Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/273
Witwassen; leugen over de herkomst van een groot geldbedrag leverde nog geen ‘verhullen’ op.
HR 14-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:236
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
14 februari 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, A.L.J. van Strien, E.F. Faase, M.J. Borgers
- Zaaknummer
16/00223
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:236, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 14‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1480, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑11‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 22‑03‑2016
- Wetingang
Art. 420bis Sr
Essentie
Verbergen en verhullen in de zin van art. 420bis lid 1 Sr.
De termen ‘verbergen’ en ‘verhullen’ in art. 420bis lid 1 onder a Sr hebben betrekking op gedragingen die er onder andere op zijn gericht het zicht op de herkomst van voorwerpen te bemoeilijken. Die gedragingen moeten tevens geschikt zijn om dat doel te bereiken. Nu uit de bewijsvoering niet zonder meer volgt dat de door verdachte opgegeven leugen over de herkomst van een groot geldbedrag — gelet op de inhoud en de onderbouwing daarvan — van zodanige aard was dat deze geschikt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.