Einde inhoudsopgave
Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen
Artikel 19
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2021
- Bronpublicatie:
26-01-2021, Stb. 2021, 37 (uitgifte: 03-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-01-2021, Stb. 2021, 45 (uitgifte: 04-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Horecarecht / Kansspel- en gokactiviteiten
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
Informatierecht / Reclame
1.
Bij de kennisgeving, bedoeld in de artikelen 27ja, vierde lid, 30v, vierde lid, en 31m, vierde lid, van de wet, verstrekt de houder van een vergunning tot het organiseren van een speelcasino tot het aanwezig hebben van een of meer kansspelautomaten in een speelautomatenhal of tot het organiseren van kansspelen op afstand overeenkomstig door de raad van bestuur gestelde regels in ieder geval:
- a.
de door de raad van bestuur verstrekte code, bedoeld in artikel 11, vijfde lid, dan wel, indien de vergunninghouder daarover niet beschikt, de gegevens van die speler, bedoeld in artikel 11, derde lid;
- b.
de contactgegevens van de betrokken speler;
- c.
de gegevens, bedoeld in de artikelen 13, 14 en 15, en, voor zover aanwezig, de overige gegevens die ten grondslag liggen aan zijn redelijke vermoeden dat de speler door onmatige deelname aan kansspelen of door kansspelverslaving schade kan berokkenen aan zichzelf of zijn naasten;
- d.
overige gegevens die de raad van bestuur redelijkerwijs nodig heeft voor de toepassing van artikel 33da van de wet, voor zover de vergunninghouder daarover redelijkerwijs kan beschikken.
2.
De vergunninghouder maakt de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid, en de daarbij aan de raad van bestuur verstrekte gegevens, met uitzondering van de door de raad van bestuur verstrekte code, bedoeld in artikel 11, vijfde lid, bekend aan de betrokken speler.
3.
Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het eerste en tweede lid.