Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 168/2013 goedkeuring van en het markttoezicht op twee- of driewielige voertuigen en vierwielers
Artikel 32 Voor EU-typegoedkeuring vereiste tests
Geldend
Geldend vanaf 22-03-2013
- Bronpublicatie:
15-01-2013, PbEU 2013, L 60 (uitgifte: 02-03-2013, regelingnummer: 168/2013)
- Inwerkingtreding
22-03-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-01-2013, PbEU 2013, L 60 (uitgifte: 02-03-2013, regelingnummer: 168/2013)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
Door middel van passende tests die door aangewezen technische diensten worden uitgevoerd, wordt aangetoond dat aan de technische voorschriften van deze verordening en van de in bijlage II vermelde besluiten is voldaan.
De in de eerste alinea bedoelde testprocedures en de specifieke uitrustingsstukken en instrumenten die voor de uitvoering van deze tests nodig zijn, worden vastgesteld in de in bijlage II vermelde desbetreffende besluiten.
Het formaat van het testverslag voldoet aan de algemene voorschriften die de Commissie door middel van uitvoeringshandelingen vaststelt. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 73, lid 2, bedoelde onderzoeksprocedure. De eerste van deze uitvoeringshandelingen worden uiterlijk 31 december 2014 vastgesteld.
2.
De fabrikant stelt de goedkeuringsinstantie zo veel voertuigen, onderdelen of technische eenheden ter beschikking als volgens de in bijlage II vermelde desbetreffende besluiten nodig zijn voor de uitvoering van de voorgeschreven tests.
3.
De voorgeschreven tests worden uitgevoerd op voertuigen, onderdelen en technische eenheden die representatief zijn voor het goed te keuren type.
De fabrikant kan evenwel na toestemming van de goedkeuringsinstantie een voertuig, systeem, onderdeel of technische eenheid kiezen dat of die niet representatief is voor het goed te keuren type, maar dat of die een aantal van de meest ongunstige kenmerken ten aanzien van het vereiste prestatieniveau bezit. Tijdens de selectieprocedure mogen ter ondersteuning van de besluitvorming virtuele testmethoden worden gebruikt.
4.
Als alternatief voor de in lid 1 bedoelde testprocedures mogen op verzoek van de fabrikant en na toestemming van de goedkeuringsinstantie virtuele testmethoden worden gebruikt ten aanzien van de voorschriften vastgelegd in de gedelegeerde handelingen die op grond van lid 6 worden vastgesteld.
5.
Virtuele testmethoden moeten voldoen aan de voorwaarden vastgelegd in de gedelegeerde handelingen die op grond van lid 6 worden vastgesteld.
6.
Om ervoor te zorgen dat de met virtueel testen verkregen resultaten even inzichtelijk zijn als de met fysiek testen verkregen resultaten, is de Commissie bevoegd overeenkomstig artikel 75 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot de voorschriften waarvoor virtueel testen mogelijk is en de voorwaarden waaronder het virtueel testen moet plaatsvinden. Bij de vaststelling van die gedelegeerde handelingen baseert de Commissie zich zo nodig op van de voorschriften en procedures in bijlage XVI van Richtlijn 2007/46/EG.