Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet Rechtsvorderingsverdrag 1905
Artikel 30
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2013
- Bronpublicatie:
12-07-2012, Stb. 2012, 313 (uitgifte: 13-07-2012, kamerstukken: 32891)
- Inwerkingtreding
01-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2012, Stb. 2012, 314 (uitgifte: 13-07-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Algemeen
1.
Hooger beroep van de beschikking der rechtbank, waarbij de uitspraak is uitvoerbaar verklaard, en beroep in cassatie van zoodanige beschikking van het gerechtshof, kunnen worden ingesteld binnen veertien dagen na beteekening door eene daartoe strekkende schriftelijke verklaring ter griffie van het college, dat de beschikking heeft genomen.
2.
De gronden of middelen, waarop het beroep steunt, worden in de verklaring opgenomen, of uiteengezet in een nader verzoekschrift, binnen veertien dagen na aanteekening van het beroep te richten tot het college, dat van het beroep heeft kennis te nemen.
3.
Binnen drie dagen geeft de griffier van het college, dat de aangevallen beschikking heeft genomen, van dit beroep per aangeteekenden brief kennis aan de partij die het verzoek heeft gedaan, en zendt aan het gerechtshof in geval van hooger beroep, en aan den Hoogen Raad in geval van cassatie, de overgelegde stukken met een afschrift van de aangevallen beschikking en van de aanteekening van het beroep.