Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/257
Caribische zaak. Landsbesluit tarieven in burgerlijke zaken (Ltbz); naheffing griffierecht en niet-tijdige betaling daarvan; vervallenverklaring hoger beroep als sanctie toegestaan?
HR 17-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:280
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 februari 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, M.V. Polak, C.E. du Perron, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
16/00134
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:280, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1168, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑01‑2016
- Wetingang
Art. 20 Ltbz; art. 270 Rv Sint Maarten
Essentie
Caribische zaak. Landsbesluit tarieven in burgerlijke zaken (Ltbz); naheffing griffierecht en niet-tijdige betaling daarvan; vervallenverklaring hoger beroep als sanctie toegestaan?
In het Landsbesluit tarieven in burgerlijke zaken (Ltbz) is de heffing van griffierecht voor Sint Maarten geregeld. Aangenomen moet worden dat de griffier in beginsel bevoegd is tot het naheffen van griffierecht indien hij of het hof tot de slotsom komt dat aanvankelijk te weinig griffierecht is geheven of als het te laag geheven griffierecht het gevolg is van een vergissing bij de vaststelling daarvan.
Art. 270 lid 5 Rv Sint Maarten bepaalt dat het hoger beroep ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.