Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) 2017/565 houdende aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2017
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 03-01-2018.
- Bronpublicatie:
25-04-2016, PbEU 2017, L 87 (uitgifte: 31-03-2017, regelingnummer: 2017/565)
- Inwerkingtreding
20-04-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-04-2016, PbEU 2017, L 87 (uitgifte: 31-03-2017, regelingnummer: 2017/565)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Europees financieel recht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
(Voor de EER relevante tekst)
Verordening van de Commissie van 25 april 2016 houdende aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening en wat betreft de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van de Richtlijnen 2002/92/EG en 2011/61/EG (1), met name artikel 2, lid 3, artikel 4, lid 1, punt 2, tweede alinea, artikel 4, lid 2, artikel 16, lid 12, artikel 23, lid 4, artikel 24, lid 13, artikel 25, lid 8, artikel 27, lid 9, artikel 28, lid 3, artikel 30, lid 5, artikel 31, lid 4, artikel 32, lid 4, artikel 33, lid 8, artikel 52, lid 4, artikel 54, lid 4, artikel 58, lid 6, artikel 64, lid 7, artikel 65, lid 7 en artikel 79, lid 8,
Overwegende hetgeen volgt:
- (1)
Richtlijn 2014/65/EU creëert een kader voor regelgeving voor financiële markten in de Unie, betreffende de voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening voor het verrichten van beleggingsdiensten en, voor zover van toepassing, nevendiensten en beleggingsactiviteiten door beleggingsondernemingen; organisatorische voorschriften voor beleggingsondernemingen die dergelijke diensten en activiteiten verrichten, voor gereglementeerde markten en aanbieders van datarapporteringsdiensten; rapportagevoorschriften voor transacties in financiële instrumenten; positielimieten en positiebeheerscontroles in grondstoffenderivaten; transparantievoorschriften voor transacties in financiële instrumenten.
- (2)
Richtlijn 2014/65/EU machtigt de Commissie tot het vaststellen van gedelegeerde handelingen. Het is van belang dat alle gedetailleerde aanvullende regels voor de vergunning, dagelijkse bedrijfsuitoefening en transparantie en integriteit van de markt — onlosmakelijk verbonden met de toegang tot en verrichting van de diensten en activiteiten die onder Richtlijn 2014/65/EU vallen — op hetzelfde moment als Richtlijn 2014/65/EU in werking treden, zodat de nieuwe voorschriften effectief kunnen worden toegepast. Omwille van de samenhang en om personen die aan deze bepalingen zijn onderworpen alsook beleggers een volledig beeld van en een compacte toegang tot de bepalingen te bieden, is het wenselijk de gedelegeerde handelingen met betrekking tot de eerder vermelde regels in deze verordening op te nemen.
- (3)
Het is noodzakelijk de criteria nader te bepalen om vast te stellen onder welke omstandigheden contracten met betrekking tot voor de groothandel bestemde energieproducten door middel van materiële levering moeten worden afgewikkeld met het oog op de beperking van het toepassingsgebied zoals uiteengezet in deel C, punt 6, van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU. Om de reikwijdte van deze vrijstelling te beperken tot het voorkomen van lacunes moet in deze contracten worden bepaald dat de partijen evenredige regelingen in werking hebben gesteld om de onderliggende grondstof te leveren of in ontvangst te nemen bij het verstrijken van het contract. Om lacunes te voorkomen in het geval van balanceringsovereenkomsten met de transmissiesysteembeheerder op het gebied van elektriciteit en gas worden dergelijke overeenkomsten enkel als een evenredige regeling beschouwd indien de partijen bij de overeenkomst voor de materiële levering van elektriciteit of gas moeten zorgen. Contracten dienen ook duidelijke verplichtingen tot materiële niet te compenseren levering te bevatten, terwijl tegelijk wordt erkend dat vormen van operationele verrekening als vastgelegd in Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad (2) of in nationaal recht niet als compensatie mogen worden beschouwd. Door materiële levering af te wikkelen contracten moeten in verschillende leveringsmethoden kunnen voorzien, maar elke methode moet een vorm van overdracht van eigendomsrechten met betrekking tot de relevante onderliggende grondstof of een relevante hoeveelheid daarvan inhouden.
- (4)
Om te verduidelijken wanneer een contract met betrekking tot voor de groothandel bestemde energieproducten door middel van materiële levering moet worden afgewikkeld, is het nodig nader te specificeren wanneer sprake is van bepaalde omstandigheden, zoals overmacht of een bonafide reden waarom niet kan worden afgewikkeld, die niet beletten dat deze contracten als ‘af te wikkelen door middel van materiële levering’ worden beschouwd. Ook moet voor de toepassing van deel C, punt 6, van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU worden verduidelijkt hoe energiederivaten met betrekking tot olie en kolen moeten worden begrepen. In deze context mogen contracten met betrekking tot schalieolie niet als kolenenergiederivaten worden beschouwd.
- (5)
Een derivatencontract mag alleen als financieel instrument in de zin van deel C, punt 7, van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU worden beschouwd indien het betrekking heeft op een grondstof en voldoet aan een reeks criteria om uit te maken of een contract de kenmerken van andere afgeleide financiële instrumenten heeft en niet voor commerciële doeleinden is bestemd. Dit moet ook gelden voor gestandaardiseerde contracten die op platformen worden verhandeld, of het equivalent daarvan wanneer een dergelijk contract in alle voorwaarden gelijkwaardig is aan op platformen verhandelde contracten. In dat geval worden onder de voorwaarden van deze contracten ook bepalingen betreffende de kwaliteit van de grondstof of de plaats van levering gerekend.
- (6)
Om duidelijkheid te scheppen over de definities van contracten met betrekking tot de onderliggende variabelen als bedoeld in deel C, punt 10, van Richtlijn 2014/65/EU moeten criteria worden vastgesteld met betrekking tot de voorwaarden en de onderliggende variabelen in deze contracten. De opname van actuariële statistieken in de lijst van onderliggende variabelen betekent niet dat die contracten ook gelden voor verzekering en herverzekering.
- (7)
Richtlijn 2014/65/EU stelt een algemeen kader vast voor regelgeving voor financiële markten in de Unie, met in deel C van bijlage I de lijst van betrokken financiële instrumenten. Deel C, punt 4, van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU omvat financiële instrumenten met betrekking tot een valuta die derhalve onder het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen.
- (8)
Met het oog op de uniforme toepassing van Richtlijn 2014/65/EU is het noodzakelijk de definities in deel C, punt 4, van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU te verduidelijken betreffende andere derivatencontracten met betrekking tot valuta's en te verduidelijken dat spotcontracten met betrekking tot valuta's voor de toepassing van deel C, punt 4, van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU geen andere derivaten zijn.
- (9)
De gangbare afwikkelingstermijn voor een spotcontract in de belangrijkste valuta's is 2 dagen of minder, maar waar dit geen marktpraktijk is, moet het mogelijk worden gemaakt om afwikkeling overeenkomstig de gangbare marktpraktijk te laten verlopen. In zulke gevallen is voor afwikkeling door middel van materiële levering geen papiergeld vereist en kan elektronisch worden afgewikkeld.
- (10)
Valutacontracten kunnen ook voor het verrichten van betalingen worden gebruikt en worden dan niet als financiële instrumenten beschouwd, mits ze niet op een handelsplatform worden verhandeld. Daarom is het aangewezen de voor het betalen van financiële instrumenten gebruikte valutacontracten waarvan de afwikkelingstermijn meer dan 2 en minder dan 5 handelsdagen bedraagt, als spotcontracten te beschouwen. Ook verdient het aanbeveling om valutacontracten die zijn gesloten met het oog op het verkrijgen van zekerheid over het niveau van betalingen voor goederen, diensten en reële investeringen, als betaalmiddelen aan te merken. Aldus worden valutacontracten die zijn aangegaan door niet-financiële ondernemingen die voor de uitvoer van identificeerbare goederen en diensten betaald worden in buitenlandse valuta en door niet-financiële ondernemingen die betalingen verrichten in buitenlandse valuta om specifieke goederen en diensten in te voeren, uitgesloten van de definitie van financiële instrumenten.
- (11)
Verrekening van betalingen is van cruciaal belang voor een doeltreffende en efficiënte werking van de afwikkelingssystemen voor valuta en bijgevolg mag voor de indeling van een valutacontract als contante transactie niet worden vereist dat elk valutaspotcontract afzonderlijk wordt afgewikkeld.
- (12)
Non deliverable forwards zijn contracten voor het verrekenen van het verschil tussen een vooraf overeengekomen wisselkoers en de contante koers op vervaldag en mogen daarom, ongeacht de afwikkelingsperiode, niet als spotcontracten worden beschouwd.
- (13)
Een contract voor de omwisseling van een valuta tegen een andere valuta moet worden geacht betrekking te hebben op een rechtstreekse en onvoorwaardelijke omwisseling van die valuta. In het geval van een contract waarbij in meerdere valuta's wordt omgewisseld, moet elke omwisseling afzonderlijk worden bekeken. Een optie of een swap met betrekking tot een valuta mag evenwel niet worden beschouwd als een contract voor de verkoop of omwisseling van een valuta en kan dus geen spotcontract of betaalmiddel zijn, ongeacht de looptijd van de swap of optie en of ze op een handelsplatform worden verhandeld of niet.
- (14)
Voor het brede publiek bestemd advies over financiële instrumenten mag niet worden beschouwd als een gepersonaliseerde aanbeveling voor de toepassing van de definitie van ‘beleggingsadvies’ in Richtlijn 2014/65/EU. Gezien het toenemende aantal tussenpersonen dat door middel van distributiekanalen gepersonaliseerde aanbevelingen formuleert, moet worden verduidelijkt dat een zelfs uitsluitend via distributiekanalen — zoals internet — gedane aanbeveling voor een gepersonaliseerde aanbeveling zou kunnen doorgaan. Het gebruik van bijvoorbeeld e-mail om iemand gepersonaliseerde aanbevelingen te verstrekken en niet om informatie aan het publiek in het algemeen te verschaffen, zou als beleggingsadvies kunnen worden beschouwd.
- (15)
Algemeen advies over een soort financieel instrument is geen beleggingsadvies in de zin van Richtlijn 2014/65/EU. Wanneer een beleggingsonderneming over een soort financieel instrument echter algemeen advies aan een cliënt verstrekt dat wordt voorgesteld als zijnde geschikt op basis van een afweging van de omstandigheden van die cliënt, en dit advies in feite niet geschikt is voor de cliënt of niet op een afweging van diens omstandigheden stoelt, handelt de onderneming waarschijnlijk in strijd met artikel 24, lid 1 of lid 3, van Richtlijn 2014/65/EU. Meer bepaald handelt een onderneming die een cliënt dergelijk advies verstrekt waarschijnlijk in strijd met de verplichting van artikel 24, lid 1, om zich op loyale, billijke en professionele wijze voor de belangen van haar cliënten in te zetten. Evenzo of anders zal dergelijk advies veelal in strijd zijn met artikel 24, lid 3, dat bepaalt dat aan cliënten verstrekte informatie correct, duidelijk en niet misleidend moet zijn.
- (16)
Voorbereidingen van een beleggingsonderneming op de verrichting van een beleggingsdienst of beleggingsactiviteit dienen als integrerend deel van deze dienst of activiteit te worden aangemerkt. Daaronder valt ook de verlening door een beleggingsonderneming van algemeen advies aan cliënten of potentiële cliënten vóór of bij de verlening van beleggingsadvies of de verrichting van een andere beleggingsdienst of -activiteit.
- (17)
Een algemene aanbeveling die op een transactie in een financieel instrument of op een soort financieel instrument betrekking heeft, vormt een nevendienst in de zin van deel B, punt 5, van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU, hetgeen tot gevolg heeft dat Richtlijn 2014/65/EU en de daardoor geboden bescherming op een dergelijke aanbeveling van toepassing is.
- (18)
Om te zorgen voor een objectieve en effectieve toepassing van de definitie van beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling in de Unie overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 20, van Richtlijn 2014/65/EU, moeten de toepasselijke vooraf bepaalde limieten voor frequente, systematische en aanzienlijke otc-handel nader worden gespecificeerd. Vooraf bepaalde limieten moeten op een passend niveau worden vastgesteld om ervoor te zorgen dat otc-handel die door zijn omvang een materieel effect heeft op de prijsvorming binnen de werkingssfeer valt, terwijl otc-handel van dermate geringe omvang dat het een onevenredige eis zou zijn te voldoen aan de voor beleggingsondernemingen met systematische interne afhandeling geldende verplichtingen, hiervan wordt uitgezonderd.
- (19)
Overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU mag het een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling niet worden toegestaan koop- en verkoopintenties van derden op functioneel dezelfde wijze als een handelsplatform samen te brengen. Een beleggingsonderneming met systematische interne afhandeling mag niet bestaan uit een intern matchingsysteem dat orders van cliënten op een multilaterale basis uitvoert, een activiteit waarvoor een vergunning als multilaterale handelsfaciliteit (MTF) is vereist. Een intern matchingsysteem is in deze context een systeem voor het matchen van orders van cliënten met als gevolg dat de beleggingsonderneming op regelmatige en niet op occasionele basis aan matched principal trading doet.
- (20)
Omwille van de duidelijkheid, rechtszekerheid en een uniforme toepassing verdient het aanbeveling te voorzien in aanvullende bepalingen met betrekking tot de definities voor algoritmische handel, hoogfrequentie algoritmische handelstechnieken en directe elektronische toegang. In de geautomatiseerde handel worden verschillende technische regelingen toegepast. Het is van essentieel belang te verduidelijken hoe deze regelingen met betrekking tot de definities van algoritmische handel en directe elektronische toegang moeten worden ingedeeld. Op directe elektronische toegang gebaseerde handelsprocessen en handelsprocessen met algoritmische handel of als subklasse hiervan de techniek voor hoogfrequentie algoritmische handel sluiten elkaar onderling niet uit. Daarom kan handel van een persoon met rechtstreekse elektronische toegang ook vallen onder de definitie van algoritmische handel met inbegrip van de techniek voor hoogfrequentie algoritmische handel.
- (21)
Algoritmische handel overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 39, van Richtlijn 2014/65/EU moet regelingen omvatten waarin het systeem ook andere beslissingen treft dan louter het bepalen van het handelsplatform of de platformen waar het order moet worden ingevoerd, en dat in elk stadium van de handelsprocessen, met inbegrip van het initiëren, genereren, routeren of uitvoeren van orders. Daarom moet worden verduidelijkt dat algoritmische handel, waaronder handel met weinig of geen menselijk ingrijpen, niet alleen betrekking moet hebben op het automatisch genereren van orders, maar ook op het optimaliseren van orderuitvoeringsprocessen met geautomatiseerde middelen.
- (22)
Algoritmische handel moet smart order routers (SOR's) omvatten wanneer deze hulpmiddelen gebruik maken van algoritmen voor het optimaliseren van orderuitvoeringsprocessen die andere parameters van het order bepalen dan het handelsplatform of de platformen waar het order moet worden ingevoerd. Algoritmische handel mag geen automatische order routers (AOR) omvatten wanneer dergelijke hulpmiddelen ondanks het gebruik van algoritmen enkel het handelsplatform of de platformen bepalen waar het order moet worden ingevoerd zonder dat een andere parameter van het order wordt gewijzigd.
- (23)
De techniek voor hoogfrequentie algoritmische handel overeenkomstig artikel 4, lid 1, punt 40, van Richtlijn 2014/65/EU — een subklasse van algoritmische handel — dient nader te worden gespecificeerd aan de hand van criteria voor het definiëren van een groot aantal berichten binnen de handelsdag (orders, koersen of wijzigingen of annuleringen). Het gebruik van absolute kwantitatieve drempels op basis van de berichtenstroom creëert rechtszekerheid doordat bedrijven en bevoegde autoriteiten de individuele handelsactiviteit van ondernemingen kunnen beoordelen. Het niveau en de reikwijdte van deze drempels moeten voldoende ruim zijn om ook de techniek van hoogfrequentie handel mee te nemen, met inbegrip van de drempels voor afzonderlijke instrumenten en meerdere instrumenten.
- (24)
Aangezien de techniek voor hoogfrequentie algoritmische handel hoofdzakelijk bij liquide instrumenten wordt toegepast, moeten alleen instrumenten waarvoor een liquide markt bestaat in de berekening van het grote aantal berichten binnen de handelsdag worden opgenomen. Omdat de techniek voor hoogfrequentie algoritmische handel tevens een subklasse van algoritmische handel is, moeten voor handelsdoeleinden ingevoerde berichten die voldoen aan de criteria van artikel 17, lid 4, van Richtlijn 2014/65/EU ook in de berekening van het aantal berichten binnen de handelsdag worden opgenomen. Om alleen technieken voor hoogfrequentie algoritmische handel en geen andere handelsactiviteit te registreren, mogen gelet op de kenmerken ervan, zoals uiteengezet in overweging 61 van Richtlijn 2014/65/EU — met name dat dergelijke handel doorgaans wordt gedreven door handelaren die hun eigen kapitaal gebruiken voor de uitvoering van traditionelere handelsstrategieën, zoals marketmaking of arbitrage middels het gebruik van geavanceerde technologie — uitsluitend voor handel voor eigen rekening ingevoerde berichten, en niet de berichten ingevoerd voor het ontvangen en doorgeven van orders of het uitvoeren van orders voor rekening van cliënten, in de berekening van grote aantallen berichten binnen de handelsdag worden opgenomen. Berichten die op basis van andere technieken dan die voor handel voor eigen rekening zijn ingevoerd, moeten echter in de berekening van de grote aantallen berichten binnen de handelsdag worden opgenomen wanneer, in zijn geheel beschouwd en gelet op alle omstandigheden, de uitvoering van de techniek zodanig is gestructureerd dat vermeden wordt dat de uitvoering voor eigen rekening geschiedt, zoals via het doorgeven van orders tussen entiteiten in dezelfde groep. Teneinde bij het bepalen van wat wordt verstaan onder grote aantallen berichten binnen de handelsdag rekening te houden met de identiteit van de cliënt die uiteindelijk achter de activiteit schuilgaat, moeten door cliënten van aanbieders van directe elektronische toegang geïnitieerde berichten van de berekening van grote aantallen berichten binnen de handelsdag met betrekking tot dergelijke aanbieders worden uitgesloten.
- (25)
De definitie van directe elektronische toegang moet nader worden gespecificeerd en mag geen betrekking hebben op andere activiteiten dan de verlening van directe markttoegang en gesponsorde toegang. Daarom moet een onderscheid worden gemaakt tussen intermediaire regelingen waarbij cliëntenorders met elektronische middelen worden geplaatst door leden van of deelnemers aan een handelsplatform, zoals online makelaars, en regelingen waarbij cliënten directe elektronische toegang tot een handelsplatform hebben.
- (26)
In het geval van orders via intermediairs hebben invoerders van orders niet voldoende controle over de parameters van de regeling voor markttoegang en daarom mogen zij niet binnen het toepassingsgebied van directe elektronische toegang vallen. Bijgevolg mogen regelingen aan de hand waarvan cliënten op elektronische wijze orders aan een beleggingsonderneming kunnen doorgeven, zoals online makelaardij, niet als directe elektronische toegang worden beschouwd voor zover cliënten niet bij machte zijn de fractie van een seconde waarin het order binnenkomt en de levensduur van orders binnen dat tijdsbestek te bepalen.
- (27)
Regelingen waarbij de cliënt van een lid van of deelnemer aan een handelsplatform, met inbegrip van de cliënt van een rechtstreekse cliënt van georganiseerde handelsfaciliteiten (OTF's), zijn orders invoert door middel van regelingen voor optimalisering van orderuitvoeringsprocessen die de parameters van het order bepalen behalve het platform of de platformen waar het order moet worden ingevoerd via SOR's die in de infrastructuur van de aanbieder en niet van de cliënt zijn ingebed, moeten worden uitgesloten van rechtstreekse elektronische toegang, omdat de cliënt van de aanbieder het tijdstip van indiening van het order en de levensduur ervan niet kan bepalen. Of er sprake is van directe elektronische toegang bij gebruikmaking van smart order routers moet derhalve afhangen van de vraag of de smart order router in de systemen van de cliënten en niet in het systeem van de aanbieder is ingebed.
- (28)
De uitvoeringsvoorschriften van het regelgevingskader inzake de organisatorische eisen voor beleggingsondernemingen die beroepsmatig beleggingsdiensten en voor zover van toepassing nevendiensten en beleggingsactiviteiten verrichten, voor gereglementeerde markten en aanbieders van datarapporteringsdiensten moeten verenigbaar zijn met het doel van Richtlijn 2014/65/EU. Ze moeten zorgen voor een hoge mate van integriteit, competentie en soliditeit van beleggingsondernemingen en entiteiten die gereglementeerde markten, MTF's of OTF's exploiteren, en op uniforme wijze kunnen worden toegepast.
- (29)
Er moeten concrete door beleggingsondernemingen die dergelijke diensten of activiteiten verrichten, in acht te nemen organisatorische eisen en procedures worden vastgesteld. Met name moet in strikte procedures worden voorzien voor zaken als compliance, risicobeheer, de behandeling van klachten, persoonlijke transacties, uitbesteding en het onderkennen, beheren en openbaar maken van belangenconflicten.
- (30)
De organisatorische eisen en voorwaarden voor de vergunningverlening aan beleggingsondernemingen moeten worden vastgelegd in een geheel van regels dat een uniforme toepassing van de desbetreffende voorschriften van Richtlijn 2014/65/EU waarborgt. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat beleggingsondernemingen onder dezelfde voorwaarden gelijke toegang hebben tot alle markten in de Unie, en om de aan vergunningverleningsprocedures gerelateerde belemmeringen voor grensoverschrijdende activiteiten op het gebied van beleggingsdiensten weg te nemen.
- (31)
In de uitvoeringsvoorschriften van het regelgevingskader met de voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening bij de verrichting van beleggings- en nevendiensten en beleggingsactiviteiten moet het doel van dat regelgevingskader tot uiting komen. Ze moeten zorgen voor een hoog niveau van bescherming van de belegger dat via de invoering van duidelijke standaarden en eisen inzake de relatie tussen een beleggingsonderneming en haar cliënt op uniforme wijze wordt toegepast. Wel moet ten aanzien van de bescherming van de belegger en met name de verstrekking van informatie aan en de inwinning van informatie bij de belegger rekening worden gehouden met de vraag of de betrokken cliënt of potentiële cliënt een niet-professionele of een professionele belegger is.
- (32)
Met het oog op een uniforme toepassing van de verschillende relevante voorschriften van Richtlijn 2014/65/EU moet een geharmoniseerd geheel van door beleggingsondernemingen in acht te nemen organisatorische eisen en voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening worden vastgesteld.
- (33)
Beleggingsondernemingen vertonen onderling grote verschillen in omvang, structuur en aard van hun bedrijf. Een regelgevingskader moet zijn afgestemd op deze diversiteit, maar wel bepaalde fundamentele verplichtingen bevatten die voor alle ondernemingen gelden. Gereglementeerde entiteiten moeten voldoen aan hoogwaardige eisen en moeten maatregelen ontwikkelen en vaststellen die het beste passen bij de aard van hun activiteiten en bij hun situatie.
- (34)
Met het oog op een geharmoniseerde en strikte toepassing van de vrijstelling in Richtlijn 2014/65/EU is het wenselijk te zorgen voor gemeenschappelijke criteria om te beoordelen of iemand een beleggingsdienst als incidentele activiteit in het kader van een beroepswerkzaamheid verricht. De vrijstelling mag enkel worden toegekend als de beleggingsdienst wezenlijk met de voornaamste beroepsactiviteit samenhangt en daaraan ondergeschikt is.
- (35)
De organisatorische eisen die in het kader van Richtlijn 2014/65/EU zijn vastgesteld, mogen geen afbreuk doen aan bij nationale wetgeving ingestelde systemen voor registratie of toezicht door bevoegde autoriteiten of ondernemingen of natuurlijke personen die binnen een beleggingsonderneming werken.
- (36)
Om een beleggingsonderneming te verplichten tot het vaststellen, implementeren en aanhouden van een adequaat risicobeheerbeleid moeten tot de risico's die verbonden zijn aan de activiteiten, processen en systemen van de beleggingsonderneming ook de risico's worden gerekend die verbonden zijn aan de uitbesteding van kritieke of belangrijke taken. Daaronder moeten ook de risico's vallen die verbonden zijn aan de relatie van de onderneming met de dienstverlener, alsook de mogelijke risico's die zich voordoen wanneer de uitbestede taken van meerdere beleggingsondernemingen of andere gereglementeerde entiteiten zijn ondergebracht bij een beperkt aantal dienstverleners.
- (37)
Wanneer de risicobeheersfunctie en de compliancefunctie door een en dezelfde persoon worden vervuld, komt niet per se het onafhankelijk functioneren van elke functie afzonderlijk in het gedrang. De voorwaarde dat degenen die betrokken zijn bij de compliancefunctie, niet betrokken mogen zijn bij de uitoefening van de functies waarop zij toezien, en de voorwaarde dat de wijze waarop de beloning van dergelijke personen wordt vastgesteld, hun objectiviteit niet in gevaar mag brengen, zijn wellicht niet evenredig in het geval van kleine beleggingsondernemingen. Bij grotere ondernemingen zijn deze evenwel alleen in uitzonderingsgevallen onevenredig.
- (38)
In het belang van de bescherming van de belegger en een betere nakoming van verplichtingen door de beleggingsondernemingen moeten cliënten of potentiële cliënten kunnen aangeven dat ze niet tevreden zijn over door beleggingsondernemingen verrichte beleggingsdiensten. Klachten van cliënten of potentiële cliënten moeten efficiënt en op onpartijdige wijze worden behandeld in het kader van een klachtenbehandelingsfunctie. Overeenkomstig het evenredigheidsbeginsel zou deze functie door de compliancefunctie kunnen worden uitgeoefend.
- (39)
Beleggingsondernemingen moeten over cliënten en de hun verleende diensten informatie verzamelen en bijhouden. Wanneer in het kader van deze voorschriften persoonsgegevens worden verzameld en verwerkt, moet het recht op bescherming van persoonsgegevens in overeenstemming met Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) en Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad (4) inzake de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de toepassing van deze richtlijn worden gewaarborgd. De verwerking van persoonsgegevens door de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) bij de toepassing van deze verordening is onderworpen aan Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad (5).
- (40)
Met het oog op een efficiënte en consistente toepassing van de voorschriften betreffende belangenconflicten en bedrijfsvoering die van toepassing zijn op het gebied van beloning moet een definitie van beloning worden gegeven die alle vormen van financiële of niet-financiële voordelen of betalingen omvat die personen betrokken bij het verlenen van beleggingsdiensten of nevendiensten aan cliënten rechtstreeks of onrechtstreeks van ondernemingen ontvangen, zoals contant geld, aandelen, opties, kwijtschelding van leningen aan relevante personen bij ontslag, pensioenbijdragen, beloning door derden zoals via modellen voor carried interest, loonsverhogingen of bevorderingen, ziektekostenverzekering, kortingen of bijzondere uitkeringen, genereuze kostenvergoedingen of seminars in exotische bestemmingen.
- (41)
Om ervoor te zorgen dat de belangen van cliënten niet worden geschaad, moeten beleggingsondernemingen een beloningsbeleid ontwikkelen en toepassen voor alle personen die invloed kunnen hebben op de prestaties of het gedrag van de onderneming, met inbegrip van front-office medewerkers, verkopers of andere werknemers die onrechtstreeks bij het verlenen van beleggings- of nevendiensten betrokken zijn. Personen die toezicht houden op verkooppersoneel, zoals directe leidinggevenden die kunnen worden gestimuleerd om verkopers onder druk te zetten, of financieel analisten wier materiaal door verkopers kan worden gebruikt om klanten tot beleggen aan te zetten of personen die bij klachtenbehandeling of bij productontwerp en -ontwikkeling betrokken zijn, moeten ook worden beschouwd als relevante personen voor wie de regels op het gebied van beloning van toepassing zijn. Met relevante personen worden ook verbonden agenten bedoeld. Bij het vaststellen van de beloning van verbonden agenten moeten ondernemingen rekening houden met de speciale status van verbonden agenten en de specifieke nationale bijzonderheden. Daarnaast moeten het beloningsbeleid en de beloningspraktijk van de ondernemingen ook passende criteria omvatten voor de beoordeling van de prestaties van relevante personen, zoals kwalitatieve criteria die de relevante personen aanmoedigen om zich voor de belangen van de cliënt in te zetten.
- (42)
Wanneer achtereenvolgende persoonlijke transacties namens een persoon worden uitgevoerd conform vooraf door deze persoon gegeven instructies hoeven verplichtingen inzake persoonlijke transacties niet te gelden voor elk van deze achtereenvolgende transacties als de desbetreffende instructies ongewijzigd van kracht blijven. Ook hoeven deze verplichtingen niet te gelden voor de intrekking of herroeping van dergelijke instructies voor zover de financiële instrumenten die eerder in het kader van de instructies waren verworven, niet tegelijk met de intrekking of herroeping van de instructies van de hand worden gedaan. Wel moeten deze verplichtingen gelden bij een persoonlijke transactie of bij aanvang van achtereenvolgende persoonlijke transacties die namens een en dezelfde persoon worden uitgevoerd indien deze instructies worden gewijzigd of nieuwe instructies worden gegeven.
- (43)
De bevoegde autoriteiten mogen de vergunning om beleggingsdiensten of -activiteiten te verrichten, niet afhankelijk stellen van een algemeen verbod op uitbesteding van een of meer kritieke of belangrijke taken. Beleggingsondernemingen moeten dergelijke taken mogen uitbesteden als de uitbestedingsovereenkomsten van de onderneming aan bepaalde voorwaarden voldoen.
- (44)
De uitbesteding van beleggingsdiensten of -activiteiten of van kritieke en belangrijke taken kan een materiële wijziging van de voorwaarden voor de vergunningverlening aan de beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 21, lid 2, van Richtlijn 2014/65/EU behelzen. Indien dergelijke uitbestedingsregelingen worden aangegaan nadat aan de beleggingsonderneming overeenkomstig hoofdstuk I van titel II van Richtlijn 2014/65/EU een vergunning is verleend, moeten deze regelingen bij de bevoegde autoriteit worden gemeld wanneer zulks op grond van artikel 21, lid 2, van die richtlijn vereist is.
- (45)
De omstandigheden die moeten worden beschouwd als omstandigheden die een belangenconflict doen ontstaan, moeten betrekking hebben op gevallen waarin een conflict optreedt tussen enerzijds de belangen van de onderneming of bepaalde met de onderneming verbonden personen of de groep waarvan de onderneming deel uitmaakt, en de plicht van de onderneming jegens de cliënt, of tussen de verschillende belangen van twee of meer van haar cliënten, ten opzichte van wie de onderneming een plicht heeft. Het feit dat een onderneming een voordeel kan behalen zonder dat daar een mogelijk nadeel voor een cliënt tegenover staat, of dat een cliënt jegens wie de onderneming een plicht heeft, een voordeel kan behalen zonder dat daar een verlies voor een van haar andere cliënten tegenover staat, is op zich niet voldoende.
- (46)
Belangenconflicten mogen alleen worden gereglementeerd wanneer een beleggingsonderneming een beleggings- of een nevendienst verricht. De status van de cliënt voor wie de dienst wordt verricht — een niet-professionele belegger, een professionele belegger of een in aanmerking komende tegenpartij — mag hierbij niet van belang zijn.
- (47)
Om te voldoen aan haar in Richtlijn 2014/65/EU neergelegde verplichting om een beleid inzake belangenconflicten vast te stellen dat de omstandigheden omschrijft die een belangenconflict vormen of kunnen doen ontstaan, moet de beleggingsonderneming bijzondere aandacht besteden aan onderzoek op beleggingsgebied en de verlening van beleggingsadvies, handel voor eigen rekening, vermogensbeheer en activiteiten op het gebied van bedrijfsfinanciering, met inbegrip van het overnemen of verkopen bij een aanbieding van effecten en de advisering over fusies en overnamen. Met name is deze speciale aandacht aangewezen wanneer de onderneming of een persoon die direct of indirect met haar verbonden is door een zeggenschapsband, een combinatie van twee of meer van deze activiteiten verricht.
- (48)
Beleggingsondernemingen moeten zich ten doel stellen de belangenconflicten die zich in de afzonderlijke divisies en bij de activiteiten van hun groep voordoen, in het kader van een alomvattend beleid inzake belangenconflicten te onderkennen en te voorkomen of beheren. Hoewel de openbaarmaking van specifieke belangenconflicten vereist is krachtens artikel 23, lid 2, van Richtlijn 2014/65/EU mag er slechts in laatste instantie gebruik van worden gemaakt in omstandigheden waarin de door de beleggingsonderneming opgezette organisatorische en administratieve regelingen om overeenkomstig artikel 23, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU belangenconflicten te voorkomen en te beheren, niet volstaan om met redelijke zekerheid te kunnen waarborgen dat het belang van de cliënt gevrijwaard zal blijven. Passende aandacht voor doelmatige manieren om conflicten te voorkomen of te beheren, primeert boven openbaarmaking. De openbaarmaking van belangenconflicten door een beleggingsonderneming mag haar niet vrijwaren van de verplichting om de in het kader van artikel 16, lid 3, van Richtlijn 2014/65/EU vereiste doeltreffende organisatorische en administratieve regelingen te treffen en te handhaven.
- (49)
Ondernemingen moeten steeds voldoen aan de voorschriften betreffende inducements in artikel 24 van Richtlijn 2014/65/EU, ook bij het plaatsen van orders. Zo moeten de vergoedingen die beleggingsondernemingen ontvangen voor het plaatsen van uitgegeven financiële instrumenten bij hun beleggingscliënten in overeenstemming zijn met deze bepalingen en moeten laddering en spinning als misbruik worden beschouwd.
- (50)
Onderzoek op beleggingsgebied moet een subklasse vormen van het type informatie dat in Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad (6) (marktmisbruik) als een aanbeveling wordt gedefinieerd.
- (51)
De door een beleggingsonderneming getroffen maatregelen en regelingen om de belangenconflicten te beheren die kunnen voortvloeien uit de productie en verspreiding van materiaal dat als onderzoek op beleggingsgebied wordt voorgesteld, moeten toereikend zijn om de objectiviteit en onafhankelijkheid te beschermen van financiële analisten en van het door hen geproduceerde onderzoek op beleggingsgebied. Deze maatregelen en regelingen moeten ervoor zorgen dat financieel analisten voldoende afstand nemen van de belangen van degenen van wie redelijkerwijs mag worden aangenomen dat hun verantwoordelijkheden of zakelijke belangen in strijd zijn met de belangen van degenen onder wie het onderzoek op beleggingsgebied wordt verspreid.
- (52)
Tot degenen van wie redelijkerwijze mag worden aangenomen dat hun verantwoordelijkheden of zakelijke belangen in strijd zijn met de belangen van de personen onder wie onderzoek op beleggingsgebied wordt verspreid, moeten ook medewerkers worden gerekend die actief zijn op het gebied van bedrijfsfinanciering, alsmede degenen die in naam van cliënten of de onderneming verkopen en handelen.
- (53)
Tot de uitzonderingsgevallen waarin financieel analisten en andere met de beleggingsonderneming verbonden personen die betrokken zijn bij onderzoek op beleggingsgebied, met voorafgaande schriftelijke toestemming wel persoonlijke transacties mogen verrichten in instrumenten waarop het onderzoek op beleggingsgebied betrekking heeft, mogen ook situaties worden gerekend waarin de financieel analist of een andere persoon zich om persoonlijke, met financiële moeilijkheden verband houdende redenen gedwongen ziet een positie te liquideren.
- (54)
Provisies, commissies of geldelijke of niet-geldelijke tegemoetkomingen die de onderzoek op beleggingsgebied verrichtende onderneming van derde partijen ontvangt, mogen alleen worden geaccepteerd wanneer ze worden verstrekt in overeenstemming met de vereisten als bedoeld in artikel 24, lid 9, van Richtlijn 2014/65/EU en artikel 13 van Gedelegeerde Verordening[lees: Richtlijn] (EU) 2017/593 van de Commissie (7).
- (55)
Tot de verspreiding van onderzoek op beleggingsgebied onder cliënten of het publiek dient niet te worden gerekend: de verspreiding uitsluitend onder personen binnen de groep waarvan de beleggingsonderneming deel uitmaakt. Als actuele aanbevelingen moeten worden aangemerkt: de aanbevelingen vervat in onderzoek op beleggingsgebied die niet zijn ingetrokken of vervallen. Een ingrijpende wijziging van door derden geproduceerd onderzoek op beleggingsgebied moet aan dezelfde eisen voldoen als de productie van onderzoek.
- (56)
Financieel analisten mogen zich niet inlaten met andere activiteiten dan het voorbereiden van onderzoek op beleggingsgebied wanneer die andere activiteiten onverenigbaar zijn met de waarborging van hun objectiviteit. Dit omvat deelname aan zakenbankactiviteiten als bedrijfsfinanciering en overneming, aan pitches voor nieuwe bedrijven of roadshows voor nieuwe emissies van financiële instrumenten, of aan andere vormen van marketing ten behoeve van emittenten.
- (57)
Gelet op de specifieke kenmerken van overneming en plaatsing en de kans op belangenconflicten in verband met deze diensten moeten in deze verordening meer gedetailleerde en specifiekere voorschriften worden opgenomen. Dergelijke voorschriften moeten er meer bepaald voor zorgen dat het proces van overneming en plaatsing wordt beheerd op een wijze die recht doet aan de belangen van de partijen. Beleggingsondernemingen moeten er zorg voor dragen dat hun eigen belangen of de belangen van hun andere cliënten geen ongewenste invloed uitoefenen op de kwaliteit van de dienstverlening aan de emissiecliënt. Dergelijke regelingen moeten aan de cliënt worden uitgelegd, in combinatie met andere relevante informatie over het aanbiedingsproces vooraleer de onderneming de aanbieding doet.
- (58)
Bij overneming of plaatsing betrokken beleggingsondernemingen dienen de nodige regelingen te treffen om ervoor te zorgen dat de prijsstelling, waaronder book-building, de belangen van de emittent niet schaadt.
- (59)
Het plaatsingsproces houdt in dat een beleggingsonderneming oordeelt over de toewijzing van een emissie en is gebaseerd op de specifieke feiten en omstandigheden van de regelingen, hetgeen aanleiding geeft tot bezorgdheid over belangenconflicten. De onderneming moet beschikken over doeltreffende voorschriften van organisatorische aard om ervoor te zorgen dat in het kader van het plaatsingsproces gedane toewijzingen er niet toe leiden dat het belang van het bedrijf primeert op de belangen van de emissiecliënt, of dat de belangen van één beleggingscliënt primeren op die van een andere beleggingscliënt. In het bijzonder moeten ondernemingen het proces ter ontwikkeling van toewijzingsaanbevelingen duidelijk vaststellen in een toewijzingsbeleid.
- (60)
De voorschriften van deze verordening voor onder meer persoonlijke transacties, handel met kennis van onderzoek op beleggingsgebied en de productie en verspreiding van onderzoek op beleggingsgebied, mogen geen afbreuk doen aan voorschriften van Richtlijn 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 596/2014 en hun respectieve uitvoeringsmaatregelen.
- (61)
Deze verordening bevat voorschriften met betrekking tot informatie voor cliënten of potentiële cliënten, met inbegrip van publicitaire mededelingen, om ervoor te zorgen dat deze informatie correct, duidelijk en niet-misleidend is overeenkomstig artikel 24, lid 3, van Richtlijn 2014/65/EU.
- (62)
Deze verordening schrijft niet voor dat de bevoegde autoriteiten hun goedkeuring moeten hechten aan de vorm en inhoud van publicitaire mededelingen. Zij vormt daarvoor echter evenmin een beletsel, mits zo'n goedkeuring vooraf alleen berust op de nakoming van de in Richtlijn 2014/65/EU neergelegde verplichting dat informatie, voor cliënten of potentiële cliënten, met inbegrip van publicitaire mededelingen, correct, duidelijk en niet misleidend moet zijn.
- (63)
Er moeten informatievoorschriften worden vastgesteld waarin rekening wordt gehouden met de status van een cliënt als niet-professionele belegger, professionele belegger of in aanmerking komende tegenpartij. Richtlijn 2014/65/EU heeft onder meer ten doel een passend evenwicht te waarborgen tussen enerzijds bescherming van de belegger en anderzijds de informatieverplichtingen van beleggingsondernemingen. Daartoe is het aangewezen ten aanzien van professionele cliënten minder stringente informatievereisten vast te stellen dan ten aanzien van niet-professionele cliënten.
- (64)
Beleggingsondernemingen moeten cliënten of potentiële cliënten goed informeren over de aard van de financiële instrumenten en de eraan verbonden beleggingsrisico's. De mate van gedetailleerdheid van de informatie kan verschillen al naargelang de cliënt een niet-professionele of een professionele cliënt is en afhankelijk van de aard en het risicoprofiel van de aangeboden financiële instrumenten, maar moet altijd de wezenlijke elementen bevatten. De lidstaten mogen de precieze bewoordingen of de inhoud specificeren van de in het kader van deze verordening vereiste beschrijving van de risico's en houden daarbij rekening met de in Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad (8) vastgestelde informatievoorschriften.
- (65)
De voorwaarden waaraan informatie van beleggingsondernemingen aan cliënten en potentiële cliënten moet voldoen om als correct, duidelijk en niet-misleidend te worden aangemerkt, moeten op een passende en evenredige wijze worden toegepast op mededelingen aan niet-professionele of professionele cliënten, waarbij rekening wordt gehouden met bijvoorbeeld het communicatiemiddel en de informatie die met de mededeling aan de cliënten of potentiële cliënten wordt overgebracht. Met name zou het niet passend zijn om dergelijke voorwaarden toe te passen op publicitaire mededelingen die slechts bestaan uit een of meer van de volgende elementen: de naam van de onderneming, een logo of ander beeldmerk dat met de onderneming in verband wordt gebracht, een contactadres, of een verwijzing naar de soorten door de onderneming verrichte beleggingsdiensten.
- (66)
Met het oog op consistentere informatie voor beleggers moeten beleggingsondernemingen er zorg voor dragen dat de in alle vormen van voorlichtings- en marketingmateriaal aan de cliënt verstrekte informatie consequent in steeds dezelfde taal wordt aangeboden. Dit mag ondernemingen evenwel niet verplichten tot het vertalen van prospectussen die zijn opgesteld in overeenstemming met Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad (9) of Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad (10) en die aan cliënten zijn verstrekt.
- (67)
Ten behoeve van een eerlijke en evenwichtige voorstelling van de voordelen en de risico's moeten beleggingsondernemingen altijd een accurate en duidelijke indicatie verschaffen van de relevante risico's, met inbegrip van nadelen en zwakke punten, wanneer ze de potentiële voordelen van een dienst of een financieel instrument belichten.
- (68)
Informatie moet als misleidend worden aangemerkt als deze neigt naar misleiding van de persoon of personen tot wie ze is gericht of die deze waarschijnlijk ontvangt of ontvangen, ongeacht of de informatieverstrekker zelf deze misleidend acht of misleiding beoogt.
- (69)
Wanneer een beleggingsonderneming een cliënt vóór de verrichting van een dienst informatie moet verschaffen, hoeft elke afzonderlijke transactie in hetzelfde soort financieel instrument niet te worden aangemerkt als de verrichting van een nieuwe of andere dienst.
- (70)
Gedetailleerde informatie over de vraag of beleggingsadvies op onafhankelijke basis wordt verstrekt, over de ruime of beperkte analyse van verschillende soorten instrumenten en over het toegepaste selectieproces moet de cliënten helpen bij het beoordelen van de reikwijdte van het verstrekte advies. De cliënten moeten voldoende details over het aantal door de ondernemingen geanalyseerde financiële instrumenten krijgen. Het aantal en de verscheidenheid van de in overweging te nemen financiële instrumenten, die verschillen van de instrumenten die door de betrokken beleggingsonderneming of entiteiten dicht bij de onderneming worden aangeboden, moeten evenredig zijn met de reikwijdte van het te verstrekken advies en de voorkeuren en behoeften van de cliënt. Ongeacht de reikwijdte van de aangeboden diensten moeten alle beoordelingen evenwel zijn gebaseerd op een toereikend aantal op de markt verkrijgbare financiële instrumenten om naar behoren rekening te kunnen houden met wat op de markt als alternatief wordt aangeboden.
- (71)
De reikwijdte van door beleggingsondernemingen op onafhankelijke basis verstrekt advies kan variëren van breed en algemeen tot specifiek en specialistisch. Opdat de reikwijdte van het advies een billijke en passende vergelijking tussen verschillende financiële instrumenten mogelijk zou maken, moeten beleggingsadviseurs die in bepaalde categorieën financiële instrumenten gespecialiseerd zijn en criteria hanteren die niet enkel uitgaan van de technische structuur van het instrument, zoals ‘groene’ of ‘ethische beleggingen’, aan bepaalde voorwaarden voldoen wanneer zij zich als onafhankelijke adviseur aanbieden.
- (72)
Als een zelfde adviseur zowel onafhankelijk als niet-onafhankelijk advies mag verstrekken, kan dat bij de cliënt voor verwarring zorgen. Opdat cliënten inzicht zouden krijgen in de aard en de grondslag van het verstrekte beleggingsadvies moeten eveneens bepaalde organisatorische vereisten worden vastgesteld.
- (73)
Als een beleggingsonderneming aan een cliënt een exemplaar verstrekt van een prospectus dat is opgesteld en gepubliceerd overeenkomstig Richtlijn 2003/71/EG mag dit niet worden gezien als de verstrekking door de onderneming van informatie aan een cliënt voor de toepassing van de voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening uit hoofde van Richtlijn 2014/65/EU die betrekking hebben op de kwaliteit en inhoud van deze informatie indien de onderneming in het kader van die richtlijn zelf niet verantwoordelijk is voor de informatie die in het prospectus wordt gegeven.
- (74)
Richtlijn 2014/65/EU versterkt de verplichtingen van beleggingsondernemingen om informatie over alle kosten en lasten te verstrekken en breidt deze verplichtingen uit tot relaties met in aanmerking komende tegenpartijen en professionele cliënten. Om ervoor te zorgen dat de grotere transparantie inzake kosten en lasten alle categorieën van cliënten ten goede komt, moeten beleggingsondernemingen in bepaalde situaties bij het verrichten van beleggingsdiensten voor professionele cliënten of in aanmerking komende tegenpartijen met deze cliënten kunnen afspreken de gedetailleerde voorschriften van deze verordening te beperken. Dit mag echter nooit betekenen dat de voor beleggingsondernemingen krachtens artikel 24, lid 4, van Richtlijn 2014/65/EU geldende verplichtingen niet meer worden toegepast. In dit verband dienen beleggingsondernemingen professionele cliënten te informeren over alle kosten en lasten als uiteengezet in deze verordening, wanneer beleggingsadvies of vermogensbeheersdiensten worden verleend of wanneer, ongeacht de verleende beleggingsdienst, de betrokken financiële instrumenten een derivaat behelzen. Beleggingsondernemingen moeten in aanmerking komende tegenpartijen ook informeren over alle kosten en lasten als vermeld in deze verordening wanneer, ongeacht de verleende beleggingsdienst, het betrokken financieel instrument een derivaat behelst en aan hun cliënten zal worden aangeboden. In andere gevallen echter, bij het verlenen van beleggingsdiensten aan professionele cliënten of in aanmerking komende tegenpartijen, kunnen beleggingsondernemingen ermee instemmen — bijvoorbeeld op verzoek van de betrokken cliënt — om geen illustratie van het cumulatieve effect van de kosten op het rendement of geen indicatie van de desbetreffende valuta en de toepasselijke omrekeningskoersen en wisselkosten te verstrekken, wanneer een deel van de totale kosten en lasten in vreemde valuta wordt uitgedrukt.
- (75)
Rekening houdend met de algemene verplichting om te handelen in overeenstemming met het belang van de cliënt en het belang van voorafgaande voorlichting van de cliënten met betrekking tot alle te verwachten kosten en lasten moet de verwijzing naar aanbevolen of verhandelde financiële instrumenten onder meer slaan op beleggingsondernemingen die beleggingsadvies of portefeuillebeheer aanbieden, ondernemingen die algemene aanbevelingen over financiële instrumenten doen of die bepaalde financiële instrumenten aanprijzen bij het leveren van beleggings- en nevendiensten aan cliënten. Dit zou bijvoorbeeld het geval zijn voor beleggingsondernemingen die overeenkomsten voor distributie of plaatsing met een ontwikkelaar of emittent van producten hebben gesloten.
- (76)
In overeenstemming met de algemene verplichting om te handelen in overeenstemming met het belang van de klant en rekening houdend met de verplichtingen die voortvloeien uit de specifieke wetgeving van de Unie ter regulering van bepaalde financiële instrumenten (met name de rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging en verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP's)) moeten beleggingsondernemingen alle kosten en lasten bekendmaken en aggregeren, met inbegrip van de kosten van het financiële instrument, in alle gevallen waarin beleggingsondernemingen overeenkomstig de wetgeving van de Unie verplicht zijn de cliënt informatie te verstrekken over de kosten van een financieel instrument.
- (77)
Wanneer beleggingsondernemingen een financieel instrument niet op de markt hebben aangeboden of aanbevolen of volgens het recht van de Unie niet verplicht zijn klanten informatie te verstrekken over de kosten van een financieel instrument, zijn zij mogelijk niet bij machte rekening te houden met alle kosten voor dat financiële instrument. Zelfs in die restgevallen moeten beleggingsondernemingen cliënten op voorhand over alle kosten en lasten van de beleggingsdienst en de aanschafprijs van het desbetreffende financiële instrument informeren. Voorts dienen beleggingsondernemingen te voldoen aan alle overige verplichtingen om passende informatie over de risico's van het betrokken financiële instrument te verstrekken overeenkomstig artikel 24, lid 4, onder b), van Richtlijn 2014/65/EU of om cliënten achteraf adequate rapporten voor te leggen over de overeenkomstig artikel 25, lid 6, van Richtlijn 2014/65/EU verleende diensten, waarin ook kostenelementen worden belicht.
- (78)
Om te garanderen dat cliënten zich bewust zijn van alle te verwachten kosten en lasten en met het oog op een beoordeling van die informatie en een vergelijking met verschillende financiële instrumenten en beleggingsdiensten moeten beleggingsondernemingen cliënten geruime tijd vóór de verrichting van diensten duidelijke en begrijpelijke informatie over alle kosten en lasten verschaffen. Voorafgaande informatie over de kosten met betrekking tot het financiële instrument of de nevendienst kan worden verstrekt op basis van een verondersteld beleggingsbedrag. De openbaar gemaakte kosten en lasten moeten wel de kosten weergeven die de cliënt op basis van dat veronderstelde beleggingsbedrag daadwerkelijk zou maken. Indien bijvoorbeeld een beleggingsonderneming een scala van doorlopende diensten met verschillende kosten al naargelang de dienst aanbiedt, moet de onderneming de kosten openbaar maken die betrekking hebben op de dienst waarop de cliënt heeft ingetekend. Voor openbaarmakingen achteraf moet de informatie over kosten en lasten het werkelijke beleggingsbedrag van de cliënt op het moment van openbaarmaking weerspiegelen.
- (79)
Om ervoor te zorgen dat beleggers informatie over alle kosten en lasten uit hoofde van artikel 24, lid 4, van Richtlijn 2014/65/EU ontvangen, moet het onderliggende marktrisico worden opgevat als uitsluitend betrekking hebbend op de schommelingen in de waarde van het belegde kapitaal die rechtstreeks het gevolg zijn van schommelingen in de waarde van de onderliggende activa. Transactiekosten en lopende kosten voor financiële instrumenten moeten daarom ook worden opgenomen in de vereiste aggregatie van kosten en lasten en moeten worden geraamd op basis van redelijke aannamen, vergezeld van een verklaring dat dergelijke ramingen zijn gebaseerd op aannamen en kunnen afwijken van de werkelijke kosten en lasten. In diezelfde optiek mogen praktijken waarbij sprake is van ‘verrekening’ van kosten niet worden uitgezonderd van de verplichting om informatie over de kosten en lasten te verstrekken. De openbaarmaking van kosten en lasten berust op het beginsel dat elk verschil tussen de prijs van een positie voor de onderneming en de respectieve prijs voor de klant openbaar moet worden gemaakt, inclusief toeslagen en afwaarderingen.
- (80)
Terwijl beleggingsondernemingen alle kosten en lasten in overeenstemming met artikel 24, lid 4, van Richtlijn 2014/65/EU moeten aggregeren en de totale kosten uitgedrukt als geldbedrag en als percentage aan de cliënten moeten voorleggen, moet beleggingsondernemingen bovendien worden toegestaan cliënten of potentiële cliënten afzonderlijke cijfers voor te leggen die bestaan uit geaggregeerde initiële kosten en lasten, geaggregeerde lopende kosten en lasten en geaggregeerde uitstapkosten.
- (81)
Beleggingsondernemingen die financiële instrumenten aanbieden met ontoereikende informatie over de kosten en lasten ervan moeten hun cliënten aanvullende informatie over deze kosten verschaffen alsook over alle andere kosten en bijbehorende lasten in verband met het verrichten van beleggingsdiensten met betrekking tot die financiële instrumenten om zo het recht van cliënten op volledige openbaarmaking van kosten en lasten te vrijwaren. Dit zou het geval zijn voor beleggingsondernemingen die rechten van deelneming in instellingen voor collectieve belegging aanbieden waarvoor geen transactiekosten zijn verstrekt met betrekking tot bijvoorbeeld rechten van deelneming in een icbe-beheermaatschappij. In die gevallen moeten de beleggingsondernemingen contact opnemen met de icbe-beheermaatschappijen om de relevante informatie te verkrijgen.
- (82)
Met het oog op grotere transparantie voor cliënten betreffende de kosten en het rendement van hun beleggingen ten opzichte van de evolutie van de desbetreffende kosten en lasten moet ook worden gezorgd voor periodieke openbaarmaking achteraf, wanneer de beleggingsondernemingen tijdens het jaar een lopende relatie met de cliënt hebben of gehad hebben. Openbaarmaking achteraf van alle relevante kosten en lasten moet op gepersonaliseerde basis gebeuren. Periodieke openbaarmaking achteraf mag gebeuren op basis van bestaande rapportageverplichtingen, zoals verplichtingen voor ondernemingen die andere orders uitvoeren dan vermogensbeheer, portefeuillebeheer of het aanhouden van financiële instrumenten of fondsen van cliënten.
- (83)
De door een beleggingsonderneming aan cliënten te verstrekken informatie over de kosten en bijbehorende lasten bevat ook nadere gegevens over de regelingen voor betaling of uitvoering van de overeenkomst voor de verrichting van beleggingsdiensten en over alle andere overeenkomsten die betrekking hebben op een financieel instrument dat wordt aangeboden. In dit verband zijn betalingsregelingen gewoonlijk van belang wanneer een contract inzake een financieel instrument wordt beëindigd middels afwikkeling in contanten. Uitvoeringsregelingen zijn gewoonlijk van belang wanneer bij beëindiging van het contract inzake een financieel instrument aandelen, obligaties, een warrant, edelmetaal of een ander instrument of een andere grondstof moeten worden geleverd.
- (84)
Voor de toetsing van de geschiktheid als bedoeld in artikel 25, lid 2, van Richtlijn 2014/65/EU en de toetsing van de passendheid als bedoeld in artikel 25, lid 3, van die richtlijn moeten aparte voorschriften worden vastgesteld. Deze toetsingen verschillen immers in die zin dat ze niet worden toegepast op dezelfde beleggingsdiensten en evenmin dezelfde functies en kenmerken hebben.
- (85)
Beleggingsondernemingen moeten de aandacht van de cliënten vestigen op en in het geschiktheidsrapport informatie opnemen over de kans dat de aanbevolen diensten of instrumenten de niet-professionele cliënt tot een periodieke herziening van de desbetreffende regelingen nopen. Dit heeft onder meer betrekking op situaties waarin een cliënt wellicht advies zal moeten inwinnen om een beleggingsportefeuille opnieuw te doen aansluiten bij de oorspronkelijke aanbevolen toewijzing wanneer het waarschijnlijk is dat de portefeuille van de beoogde toewijzing van activa kan afwijken.
- (86)
Om rekening te houden met marktontwikkelingen en te zorgen voor een gelijk niveau van beleggersbescherming moet worden verduidelijkt dat beleggingsondernemingen verantwoordelijk moeten blijven voor het uitvoeren van geschiktheidsbeoordelingen wanneer beleggingsadvies of diensten van vermogensbeheer geheel of gedeeltelijk via een automatisch of semi-automatisch systeem worden verstrekt.
- (87)
In overeenstemming met de krachtens artikel 25, lid 2, van Richtlijn 2014/65/EU vereiste geschiktheidsbeoordeling moet ook worden verduidelijkt dat beleggingsondernemingen niet alleen een geschiktheidsbeoordeling moeten uitvoeren met betrekking tot aanbevelingen om een financieel instrument te kopen, maar ook voor alle beslissingen om te handelen, met inbegrip van de beslissing om een belegging al dan niet te kopen, te verkopen of aan te houden.
- (88)
Voor de toepassing van artikel 25, lid 2, van Richtlijn 2014/65/EU kan een transactie vanwege de aan de desbetreffende financiële instrumenten verbonden risico's, het soort transactie, de kenmerken van het order of de frequentie van de handel ongeschikt zijn voor de cliënt of potentiële cliënt. Een reeks transacties die ieder afzonderlijk beschouwd geschikt zijn, kan ongeschikt zijn als de aanbeveling of de handelsbeslissingen op elkaar volgen in een frequentie die niet in het belang van de cliënt is. Bij vermogensbeheer kan een transactie ook ongeschikt zijn als deze resulteert in een ongeschikte portefeuille.
- (89)
Een aanbeveling, verzoek of advies van een vermogensbeheerder aan een cliënt om een machtiging te verlenen of te wijzigen die de speelruimte van de vermogensbeheerder bepaalt, moet worden aangemerkt als een aanbeveling als vermeld in artikel 25, lid 2, van Richtlijn 2014/65/EU.
- (90)
Om de nodige rechtszekerheid te creëren en cliënten een beter inzicht in de aard van de verrichte diensten te verschaffen, moeten beleggingsondernemingen die beleggingsdiensten of nevendiensten verrichten met de cliënt een schriftelijke basisovereenkomst sluiten, waarin de belangrijkste rechten en plichten van de onderneming en de cliënt worden vastgelegd.
- (91)
Deze verordening schrijft niet voor dat de bevoegde autoriteiten hun goedkeuring moeten hechten aan de inhoud van de basisovereenkomst tussen een beleggingsonderneming en haar cliënten. Zij vormt daartoe evenmin een beletsel, mits zo'n goedkeuring alleen berust op de nakoming door de onderneming van haar verplichtingen uit hoofde van Richtlijn 2014/65/EU om zich op loyale, billijke en professionele wijze in te zetten voor de belangen van haar cliënten en een dossier aan te leggen waarin de rechten en plichten van beleggingsondernemingen en hun cliënten worden beschreven, alsmede de overige voorwaarden waaronder de onderneming diensten voor haar cliënten verricht.
- (92)
De gegevens die een beleggingsonderneming moet bijhouden, moeten aangepast zijn aan de aard van de bedrijfsactiviteit en het gamma verrichte beleggingsdiensten en -activiteiten, mits aan de in Richtlijn 2014/65/EU, Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad (11), Verordening (EU) nr. 596/2014, Richtlijn 2014/57/EU van het Europees Parlement en de Raad (12) en in deze verordening vastgelegde verplichtingen inzake het bijhouden van gegevens is voldaan en de bevoegde autoriteiten hun toezichttaken kunnen vervullen en handhavingsmaatregelen kunnen uitvoeren met het oog op de bescherming van beleggers en de integriteit van de markt.
- (93)
Gelet op het belang van verslagen en periodieke mededelingen aan alle cliënten en de uitbreiding van artikel 25, lid 6, van Richtlijn 2014/65/EU tot de relatie met in aanmerking komende tegenpartijen moeten de rapportageverplichtingen in deze verordening voor alle categorieën van cliënten gelden. Rekening houdend met de aard van de interactie met in aanmerking komende tegenpartijen moeten beleggingsondernemingen overeenkomsten tot vaststelling van de specifieke inhoud en timing van de rapportage kunnen sluiten die verschillen van de overeenkomsten die op niet-professionele en professionele cliënten van toepassing zijn.
- (94)
Wanneer een beleggingsonderneming die vermogensbeheerdiensten verricht, aan cliënten of mogelijke cliënten informatie moet verstrekken over de soorten financiële instrumenten die in de portefeuille van de cliënt mogen worden opgenomen en over de soorten transacties die mogen worden verricht in deze instrumenten, moet in deze informatie afzonderlijk worden aangegeven of de beleggingsonderneming gemachtigd wordt om te beleggen in financiële instrumenten die niet tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten, in derivaten of in niet-liquide of zeer volatiele instrumenten; dan wel om short sales of aankopen met geleende middelen, effectenfinancieringstransacties, of transacties die margebetalingen, het stellen van zekerheden of valutarisico's meebrengen, te verrichten.
- (95)
De cliënten moeten op de hoogte worden gebracht van de resultaten van hun portefeuille en van de depreciaties van hun initiële investeringen. In het geval van vermogensbeheer moet de trigger worden vastgesteld op een depreciatie van 10 % en op veelvouden van 10 % van de totale waarde van de totale portefeuille en mag deze niet worden toegepast op individuele ondernemingen.
- (96)
Voor de toepassing van de rapportageverplichtingen voor vermogensbeheer moet een transactie waarbij een voorwaardelijke verplichting is aangegaan voor de cliënt feitelijke of mogelijke verplichtingen meebrengen die verder gaan dan de aanschafkosten van het instrument.
- (97)
Voor de toepassing van de voorschriften voor rapportage aan cliënten moet onder een verwijzing naar de soort order worden verstaan een verwijzing naar het ordertype, zoals limietorder, marktorder of enigerlei ander specifiek ordertype.
- (98)
Voor de toepassing van de voorschriften voor rapportage aan cliënten moet onder een verwijzing naar de aard van het order worden verstaan een verwijzing naar een order om op effecten in te schrijven of een optie uit te oefenen, of naar een soortgelijk order van een cliënt.
- (99)
Bij de vaststelling van haar uitvoeringsbeleid overeenkomstig artikel 27, lid 4, van Richtlijn 2014/65/EU moet een beleggingsonderneming het relatieve gewicht van de in artikel 27, lid 1, van die richtlijn genoemde factoren bepalen, of in ieder geval vastleggen hoe zij het relatieve gewicht van deze factoren bepaalt om het best mogelijke resultaat voor haar cliënten te kunnen behalen. Ter uitvoering van dit beleid moet een beleggingsonderneming de plaatsen van uitvoering uitkiezen die haar in staat stellen om consistent het best mogelijke resultaat bij de uitvoering van orders van cliënten te behalen. Om aan de wettelijke verplichting tot optimale uitvoering te voldoen, zullen beleggingsondernemingen bij het toepassen van de criteria voor optimale uitvoering voor professionele beleggers doorgaans niet dezelfde plaatsen van uitvoering voor effectenfinancieringstransacties (SFT's) en andere transacties gebruiken. Dit komt doordat de SFT's worden gebruikt als bron van financiering tegen de voorwaarde dat de leningnemer op een latere datum gelijkwaardige effecten teruggeeft en doordat de voorwaarden van SFT's doorgaans vóór de uitvoering bilateraal tussen de tegenpartijen worden bepaald. Daarom is de keuze van plaatsen van uitvoering voor SFT's beperkter dan in het geval van andere transacties, omdat die afhangt van de specifieke tussen de tegenpartijen vooraf afgesproken voorwaarden en van het feit of er op die plaatsen van uitvoering een specifieke vraag naar de betrokken financiële instrumenten bestaat. In het orderuitvoeringsbeleid van beleggingsondernemingen moet derhalve rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken van SFT's en moeten de plaatsen van uitvoering voor SFT's afzonderlijk worden weergegeven. Een beleggingsonderneming moet haar uitvoeringsbeleid op elke order van een cliënt die zij uitvoert, zodanig toepassen dat voor de cliënt overeenkomstig dit beleid het best mogelijke resultaat wordt behaald.
- (100)
Om ervoor te zorgen dat beleggingsondernemingen die orders van cliënten voor uitvoering bij andere entiteiten doorgeven of plaatsen, in het belang van hun cliënten handelen in overeenstemming met artikel 24, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU en artikel 24, lid 4, van Richtlijn 2014/65/EU om cliënten passende informatie over de onderneming en haar diensten te verschaffen, moeten beleggingsondernemingen cliënten passende informatie verschaffen over de vijf beste entiteiten voor elke klasse van financiële instrumenten waarvoor zij orders van cliënten doorgeven of plaatsen en cliënten informatie verschaffen over de uitvoeringskwaliteit overeenkomstig artikel 27, lid 6, van Richtlijn 2014/65/EU en de bijbehorende uitvoeringsmaatregelen. Beleggingsondernemingen die orders ter uitvoering doorgeven aan of plaatsen bij andere entiteiten, mogen slechts één enkele entiteit voor de uitvoering ervan selecteren wanneer zij kunnen aantonen dat zij aldus in staat zijn steeds het best mogelijke resultaat voor hun cliënten te behalen en wanneer zij redelijkerwijze mogen verwachten dat de geselecteerde entiteit hen in staat zal stellen resultaten voor hun cliënten te behalen die ten minste even goed zijn als de resultaten die zij redelijkerwijze zouden mogen verwachten indien zij voor de uitvoering van de orders een beroep op alternatieve entiteiten zouden doen. Deze redelijke verwachting dient te worden gestaafd door overeenkomstig artikel 27 van Richtlijn 2014/65/EU gepubliceerde relevante gegevens, dan wel door interne analyses van deze beleggingsondernemingen.
- (101)
Om ervoor te zorgen dat een beleggingsonderneming bij de uitvoering van een order van een niet-professionele cliënt voor deze cliënt het best mogelijke resultaat behaalt als er geen specifieke instructies zijn gegeven, moet de onderneming rekening houden met alle factoren die haar in staat stellen het best mogelijke resultaat te behalen met betrekking tot de totale tegenprestatie, die bestaat uit de prijs van het financiële instrument en de uitvoeringskosten. Snelheid, waarschijnlijkheid van uitvoering en afwikkeling, omvang en aard van het order, markteffect en eventuele andere impliciete transactiekosten mogen alleen voorrang krijgen boven de directe prijs- en kostenoverwegingen voor zover ze ertoe bijdragen dat voor de niet-professionele cliënt het best mogelijke resultaat wordt behaald gelet op de totale tegenprestatie.
- (102)
Wanneer een beleggingsonderneming een order volgens specifieke instructies van de cliënt uitvoert, moet zij alleen voor het deel of het aspect van het order waarop de instructies van de cliënt betrekking hebben, geacht worden haar verplichtingen inzake optimale uitvoering te zijn nagekomen. Het feit dat de cliënt specifieke instructies heeft gegeven die gelden voor een deel of aspect van het order, mag de beleggingsonderneming niet ontslaan van haar verplichtingen inzake optimale uitvoering voor andere delen of aspecten van het order waarvoor deze instructies niet gelden. Een beleggingsonderneming mag een cliënt er niet toe aanzetten om een instructie te geven om een order op een bepaalde wijze uit te voeren, door de inhoud van de instructie expliciet of impliciet aan de cliënt kenbaar te maken, wanneer de onderneming redelijkerwijs zou moeten weten dat zij door een instructie van die strekking wordt belet het best mogelijke resultaat voor de cliënt te behalen. Dit hoeft een onderneming echter niet te beletten een cliënt te vragen een keuze te maken tussen twee of meer specifieke handelsplatformen, mits deze platformen stroken met het uitvoeringsbeleid van de onderneming.
- (103)
Wanneer een beleggingsonderneming voor eigen rekening met cliënten handelt, moet dit worden aangemerkt als de uitvoering van orders van cliënten en daarom onderworpen zijn aan de eisen uit hoofde van Verordening[lees: Richtlijn] 2014/65/EU en deze verordening, en met name de voorschriften voor een optimale uitvoering. Als een beleggingsonderneming echter aan een cliënt een koers afgeeft en deze koers voldoet aan de verplichtingen van de onderneming uit hoofde van artikel 27, lid 1, van Richtlijn 2014/65/EU als de onderneming bij het afgeven van de koers het order tegen deze koers uitvoert, dan moet de onderneming aan deze zelfde verplichtingen voldoen als zij het order tegen haar koers uitvoert nadat de cliënt deze heeft aanvaard, tenzij de koers gezien de wisselende marktomstandigheden en de tijd die verstreken is tussen opgave en aanvaarding van de koers, duidelijk niet meer actueel is.
- (104)
De verplichting om bij de uitvoering van orders van cliënten het best mogelijke resultaat te behalen, geldt voor alle soorten financiële instrumenten. Wel kan het gezien de onderling uiteenlopende structuren van markten en financiële instrumenten moeilijkheden opleveren om voor een optimale uitvoering een uniforme, voor alle categorieën instrumenten geldende, effectieve standaard en procedure vast te stellen. Daarom moeten de voorschriften voor een optimale uitvoering zodanig worden toegepast dat rekening wordt gehouden met het feit dat de omstandigheden per soort financieel instrument waarvoor een order wordt uitgevoerd, verschillen. Zo zijn transacties in een financieel otc-instrument op maat in het kader van een bijzondere contractuele relatie die op de situatie van de cliënt en de beleggingsonderneming toegesneden is, vanuit het oogpunt van optimale uitvoering wellicht niet vergelijkbaar met transacties in aandelen die op gecentraliseerde plaatsen van uitvoering worden verhandeld. Aangezien de verplichtingen tot optimale uitvoering voor alle financiële instrumenten gelden, ongeacht of zij op handelsplatformen of otc worden verhandeld, moeten beleggingsondernemingen relevante marktgegevens verzamelen om na te gaan of de voor een cliënt aangeboden otc-prijs billijk is en aan de verplichting tot optimale uitvoering voldoet.
- (105)
De voorschriften van deze verordening die betrekking hebben op het uitvoeringsbeleid, mogen geen afbreuk doen aan de algemene plicht van een beleggingsonderneming uit hoofde van artikel 27, lid 7, van Richtlijn 2014/65/EU om toezicht te houden op de effectiviteit van haar regelingen en beleid voor orderuitvoering en de in dat beleid opgenomen plaatsen van uitvoering op gezette tijden aan een analyse te onderwerpen.
- (106)
Deze verordening wil voorkomen dat in het kader van een optimale uitvoering dubbel werk wordt verricht, namelijk door de beleggingsonderneming die orders ontvangt en doorgeeft of vermogen beheert en elke beleggingsonderneming waaraan deze beleggingsonderneming haar orders ter uitvoering doorgeeft.
- (107)
Op grond van de in Richtlijn 2014/65/EU neergelegde verplichting om te zorgen voor een optimale uitvoering, moeten beleggingsondernemingen alle passende maatregelen nemen om voor hun cliënten het best mogelijke resultaat te behalen. De kwaliteit van uitvoering, die aspecten omvat als snelheid en waarschijnlijkheid van uitvoering (zoals de responstijd) en de mogelijkheid en marge voor prijsverbetering, is een factor die voor een optimale uitvoering van groot belang is. Beschikbare, onderling vergelijkbare en geconsolideerde gegevens over de kwaliteit van uitvoering van de verschillende plaatsen van uitvoering zijn voor beleggingsondernemingen en beleggers van cruciaal belang om te kunnen nagaan welke plaatsen van uitvoering voor hun cliënten de hoogste kwaliteit van uitvoering bieden. Om een optimale uitvoering voor een cliënt te realiseren, moeten beleggingsondernemingen relevante gegevens vergelijken en analyseren, waaronder de gegevens die krachtens artikel 27, lid 3, van Richtlijn 2014/65/EU en de bijbehorende uitvoeringsmaatregelen openbaar zijn gemaakt.
- (108)
Orders uitvoerende beleggingsondernemingen moeten in hun beleid een bepaalde plaats van uitvoering kunnen opnemen mits ze kunnen aantonen dat daardoor steeds een optimale uitvoering kan worden gerealiseerd. Beleggingsondernemingen mogen een bepaalde plaats van uitvoering alleen kiezen indien ze redelijkerwijs kunnen verwachten dat deze plaats van uitvoering hen in staat stelt voor cliënten resultaten te verwezenlijken die minstens even goed zijn als de resultaten die ze redelijkerwijs op andere plaatsen van uitvoering kunnen verwachten. Deze redelijke verwachting moeten worden gestaafd door in overeenstemming met artikel 27 van Richtlijn 2014/65/EU openbaar gemaakte relevante gegevens, dan wel door andere interne analyses van de ondernemingen.
- (109)
De herallocatie van transacties moet als nadelig voor een cliënt worden beschouwd als de beleggingsonderneming of een bepaalde cliënt daardoor onrechtmatig wordt bevoordeeld.
- (110)
Onverminderd Verordening (EU) nr. 596/2014 mogen voor de toepassing van de in deze verordening neergelegde bepalingen inzake de verwerking van orders van cliënten orders van cliënten die langs verschillende dragers worden ontvangen en niet in volgorde van ontvangst kunnen worden afgehandeld, niet als overigens vergelijkbaar worden beschouwd. Het feit dat een beleggingsonderneming informatie over een lopend order van een cliënt gebruikt om voor eigen rekening in de financiële instrumenten waarop het order van de cliënt betrekking heeft, of in gelieerde financiële instrumenten te handelen, moet als misbruik van deze informatie worden aangemerkt. Het loutere feit dat marketmakers of instanties die als tegenpartij mogen optreden, zich beperken tot hun legitieme bedrijf van koop en verkoop van financiële instrumenten of dat personen die bevoegd zijn om orders namens derden uit te voeren, zich beperken tot het naar behoren uitvoeren van een order, mag op zichzelf echter niet als misbruik van informatie aangemerkt worden.
- (111)
Bij de beoordeling of een markt voldoet aan de voorwaarde van artikel 33, lid 3, onder a), van Richtlijn 2014/65/EU, dat ten minste 50 % van op deze markt tot de handel toegelaten emittenten kleine en middelgrote ondernemingen zijn, moeten de bevoegde instanties zich soepel opstellen tegenover markten waar nog geen activiteit heeft plaatsgevonden, recent opgerichte kmo's waarvan de financiële instrumenten minder dan drie jaar tot de handel zijn toegelaten en emittenten die uitsluitend andere financiële instrumenten dan eigenvermogensinstrumenten uitgeven.
- (112)
Gezien de diversiteit aan bedrijfsmodellen van de bestaande MTF's die zich toespitsen op het mkb in de Unie en om het succes van de nieuwe categorie van mkb-groeimarkt te verzekeren, dienen mkb-groeimarkten bij de beoordeling van de geschiktheid van emittenten om tot hun handelsplatform te worden toegelaten voldoende flexibiliteit te krijgen. In ieder geval mag een mkb-groeimarkt emittenten geen strengere voorschriften opleggen dan die welke gelden voor emittenten op gereglementeerde markten.
- (113)
Met betrekking tot de inhoud van het toelatingsdocument dat een emittent bij de toelating van zijn effecten tot de handel op een mkb-groeimarkt moet voorleggen, voor zover de overeenkomstig Richtlijn 2003/71/EG vereiste publicatie van een prospectus niet van toepassing is, is het wenselijk dat de bevoegde autoriteiten zelf kunnen beoordelen of de beleggers aan de hand van de door de exploitant van de mkb-groeimarkt vastgestelde voorschriften naar behoren worden geïnformeerd. Terwijl de volle verantwoordelijkheid voor de informatie in het toelatingsdocument bij de emittent moet liggen, is het aan de exploitant van een mkb-groeimarkt om te bepalen hoe het toelatingsdocument het best wordt getoetst. Dit hoeft geen formele goedkeuring door de bevoegde autoriteit of de exploitant in te houden.
- (114)
De publicatie door emittenten van jaarlijkse en halfjaarlijkse financiële verslagen zorgt voor een passend minimumniveau van transparantie dat strookt met de heersende beste praktijken op bestaande op het mkb gerichte markten. Wat de inhoud van financiële verslagen betreft, moet de exploitant van een mkb-groeimarkt zelf kunnen bepalen dat emittenten wier financiële instrumenten op zijn handelsplatform worden verhandeld de internationale standaarden voor financiële verslaglegging hanteren of standaarden voor financiële verslaggeving die door lokale wet- en regelgeving zijn toegestaan, of beide. De termijnen voor de publicatie van financiële verslagen dienen minder strikt te zijn dan die van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad (13), aangezien ruimere termijnen beter lijken te passen bij de omstandigheden en behoeften van het mkb.
- (115)
Aangezien de regels inzake verspreiding van informatie over emittenten op gereglementeerde markten in het kader van Richtlijn 2004/109/EG te omslachtig zouden zijn voor emittenten op mkb-groeimarkten, is het raadzaam de website van de exploitant van de mkb-groeimarkt te gebruiken als verzamelpunt voor beleggers die informatie over de emittenten op dat handelsplatform zoeken. Openbaarmaking op de website van de exploitant van de mkb-groeimarkt kan ook gebeuren via een rechtstreekse link naar de website van de emittent, indien de informatie daar wordt gepubliceerd en rechtstreeks wordt doorgeleid naar het relevante deel van de website van de emittent, waar beleggers de wettelijk verplichte informatie gemakkelijk kunnen vinden.
- (116)
Er dient nader te worden gespecificeerd wanneer een opschorting of uitsluiting van de handel in een financieel instrument de belangen van de belegger of de ordelijke werking van de markt aanzienlijke schade zou kunnen berokkenen. Hierbij is convergentie noodzakelijk om te garanderen dat marktdeelnemers in een lidstaat waar de handel in financiële instrumenten is opgeschort of financiële instrumenten zijn uitgesloten niet worden benadeeld ten opzichte van marktdeelnemers in een andere lidstaat waar deze nog steeds worden verhandeld.
- (117)
Om het vereiste niveau van convergentie te bereiken, is het aangewezen een lijst van omstandigheden te specificeren waaronder de belangen van de beleggers of de ordelijke werking van de markt aanzienlijk worden geschaad aan de hand waarvan een bevoegde nationale autoriteit, een marktexploitant die een gereglementeerde markt exploiteert of een beleggingsonderneming of een marktexploitant die een MTF of een OTF exploiteert, kan afzien van een verzoek tot opschorting of uitsluiting van de handel in een financieel instrument of geen gevolg kan geven aan een daartoe strekkende kennisgeving. Een dergelijke lijst is bij voorkeur niet limitatief omdat de nationale bevoegde autoriteiten dan over een kader beschikken om hun oordeel uit te spreken en voldoende flexibiliteit hebben om individuele gevallen te beoordelen.
- (118)
De artikelen 31, lid 2, en 54, lid 2, van Richtlijn 2014/65/EU verplichten beleggingsondernemingen en marktdeelnemers die een MTF of een OTF gebruiken en exploitanten van gereglementeerde markten ertoe onder bepaalde omstandigheden hun nationale bevoegde autoriteiten onverwijld op de hoogte te stellen. Dat is nodig om ervoor te zorgen dat de nationale bevoegde instanties hun regelgevende taken kunnen vervullen en tijdig informatie ontvangen over relevante incidenten die nadelige gevolgen kunnen hebben voor de werking en integriteit van de markten. Aan de hand van de door exploitanten van handelsplatformen geleverde informatie moeten de nationale bevoegde autoriteiten de risico's voor de markten en hun deelnemers kunnen identificeren en beoordelen alsook efficiënt kunnen reageren en indien nodig maatregelen treffen.
- (119)
Het verdient aanbeveling om een niet-uitputtende lijst op te stellen van omstandigheden waaronder kan worden uitgegaan van ernstige inbreuken op de regels van een handelsplatform, handelsvoorwaarden die de ordelijke werking van de markt verstoren of systeemverstoringen in verband met een financieel instrument hetgeen de exploitanten van handelsplatformen ertoe verplicht hun bevoegde autoriteiten onmiddellijk op de hoogte te stellen zoals omschreven in de artikelen 31, lid 2, en 54, lid 2, van Richtlijn 2014/65/EU. Daartoe moeten de ‘regels van een handelsplatform’ in ruime zin worden opgevat, dat wil zeggen alle regels, rulings, orders alsook algemene voorwaarden voor contractuele overeenkomsten tussen het handelsplatform en de deelnemers eraan, waarin de voorwaarden voor de handel en de toegang tot het handelsplatform zijn opgenomen.
- (120)
Met betrekking tot gedragingen die kunnen wijzen op frauduleus gedrag binnen het toepassingsgebied van Verordening (EU) nr. 596/2014 is het ook aangewezen om een niet-uitputtende lijst van signalen van handel met voorwetenschap en marktmanipulatie op te stellen, waarmee de exploitant van een handelsplatform rekening moet houden bij het doorlichten van transacties of orders om vast te stellen of de betrokken nationale bevoegde autoriteit als vastgelegd in de artikelen 31, lid 2, en 54, lid 2, van Richtlijn 2014/65/EU, op de hoogte moet worden gebracht. Daartoe dient de term ‘handelsorder’ te slaan op alle soorten opdrachten, met inbegrip van initiële orders, wijzigingen, updates en annuleringen van orders, ongeacht of zij al dan niet zijn uitgevoerd en ongeacht de middelen die zijn gebruikt om toegang tot het handelsplatform te krijgen.
- (121)
De lijst van signalen van handel met voorwetenschap en marktmanipulatie mag ten aanzien van marktmisbruik of pogingen tot marktmisbruik definitief noch uitputtend zijn, aangezien elk van de signalen afzonderlijk niet noodzakelijkerwijs op marktmisbruik of pogingen tot marktmisbruik hoeft te duiden. Transacties of handelsorders die één of meer signalen vertonen, kunnen om legitieme redenen zijn uitgevoerd of in overeenstemming zijn met de regels van het handelsplatform.
- (122)
Om belanghebbenden op de markt transparantie te verschaffen, marktmisbruik te voorkomen en de identiteit van positiehouders geheim te houden, mogen geaggregeerde wekelijkse verslagen over de posities als bedoeld in artikel 58, lid 1, onder a), van Richtlijn 2014/65/EU alleen openbaar worden gemaakt in het geval van contracten die door een bepaald aantal personen en boven een bepaalde omvang worden verhandeld, zoals in deze verordening gespecificeerd.
- (123)
Om ervoor te zorgen dat marktgegevens tegen redelijke commerciële voorwaarden en op uniforme wijze in de Unie worden aangeboden, specificeert deze verordening de voorwaarden waaraan APA's en CTP's moeten voldoen. Deze voorwaarden moeten de verplichting om marktgegevens tegen redelijke commerciële voorwaarden te verstrekken voldoende duidelijk maken zodat deze doeltreffend en uniform kunnen worden toegepast, waarbij rekening moet worden gehouden met de verschillende operationele modellen en kostenstructuren van gegevensaanbieders.
- (124)
Om ervoor te zorgen dat de vergoedingen voor marktgegevens op een redelijk niveau worden vastgesteld, vereist de nakoming van de verplichting om gegevens tegen redelijke commerciële voorwaarden te verstrekken dat de prijzen in een redelijke verhouding staan tot de kosten voor de productie en verspreiding van die gegevens. Onverminderd de toepassing van de concurrentieregels moeten gegevensaanbieders hun vergoedingen daarom bepalen op basis van hun kosten waarbij zij een redelijke marge mogen ontvangen, die is gebaseerd op factoren zoals de operationele winstmarge, het kostenrendement, het rendement van de activa en het rendement op kapitaal. Wanneer gegevensaanbieders gemeenschappelijke kosten voor het verstrekken van gegevens en het verrichten van andere diensten maken, mogen de kosten voor de gegevensverstrekking een passend aandeel omvatten van de kosten die voortvloeien uit de andere relevante diensten. Aangezien het specificeren van de exacte kosten een zeer complexe onderneming is, moeten in plaats daarvan methoden voor kostentoerekening en kostenverdeling worden gespecificeerd, waarbij de specificatie van deze kosten aan de aanbieders van marktgegevens wordt overgelaten.
- (125)
Marktgegevens moeten op niet-discriminerende basis worden verstrekt, hetgeen vereist dat dezelfde prijs en andere voorwaarden op basis van objectieve en gepubliceerde criteria aan alle klanten binnen dezelfde categorie moeten worden aangeboden.
- (126)
Marktgegevens moeten los van andere gegevens worden aangeboden zodat gebruikers van die gegevens ze kunnen verwerven zonder andere diensten te moeten aanschaffen. Om te voorkomen dat gebruikers van gegevens bij het aanschaffen van marktgegevens bij verschillende distributeurs meer dan eenmaal voor dezelfde marktgegevens moeten betalen, moeten marktgegevens per gebruiker worden aangeboden tenzij zulks niet in verhouding zou staan tot de kosten voor het aanbieden van die gegevens, gezien de reikwijdte en schaal van de door de APA en de CTP verstrekte marktgegevens.
- (127)
Alle essentiële voorwaarden voor de verstrekking van marktgegevens moeten openbaar worden gemaakt zodat gebruikers van gegevens en de bevoegde autoriteiten effectief kunnen nagaan of de gegevens tegen redelijke commerciële voorwaarden worden verstrekt. Gegevensleveranciers moeten daarom informatie verschaffen over hun tarieven en de inhoud van de marktgegevens en over de methoden voor kostprijsadministratie die worden gebruikt voor het bepalen van hun kosten zonder dat hun werkelijke kosten openbaar moeten worden gemaakt.
- (128)
Het is nodig criteria vast te stellen om te bepalen wanneer de activiteiten van een gereglementeerde markt, een MTF of een OTF van substantieel belang zijn in een lidstaat om te vermijden dat op een handelsplatform de verplichting ontstaat met meer dan een bevoegde autoriteit betrekkingen te onderhouden of zich aan het toezicht van meer dan een bevoegde autoriteit te onderwerpen wanneer dat overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU niet nodig is. In het geval van MTF's en OTF's is het aangewezen dat enkel MTF's en OTF's met een aanzienlijk marktaandeel als van aanzienlijk belang worden beschouwd, zodat niet elke nieuwe toewijzing of verwerving van een uit economisch oogpunt onbeduidende MTF of OTF automatisch leidt tot toepassing van de samenwerkingsregelingen als bedoeld in artikel 79, lid 2, van Richtlijn 2014/65/EU.
- (129)
Deze verordening eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen die zijn erkend in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het Handvest) in acht. Derhalve dient deze verordening in overeenstemming met deze rechten en beginselen te worden uitgelegd en toegepast, met name het recht op bescherming van persoonsgegevens, de vrijheid van ondernemerschap, het recht op consumentenbescherming, het recht op een doeltreffende voorziening in rechte en op een onpartijdig gerecht. De verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening dient te gebeuren in overeenstemming met de grondrechten, met inbegrip van het recht op de eerbiediging van het privéleven en van het familie- en gezinsleven en het recht op bescherming van persoonsgegevens uit hoofde van de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en daarbij moeten Richtlijn 95/46/EG en Verordening (EG) nr. 45/2001 worden nageleefd.
- (130)
ESMA, opgericht bij Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (14), is voor technisch advies geraadpleegd.
- (131)
Om bevoegde autoriteiten en beleggingsondernemingen in staat te stellen zich aan de nieuwe vereisten in deze verordening aan te passen zodat deze op efficiënte en effectieve wijze kunnen worden toegepast, moet de aanvangsdatum van toepassing van deze verordening op de datum van inwerkingtreding van Richtlijn 2014/65/EU worden afgestemd,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Voetnoten
PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349.
Verordening (EU) nr. 1227/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de integriteit en transparantie van de groothandelsmarkt voor energie (PB L 326 van 8.12.2011, blz. 1).
Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31).
Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).
Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1).
Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2017/593 van de Commissie van 7 april 2016 tot aanvulling van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot het vrijwaren van financiële instrumenten en geldmiddelen die aan cliënten toebehoren, productgovernanceverplichtingen en de regels die van toepassing zijn op het betalen of het ontvangen van provisies, commissies en geldelijke of niet-geldelijke tegemoetkomingen (zie bladzijde 500 van dit Publicatieblad).
Verordening (EU) nr. 1286/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 26 november 2014 over essentiële-informatiedocumenten voor verpakte retailbeleggingsproducten en verzekeringsgebaseerde beleggingsproducten (PRIIP's) (PB L 352 van 9.12.2014, blz. 1).
Richtlijn 2003/71/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende het prospectus dat bekend moet worden gemaakt wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel worden toegelaten, tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (PB L 345 van 31.12.2003, blz. 64).
Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe's) (PB L 302 van 17.11.2009, blz. 32).
Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84).
Richtlijn 2014/57/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende strafrechtelijke sancties voor marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 179).
Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38).
Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84)