Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 684 Informatieverstrekking
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
de aangezochte staat stelt de verzoekende staat onverwijld in kennis van:
- a)
de actie die is geïnitieerd op grond van een verzoek uit hoofde van deze titel;
- b)
het eindresultaat van de actie die is ondernomen op grond van een verzoek uit hoofde van deze titel;
- c)
een beslissing om samenwerking uit hoofde van deze titel geheel of gedeeltelijk te weigeren, uit te stellen of aan voorwaarden te binden;
- d)
omstandigheden die de uitvoering van de gevraagde actie onmogelijk maken of waarschijnlijk aanzienlijk zullen vertragen; en
- e)
de bepalingen van zijn interne recht die automatisch zouden leiden tot opheffing van de voorlopige maatregel, ingeval van voorlopige maatregelen op grond van een verzoek uit hoofde van de artikelen 658 tot en met 663.
2.
De verzoekende staat stelt de aangezochte staat onverwijld in kennis van:
- a)
elke herziening, beslissing of ander feit waardoor het confiscatiebevel niet of niet volledig uitvoerbaar meer is; en
- b)
een feitelijke of juridische ontwikkeling die ertoe leidt dat acties uit hoofde van deze titel niet langer gerechtvaardigd zijn.
3.
Indien een staat op basis van hetzelfde confiscatiebevel om confiscatie verzoekt in meer dan één staat, stelt hij alle staten waarvoor de uitvoering van het bevel gevolgen heeft, van het verzoek in kennis.