NJ 1966, 339
HR, 24-05-1963
HR 24-05-1963, ECLI:NL:HR:1963:AD7986
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 mei 1963
- Magistraten
Smits, De Jong, Houwing, Hulsmann, Petit
- Zaaknummer
[1963-05-24/NJ_50797]
- LJN
AD7986
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1963:AD7986, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑05‑1963
- Wetingang
Besl. vergemakkelijking inning kleine geldvorderingen art. 1
Essentie
Kan een vordering tot nakoming ener overeenkomst na cessie worden geldend gemaakt met toepassing van het Besluit ter vergemakkelijking van de inning van kleine geldvorderingen (Verordeningenblad 1942 no. 124)?
Samenvatting
Ten onrechte heeft de Ktr. het onderhavige verzoek ter verkrijging van een dwangbevel, als bedoeld in het Besluit ter vergemakkelijking van de inning van kleine geldvorderingen, ter zijde gelegd op grond van de overweging dat het gevorderde geldsbedrag niet ter zake van de nakoming van een overeenkomst werd gevorderd, vermits de gerequestreerde de overeenkomst niet met de verzoekster doch met een derde had afgesloten, van welke derde de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.