Einde inhoudsopgave
Richtlijn (EU) 2018/1972 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie
Artikel 83 Voorgeschreven controle van retaildiensten
Geldend
Geldend vanaf 20-12-2018
- Bronpublicatie:
11-12-2018, PbEU 2018, L 321 (uitgifte: 17-12-2018, regelingnummer: 2018/1972)
- Inwerkingtreding
20-12-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-12-2018, PbEU 2018, L 321 (uitgifte: 17-12-2018, regelingnummer: 2018/1972)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Informatierecht / Europees informatierecht
Informatierecht / ICT
1.
De lidstaten kunnen ervoor zorgen dat nationale regelgevende instanties passende nadere verplichtingen opleggen aan ondernemingen die zijn aangewezen als ondernemingen met aanmerkelijke marktmacht op een specifieke retailmarkt overeenkomstig artikel 63 indien:
- a)
een nationale regelgevende instantie op basis van een overeenkomstig artikel 67 uitgevoerde marktanalyse vaststelt dat er op een bepaalde overeenkomstig artikel 64 afgebakende retailmarkt niet genoeg mededinging is; alsmede
- b)
de nationale regelgevende instantie concludeert dat de krachtens de artikelen 69 tot en met 74 opgelegde verplichtingen niet zouden leiden tot de verwezenlijking van de in artikel 3 beschreven doelstellingen.
2.
Verplichtingen die worden opgelegd uit hoofde van lid 1, moeten gebaseerd zijn op de aard van het geconstateerde probleem en evenredig en verantwoord zijn in het licht van de doelstellingen van artikel 3. De opgelegde verplichtingen kunnen inhouden dat de aangewezen ondernemingen geen buitensporige prijzen mogen vragen, de toegang tot de markt niet mogen belemmeren, de mededinging niet mogen beperken door middel van afbraakprijzen, geen ongegronde voorkeur voor bepaalde eindgebruikers aan de dag mogen leggen en diensten niet op een onredelijke wijze mogen bundelen. De nationale regelgevende instanties kunnen dergelijke ondernemingen passende retailprijsplafonds opleggen, alsook verplichtingen om individuele tarieven te controleren of verplichtingen om de tarieven af te stemmen op de kosten of prijzen op vergelijkbare markten, teneinde de belangen van de eindgebruiker te beschermen en tegelijkertijd daadwerkelijke mededinging te stimuleren.
3.
De nationale regelgevende instanties zorgen ervoor dat, indien een onderneming aan regelgeving inzake retailtarieven of andere desbetreffende retailcontroles is onderworpen, de noodzakelijke en geëigende kostentoerekeningssystemen worden toegepast. De nationale regelgevende instanties kunnen nader bepalen welk model en welke boekhoudkundige methode moeten worden gehanteerd. Een gekwalificeerde onafhankelijke instantie ziet toe op de inachtneming van het kostentoerekeningssysteem. De nationale regelgevende instanties zorgen ervoor dat elk jaar een verklaring omtrent de naleving van die bepalingen wordt gepubliceerd.
4.
Onverminderd de artikelen 85 en artikel 88 passen de nationale regelgevende instanties de in lid 1 van dit artikel bedoelde retailcontrolemechanismen niet toe op geografische of retailmarkten waar naar hun oordeel daadwerkelijke mededinging bestaat.