Einde inhoudsopgave
Regeling vervolg verdeling frequenties commerciële radio-omroep 2003
Artikel 2 Beschikbare frequentieruimte geclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep
Geldend
Geldend vanaf 10-08-2003
- Bronpublicatie:
29-07-2003, Stcrt. 2003, 151 (uitgifte: 08-08-2003, regelingnummer: MBL/JZ/2003/38079)
- Inwerkingtreding
10-08-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-07-2003, Stcrt. 2003, 151 (uitgifte: 08-08-2003, regelingnummer: MBL/JZ/2003/38079)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Een aanvraag voor een vergunning voor geclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep kan worden ingediend voor kavel A8. Deze kavel is beschreven in bijlage 1, tabel 1, bij deze regeling.
2.
De Minister van Economische Zaken besluit in overeenstemming met de minister dat de bestemming van kavel A8 wijzigt van geclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep in ongeclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep, indien is vastgesteld dat geen van de ingediende aanvragen op die kavel betrekking heeft, dan wel dat alle aanvragen betrekking hebbend op die kavel niet in behandeling zijn genomen of zijn afgewezen. Een dergelijk besluit wordt aan de aanvragers van kavel A8 schriftelijk medegedeeld.
3.
Een aanvrager kan kavel A8 met de bestemming geclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep slechts verwerven, indien hij niet reeds over een vergunning voor frequentieruimte met deze bestemming of met de bestemming niet-landelijke commerciële radio-omroep beschikt.
4.
Indien het tweede lid wordt toegepast, kan een aanvrager kavel A8 met de bestemming ongeclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep slechts verwerven, indien hij niet reeds over een vergunning voor frequentieruimte met deze bestemming of met de bestemming niet-landelijke commerciële radio-omroep beschikt.
5.
Voor zover een aanvrager zodanig verbonden is met een andere instelling dat er sprake is van eenzelfde instelling als bedoeld in artikel 82f, eerste lid, van de Mediawet is het derde en vierde lid op laatstbedoelde instelling van toepassing.