Einde inhoudsopgave
Belastingregeling Nederland Curaçao
Artikel 13 Vermogenswinsten
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2015
- Bronpublicatie:
30-09-2015, Stb. 2015, 348 (uitgifte: 09-10-2015, kamerstukken: 33955)
- Inwerkingtreding
01-12-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2015, Stb. 2015, 348 (uitgifte: 09-10-2015, kamerstukken: 33955)
- Vakgebied(en)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Curaçao
Internationaal belastingrecht / Algemeen
1.
Voordelen verkregen door een inwoner van een land uit de vervreemding van onroerende zaken als bedoeld in artikel 6 die zijn gelegen in het andere land, mogen in dat andere land worden belast.
2.
Voordelen verkregen uit de vervreemding van goederen, niet zijnde onroerende zaken als bedoeld in artikel 6, die deel uitmaken van het vermogen van een vaste inrichting die een onderneming van een land in het andere land heeft, waaronder begrepen voordelen verkregen uit de vervreemding van die vaste inrichting, afzonderlijk of met de vervreemding van de gehele onderneming, mogen in dat andere land worden belast.
3.
Voordelen verkregen uit de vervreemding van schepen of luchtvaartuigen die in het internationale verkeer worden geëxploiteerd of van goederen, niet zijnde onroerende zaken als bedoeld in artikel 6, die worden gebruikt voor de exploitatie van deze schepen of luchtvaartuigen, zijn slechts belastbaar in het land waarin de plaats van de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen.
4.
Voordelen verkregen uit de vervreemding van alle andere goederen dan die bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, zijn slechts belastbaar in het land waarvan de vervreemder inwoner is.
5.
Indien een natuurlijke persoon inwoner is geweest van een van de landen en inwoner is geworden van het andere land, beletten de bepalingen van het vierde lid het eerstbedoelde land niet uit hoofde van zijn nationale recht de waardevermeerdering van aandelen, winstbewijzen, koopopties en het vruchtgebruik op aandelen in en winstbewijzen van en schuldvorderingen op een lichaam te belasten, indien die natuurlijke persoon minder dan tien jaar geleden is geëmigreerd uit het eerstbedoelde land en voor zover de betreffende waardevermeerdering ziet op het tijdvak waarin de natuurlijke persoon inwoner was van het eerstbedoelde land. In een dergelijk geval wordt de waardevermeerdering van vermogen die is belast in het eerstgenoemde land, niet begrepen in de belastinggrondslag bij de vaststelling van de waardevermeerdering van het vermogen door het andere land.