Einde inhoudsopgave
Tijdelijke regeling aanvullende dienstverlening
Artikel 12 Gegevensverwerking door werknemers- en werkgeversorganisaties
Geldend
Geldend van 01-01-2023 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
15-12-2022, Stcrt. 2022, 34833 (uitgifte: 27-12-2022, regelingnummer: 2022-0000258553)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2022, Stcrt. 2022, 34833 (uitgifte: 27-12-2022, regelingnummer: 2022-0000258553)
- Vakgebied(en)
Corona (V)
Overheidsfinanciën / Rijksfinanciën
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Sociale zekerheid werkloosheid / Bijzondere onderwerpen
Onderwijsrecht / Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
1.
Ten behoeve van het doel, bedoeld in artikel 4, eerste lid, kunnen partijen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdelen c en d, gegevens verwerken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taken in het kader de samenwerking grond van deze regeling.
2.
De partijen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdelen c en d, zijn bevoegd om ten behoeve van het doel, bedoeld in artikel 4, eerste lid, aan andere partijen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdelen a tot en met d, of colleges van burgemeester en wethouders, gegevens te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de taken in het kader de samenwerking grond van deze regeling.
3.
De gegevens, bedoeld in het eerste en tweede lid, zijn:
- a.
gegevens over de persoon: namen, geboortedatum, adresgegevens, contactgegevens;
- b.
opleidingsgegevens;
- c.
gegevens over het arbeidsverleden;
- d.
gegevens over de huidige arbeidssituatie;
- e.
arbeidsmarktbemiddelingsgegevens; en
- f.
gegevens omtrent de inzet van de dienstverlening werkfitbehoud, aanvullende dienstverlening of scholing via praktijkleren in het mbo.
4.
Indien aanvullende dienstverlening uit bijlage 1, scholing via praktijkleren in het mbo uit bijlage 2 of dienstverlening werkfitbehoud uit bijlage 3 door een partij als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdelen c en d, wordt ingekocht bij een derde, verstrekt die partij de gegevens, bedoeld in het derde lid, aan deze derde, mits de betrokkene toestemming heeft gegeven voor het verstrekken van deze gegevens.
5.
Het is partijen als bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdelen c en d, verboden hetgeen hem uit of in verband met enige werkzaamheid bij de uitvoering van deze regeling over de persoon of zaken van een ander blijkt of wordt meegedeeld, verder bekend te maken dan voor de uitvoering van deze regeling noodzakelijk is dan wel op grond van deze regeling is voorgeschreven of toegestaan.