Einde inhoudsopgave
Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen
Artikel 13
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2021
- Redactionele toelichting
Lid 2 treedt voor zover dit lid betrekking heeft op houders van een vergunning tot het aanwezig hebben van een of meer kansspelautomaten in een inrichting als bedoeld in art. 30c, lid 1, onder b, van de Wet op de kansspelen of tot het organiseren van een speelcasino als bedoeld in art. 27g, lid 2, van die wet, in werking op 01-10-2021 (bron iwtr.: 29-01-2021, Stb. 45).
- Bronpublicatie:
26-01-2021, Stb. 2021, 37 (uitgifte: 03-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-01-2021, Stb. 2021, 45 (uitgifte: 04-02-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Horecarecht / Kansspel- en gokactiviteiten
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
Informatierecht / Reclame
1.
De houder van een vergunning tot het organiseren van een speelcasino, tot het aanwezig hebben van een of meer kansspelautomaten in een speelautomatenhal of tot het organiseren van kansspelen op afstand registreert ten aanzien van iedere deelnemer aan de door hem georganiseerde kansspelen ten minste:
- a.
interne en externe signalen wijzend op onmatige deelneming aan de vergunde kansspelen of risico’s op kansspelverslaving, en
- b.
hetgeen hij heeft ondernomen ter uitvoering van artikel 18.
2.
Onverminderd het eerste lid, registreren de houder van een vergunning tot het organiseren van een speelcasino, tot het aanwezig hebben van een of meer kansspelautomaten in een speelautomatenhal of tot het organiseren van kansspelen op afstand tevens de frequentie waarmee de speler het speelcasino of de speelautomatenhal bezoekt, onderscheidenlijk de frequentie waarmee de speler zich aanmeldt ter verkrijging van toegang tot de spelersinterface, bedoeld in artikel 1.1 van het Besluit kansspelen op afstand.
3.
De vergunninghouders, bedoeld in het eerste en tweede lid, registreren de daar bedoelde gegevens op zodanige wijze dat onmatige deelname aan de door hen georganiseerde kansspelen en risico’s op kansspelverslaving vroegtijdig kunnen worden onderkend.
4.
De vergunninghouders registreren de gegevens, bedoeld in het eerste en tweede lid, op zodanige wijze dat deze zijn terug te voeren tot de gegevens van de speler, bedoeld in artikel 11, derde lid, of tot de aan die speler verbonden code, bedoeld in artikel 11, vijfde lid.