Einde inhoudsopgave
RvdW 2014/433
Klachtprocedure ex art. 13a RO. Klachten over een AG bij de HR wegens een door hem geschreven column in het Nederlands Juristenblad (NJB). 1. Ontvankelijkheid klacht. 2. Klacht ongegrond: gedraging van de AG kan i.c. niet worden aangemerkt als onbehoorlijk gedrag in de zin van art. 13f, lid 1, RO. Ad 1. Klagers kunnen worden ontvangen in hun klachten. De ‘uitoefening van zijn functie’ als bedoeld in art. 13a, lid 1, RO omvat ook de naleving van de normen die zien op het publieke gedrag van de rechterlijk ambtenaar, zodat daarover op de voet van art. 13a RO kan worden geklaagd. Dat de AG zijn handelen omschrijft als het uiten van een privémening staat aan de ontvankelijkheid van de klacht niet in de weg. Ad 2. De AG heeft zich in de gewraakte column niet rechtstreeks uitgelaten over concrete juridische kwesties in aanhangige of nog te voeren procedures. Omdat hij zijn column schreef als redacteur van het NJB was zijn bijdrage voor het lezerspubliek onmiskenbaar een bijdrage op persoonlijke titel aan het juridisch-wetenschappelijk discours en gold zijn mening niet als die van het parket waarvan hij deel uitmaakt. Omdat het hier een debat-prikkelende uiting van de AG betreft, die onvoldoende verband houdt met concrete geschillen, is de vrees van de klagers dat rechters hierdoor tot een voor hen ongunstige beslissing zullen komen, niet gerechtvaardigd.
HR 07-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:510
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
7 maart 2014
- Magistraten
Mrs. G.J.M. Corstens, W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman
- Zaaknummer
13/04992
- Conclusie
P-G mr. J.W. Fokkens
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Klachtbehandeling
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:510, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 07‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2665, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑10‑2013
Essentie
Klachtprocedure ex art. 13a RO. Klachten over een AG bij de HR wegens een door hem geschreven column in het Nederlands Juristenblad (NJB). 1. Ontvankelijkheid klacht. 2. Klacht ongegrond: gedraging van de AG kan i.c. niet worden aangemerkt als onbehoorlijk gedrag in de zin van art. 13f, lid 1, RO. Ad 1. Klagers kunnen worden ontvangen in hun klachten. De ‘uitoefening van zijn functie’ als bedoeld in art. 13a, lid 1, RO omvat ook de naleving van de normen die zien op het publieke gedrag van de rechterlijk ambtenaar, zodat daarover op de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.