Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/928
Arbeidsrecht. Wwz; transitievergoeding oudere werknemers (art. 7:673a (oud) BW); onregelmatige opzegging; recht op transitievergoeding die werkgever zou zijn verschuldigd bij regelmatige opzegging?
HR 17-07-2020, ECLI:NL:HR:2020:1286
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 juli 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
19/03807
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1286, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑07‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:352, Conclusie, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑03‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑08‑2019
- Wetingang
Art. 7:673lid 2, art. 7:673alid 1 (oud) BW
Essentie
Arbeidsrecht. Wwz; transitievergoeding oudere werknemers (art. 7:673a (oud) BW); onregelmatige opzegging; recht op transitievergoeding die werkgever zou zijn verschuldigd bij regelmatige opzegging?
Samenvatting
Uit de letterlijke tekst van art. 7:673 lid 2 (oud) BW en art. 7:673a lid 1 (oud) BW volgt dat het recht op en de hoogte van de transitievergoeding moeten worden bepaald aan de hand van de daadwerkelijke duur van de arbeidsovereenkomst. Daarvan uitgaand is de feitelijke beëindigingsdatum van de arbeidsovereenkomst de peildatum voor de berekening van de transitievergoeding. Omdat de wet aan een onregelmatige opzegging door de werkgever ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.