Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/253
Bestuurdersaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid rechtspersoon-bestuurder; hoofdelijke aansprakelijkheid bestuurders (art. 2:11 BW); aansprakelijkheid o.g.v. art. 6:162 BW; persoonlijk ernstig verwijt; bewijslastverdeling.
HR 17-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:275
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 februari 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
15/03646
- Conclusie
A-G mr. L. Timmerman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:275, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1224, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 02‑07‑2015
- Wetingang
Art. 2:9, 2:11, 6:162 BW
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid. Aansprakelijkheid rechtspersoon-bestuurder; hoofdelijke aansprakelijkheid bestuurders (art. 2:11 BW); aansprakelijkheid o.g.v. art. 6:162 BW; persoonlijk ernstig verwijt; bewijslastverdeling.
Art. 2:11 BW (inhoudende dat de aansprakelijkheid van een rechtspersoon als bestuurder van een andere rechtspersoon tevens hoofdelijk rust op ieder die ten tijde van het ontstaan van de aansprakelijkheid van de rechtspersoon daarvan bestuurder is) is van toepassing in alle gevallen waarin een rechtspersoon in zijn hoedanigheid van bestuurder aansprakelijk is op grond van de wet. Daaronder valt ook de aansprakelijkheid van een rechtspersoon-bestuurder die is gebaseerd op art. 6:162 BW. Deze ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.