Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet Rechtsvorderingsverdrag 1905
Artikel 24
Geldend
Geldend vanaf 14-07-1909
- Bronpublicatie:
12-06-1909, Stb. 1909, 141 (uitgifte: 25-06-1909, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-07-1909
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-1909, Stb. 1909, 260 (uitgifte: 01-01-1909, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Algemeen
1.
Als de autoriteit, die overeenkomstig artikel 19, derde lid, van het verdrag, bevoegd is tot afgifte der verklaring, dat de uitspraak ten aanzien der veroordeeling in de kosten kracht van gewijsde zaak verkregen heeft, wordt aangewezen de voorzitter van het college dat, of de kantonrechter die de veroordeeling in de kosten heeft uitgesproken.
2.
De in het voorgaande lid bedoelde verklaring wordt door dien voorzitter of dien kantonrechter gegeven op verzoek van de partij, die de uitvoerbaarverklaring verlangt, na vertoon van eene expeditie der uitspraak.