Bevrijdende verweren
Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/92:92 Volgorde van de te behandelen vorderingen en verweren
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/92
92 Volgorde van de te behandelen vorderingen en verweren
Documentgegevens:
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691789:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Asser Procesrecht/Van Schaick 2 2022/69.
HR 19 december 2008, ECLI:NL:HR:2008:BG1682, NJ 2009/23.
Een beroep op verjaring kan worden verworpen, wanneer verweerder zijn stelling betreffende de verjaring niet nader heeft toegelicht; ingeval van een beroep op rechtsverwerking indien verweerder onvoldoende heeft onderbouwd dat hij onredelijk zou zijn benadeeld of verzwaard nu de wederpartij haar aanspraak alsnog geldend tracht te maken.
Zie in dit verband Klaassen 2017a.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De vorderingen van eiser moet de rechter behandelen in de volgorde die eiser heeft gepresenteerd; 1 in welke volgorde de rechter de weren behandelt kan hij in beginsel zelf bepalen. De rechter heeft de ruimte. Het staat de rechter vrij de geschilpunten die hem worden voorgelegd, te behandelen in de volgorde die hem het meest aangewezen lijkt.2 Oordeelt de rechter dat het subsidiaire verweer slaagt, dan kan beoordeling van het primaire standpunt achterwege blijven.
Voorbeelden
Ingeval van een schadevergoedingsvordering op grond van onrechtmatige daad, waarbij de aansprakelijkheid en de omvang van de schade wordt betwist, en eveneens een beroep op verjaring is gedaan, kan de rechter in het midden laten of sprake is van een onrechtmatige daad voor het geval het verjaringsverweer kan worden gehonoreerd. Het ligt voor de hand om eerst over de verjaring van de vordering te oordelen omdat in geval van verjaring de vordering geen verdere behandeling behoeft.
Bij een vordering tot schadevergoeding op grond van een tekortkoming kan verweerder primair betwisten dat hij tekort is geschoten (een grondslagverweer) en subsidiair dat een eventuele tekortkoming hem niet kan worden toegerekend. Blijkt geen sprake te zijn van toerekening, dan kan beoordeling of sprake is van een tekortkoming achterwege blijven; zeker wanneer bij de behandeling van de grondslag getuigenbewijs noodzakelijk was. De rechter zal oordelen: “Voor zover er al sprake is van een tekortkoming, dient de vordering toch afgewezen te worden wegens overmacht”.
Een koper beroept zich op non-conformiteit van de gekochte woning. De bewijslast daarvan rust op de koper. “Beantwoording van de vraag hoe de rechtsverhouding tussen partijen moet worden gekwalificeerd, kan in het midden blijven omdat het meest verstrekkende verweer van gedaagde, het beroep op schending van de klachtplicht (6:89 BW), slaagt.” Indien het beroep op schending van de klachtplicht slaagt, kan de koper geen beroep meer doen op non-conformiteit en ook geen andere daarop gebaseerde vorderingen tegen de verkoper instellen. In dat geval heeft bewijslevering door de koper geen zin, omdat de vordering reeds om die reden niet toewijsbaar zou zijn. Dit laatste verweer komt in beginsel aan de orde na bewijslevering met betrekking tot de non-conformiteit. Om proceseconomische redenen bespreekt de rechter allereerst het verweer dat niet tijdig is geklaagd.
Om proceseconomische redenen (efficiency en kosten) kan bij honorering van het bevrijdend verweer de grondslag van de vordering waarop het primaire verweer betrekking had onbehandeld worden gelaten. Bij een dergelijke beslissing komt de rechter niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de vordering. Pas wanneer het bevrijdend verweer niet opgaat, komt de rechter toe aan een bespreking ten gronde. Dat kan ook het geval zijn indien verweerder niet heeft voldaan aan zijn stelplicht ten aanzien van zijn bevrijdend verweer.3
De rechter kan dus bij verweren van subsidiair (bevrijdend verweer) naar primair (grondslagverweer) werken. Eerst beoordeelt hij het bevrijdend verweer. Bij honorering van het bevrijdend verweer behoeven de overige geschilpunten tussen partijen geen verdere bespreking en beoordeling meer. Wordt het bevrijdend verweer niet gehonoreerd, dan gaat de rechter over tot een beoordeling van de grondslag van de vordering.
Voorbeeld
Als een verweer van vernietigbaarheid gegrond is, dient onderzoek naar de stellingen van eiser geen zinnig doel. Is het verweer van vernietiging ongegrond, dan kan onderzoek naar de stellingen van eiser wel plaatsvinden.
Partijen kunnen eveneens de volgorde aanreiken, al is de rechter daaraan niet gebonden.4