Einde inhoudsopgave
Belastingregeling Nederland Curaçao
Artikel 11 Rente
Geldend
Geldend vanaf 13-07-2024
- Redactionele toelichting
Vindt toepassing voor belastingjaren en belastingtijdvakken die aanvangen of, in geval van aan de bron geheven belastingen, voor betalingen die zijn gedaan op of na 01-01-2025.
- Bronpublicatie:
26-06-2024, Stb. 2024, 215 (uitgifte: 12-07-2024, kamerstukken: 36351)
- Inwerkingtreding
13-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-06-2024, Stb. 2024, 215 (uitgifte: 12-07-2024, kamerstukken: 36351)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
Internationaal belastingrecht / Algemeen
1.
Rente afkomstig uit een land die wordt verkregen door een inwoner van het andere land die de uiteindelijk gerechtigde is, is slechts belastbaar in dat andere land.
2.
De uitdrukking ‘rente’, zoals gebezigd in dit artikel, betekent inkomsten uit schuldvorderingen van welke aard ook, al dan niet verzekerd door hypotheek, al dan niet aanspraak gevend op een aandeel in de winst van de schuldenaar, en in het bijzonder inkomsten uit overheidsleningen en inkomsten uit obligaties of schuldbewijzen, waaronder begrepen de aan zodanige leningen, obligaties of schuldbewijzen verbonden premies en prijzen. In rekening gebrachte boetes voor te late betaling worden voor de toepassing van dit artikel niet als rente aangemerkt.
3.
De bepalingen van het eerste lid zijn niet van toepassing indien de uiteindelijk gerechtigde tot de rente, die inwoner is van een van de landen, in het andere land waaruit de rente afkomstig is, een bedrijf uitoefent door middel van een aldaar gelegen vaste inrichting en de schuldvordering uit hoofde waarvan de rente wordt betaald, tot het vermogen van die vaste inrichting behoort. In dat geval zijn de bepalingen van artikel 7 van toepassing.
4.
Indien, wegens een bijzondere verhouding tussen de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde of tussen hen beiden en een derde, het bedrag van de rente, gelet op de schuldvordering ter zake waarvan deze wordt betaald, hoger is dan het bedrag dat zonder zulk een verhouding door de schuldenaar en de uiteindelijk gerechtigde zou zijn overeengekomen, zijn de bepalingen van dit artikel slechts op het laatstbedoelde bedrag van toepassing. In dat geval blijft het daarboven uitgaande deel van het betaalde bedrag belastbaar overeenkomstig de wetgeving van elk van de landen, zulks met inachtneming van de overige bepalingen van deze rijkswet.