RvdW 2018/195
Oplegging vrijheidsbeperkende maatregel in strijd met art. 1 Sr.
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 januari 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
16/01093
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:79, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1489, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑11‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑11‑2016
- Wetingang
Essentie
Oplegging vrijheidsbeperkende maatregel in strijd met art. 1 Sr.
Art. 38v Sr, dat oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel mogelijk maakt, is op 1 april 2012 in werking getreden. De invoering van deze bepaling houdt derhalve een wijziging van de toepasselijke regels van sanctierecht in. Gelet hierop en in aanmerking genomen dat het bewezenverklaarde feit, dat door het hof als één misdrijf is gekwalificeerd (medeplegen van belaging) mede vóór 1 april 2012 is begaan, heeft het hof miskend dat de genoemde bepaling buiten toepassing dient te blijven.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie ...