Einde inhoudsopgave
RvdW 2021/726
Art. 81 lid 1 RO. Caribische zaak. Bestuurdersaansprakelijkheid. Procesrecht. Motivering.
HR 25-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:988
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 juni 2021
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, S.J. Schaafsma, F.R. Salomons
- Zaaknummer
20/01424
- Conclusie
A-G mr. B.F. Assink
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:988, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑06‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:360, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑04‑2021
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Caribische zaak. Bestuurdersaansprakelijkheid. Procesrecht. Motivering.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 20/01424
Datum 25 juni 2021
ARREST
In de zaak van
1. [verzoeker 1],
2. [verzoekster 2],
beiden wonende in [woonplaats],
VERZOEKERS tot cassatie,
hierna gezamenlijk in enkelvoud: [verzoekers],
advocaat: J. den Hoed,
tegen
[verweerster],
wonende in [woonplaats],
VERWEERSTER in cassatie,
hierna: [verweerster],
advocaat: A.H.M. van den Steenhoven, voorheen P.S. Kamminga.
Conclusie
Conclusie A-G mr. B.F. Assink:
1. Feiten
In rov. 1.1 van het in cassatie bestreden vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.