nevenrechten moeten bedingen.4
Rechten die niet als nevenrechten kunnen worden aangemerkt, maar wel nauw verband houden met de in de cessie betrokken vordering, dienen afzonderlijk aan de cessionaris te worden overgedragen. Het is zodoende van belang om vast te stellen welke rechten als nevenrechten van de gecedeerde vordering kunnen worden aangemerkt.
Voor de volledigheid merk ik op dat de overdracht van een vordering op naam ook de uit het schuldeiserschap of uit nevenrechten voortvloeiende verplichtingen doet overgaan op de cessionaris.5 In verband daarmee bepaalt art. 6:144 BW dat de vorige schuldeiser (de cedent) ten opzichte van de schuldenaar instaat voor de nakoming van deze verplichtingen.6 De bepaling beoogt de schuldenaar te beschermen tegen de overdracht van de vordering aan eenminder solvente schuldeiser.7 De overgang van de hier bedoelde kwalitatieve verplichtingen wordt in dit hoofdstuk niet besproken.8
962. Plan van behandeling. In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de overgang van nevenrechten en bepaalde andere bij de vordering behorende rechten die niet als nevenrechten kunnen worden aangemerkt, maar wel in een nauw verband met de vordering staan (in dit hoofdstuk aangeduid als: ‘toebehoren’).
De volgende onderwerpen komen aan de orde: het begrip nevenrecht (§ 2), de mogelijkheid van uitsluiting van de overgang van nevenrechten (§ 3), nevenrechten en verpanding (§ 4), nevenrechten en stille cessie (§ 5) en verschillende vormen van zekerheid, waarbij in het bijzonder aandacht wordt geschonken aan de schuldeisersbegunstiging bij hypothecaire leningen met levensverzekering (§ 6, 7 en 8). De laatste paragraaf (§ 9) is gewijd aan het zogeheten renteherzieningsrecht.
Tevens wordt aandacht geschonken aan de verpanding van vorderingen op naam. De reden daarvoor is dat het bij financiële transacties waarbij vorderingen worden gecedeerd, kan voorkomen dat er tevens een verpanding van de vorderingen plaatsvindt aan een van de bij de transactie betrokken partijen. Denk in geval van securitisation of een ‘covered bond’ transactie aan de verpanding van de vorderingen aan de security trustee ten behoeve van de investeerders in de ABS resp. de covered bonds.9 De vraag die dan rijst is of ook de security trustee gebruik kan maken van bepaalde aan de vorderingen verbonden nevenrechten. Ook is het in bepaalde gevallen mogelijk dat een securitisation of een covered bond wordt vormgegeven rondom een verpanding in plaats van een cessie van vorderingen.10
Aan de problematiek van de overgang van bank- en kredietzekerheden wordt een afzonderlijk hoofdstuk gewijd (hoofdstuk XI).