RvdW 2017/386
Toevoeging raadsman in Antilliaanse uitleveringszaken.
HR 21-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:464
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 maart 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, E.F. Faase
- Zaaknummer
16/01894 UA
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:464, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:153, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑01‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑06‑2016
- Wetingang
Essentie
Toevoeging raadsman in Antilliaanse uitleveringszaken.
Hoewel het Uitleveringsbesluit van Aruba, Curaçao en Sint Maarten, niet voorschrijft dat de voorzitter van het hof gehouden is een last tot aanwijzing van een raadsman te geven ingeval de opgeëiste persoon geen raadsman heeft, moet worden aangenomen dat een verplichting daartoe, zoals verwoord in art. 24 lid 3 UW, ook geldt voor het Uitleveringsbesluit. Het niet-nakomen van deze verplichting staat aan een geldige behandeling van het uitleveringsverzoek in de weg. Het hof had moeten doen blijken te hebben onderzocht of de opgeëiste persoon het verlangen had zich door een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.