Einde inhoudsopgave
Drinkwaterbesluit
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2011
- Bronpublicatie:
23-05-2011, Stb. 2011, 293 (uitgifte: 21-06-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2011, Stb. 2011, 313 (uitgifte: 27-06-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met de Drinkwaterwet (18-07-2009, Stb. 370).
- Vakgebied(en)
Waterrecht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Mededingingsrecht / Toezicht en handhaving
Besluit van 23 mei 2011, houdende bepalingen inzake de productie en distributie van drinkwater en de organisatie van de openbare drinkwatervoorziening
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 17 december 2010, nr. BJZ2010033451, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken i.o.;
Gelet op de artikelen 1, tweede lid, 8, vierde lid, 10, eerste en tweede lid, 13, eerste lid, 18, tweede lid, 21, derde tot en met vijfde lid, 22, eerste tot en met vierde lid en zevende lid, 25, tweede lid, 27, 28, eerste lid, 29, tweede en derde lid, 38, 39, tweede lid, 40, tweede lid, 43, vierde lid, en 51, van de Drinkwaterwet, artikel 16 van de Arbeidsomstandighedenwet, artikel 44, eerste lid, van de Grondwet, de Mijnbouwwet, de artikelen 4, eerste lid, 5, eerste lid, 6, 8, onder a en c, 9, onder b, 12, 13, en 14 van de Warenwet, artikel 81 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, de artikelen 5.1, eerste en derde lid, 5.2, eerste lid, 5.2b, derde en vierde lid, en 5.3, eerste en derde lid, 7.2, 7.4, 7.5, achtste lid, 7.8e en 7.35, vierde lid, van de Wet milieubeheer, artikel 33, tweede lid, van de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek en de artikelen 3, 4, 10a, derde en vierde lid, 11 en 28 van de Wet hygiëne en veiligheid zwemgelegenheden;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 17 maart 2011, nr. W14.11.0003/IV);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van (17 mei 2011, nr. BJZ2011043266), Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken i.o.;
Hebben goedgevonden en verstaan: