Einde inhoudsopgave
RvdW 2018/209
Oordeel hof dat aan de overschrijding redelijke termijn geen rechtsgevolg zal worden verbonden is niet begrijpelijk. Hoge Raad doet de zaak zelf af en vermindert de opgelegde gevangenisstraf. Samenhang met 16/01542.
HR 23-01-2018, ECLI:NL:HR:2018:85
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 januari 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/01623
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:85, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑01‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1482, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑11‑2017
Essentie
Oordeel hof dat aan de overschrijding redelijke termijn geen rechtsgevolg zal worden verbonden is niet begrijpelijk. Hoge Raad doet de zaak zelf af en vermindert de opgelegde gevangenisstraf. Samenhang met 16/01542.
Partij(en)
23 januari 2018
Strafkamer
nr. S 16/01623
CeH/SG
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 18 maart 2016, nummer 21/005174-14, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1970.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft bij arrest van 18 maart 2016 de verdachte ter ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.