Einde inhoudsopgave
Regeling vervolg verdeling frequenties commerciële radio-omroep 2003
Bijlage 8 Model Bedrijfsplan
Geldend
Geldend vanaf 10-08-2003
- Bronpublicatie:
29-07-2003, Stcrt. 2003, 151 (uitgifte: 08-08-2003, regelingnummer: MBL/JZ/2003/38079)
- Inwerkingtreding
10-08-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-07-2003, Stcrt. 2003, 151 (uitgifte: 08-08-2003, regelingnummer: MBL/JZ/2003/38079)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Inleiding
Algemeen
Hierbij treft u het model voor het bedrijfsplan aan. Dit model bestaat uit acht hoofdstukken en vier bijlagen, genummerd A tot en met D. Het bedrijfsplan bij de aanvraag dient minimaal deze acht hoofdstukken en bijlagen A en B te bevatten. Daarnaast dienen de bedrijfsplannen voor de geclausuleerde landelijke kavel en niet-landelijke kavels het betreffende model uit bijlage D te bevatten. De hoofdstukken dienen te zijn opgesteld op basis van de grondslagen en uitgangspunten uit bijlage A.
De afzonderlijke hoofdstukken bevatten verschillende paragrafen. Deze paragrafen hebben tot doel de aanvrager handvatten te geven voor het opstellen van het bedrijfsplan. De paragraafindeling binnen de hoofdstukken wordt niet dwingend voorgeschreven. De aanvrager is vrij om paragrafen weg te laten dan wel andere paragrafen toe te voegen indien hij dat voor zijn bedrijfsplan noodzakelijk acht. De aanvrager is tevens vrij om aan de hand van bijlage C een gevoeligheidsanalyse toe te passen.
Per kavel dient een zelfstandig bedrijfsplan opgesteld te worden. Het betreffende kavel en de naam van de aanvrager dienen op de voorpagina van het bedrijfsplan duidelijk te worden vermeld. Indien bepaalde passages binnen een bedrijfsplan of met andere delen van de aanvraag of met de bedrijfsplannen voor andere kavels overeenkomen, kan worden volstaan met kopieën van deze passages. Het is niet toegestaan te verwijzen naar andere delen van de aanvraag of naar bedrijfsplannen voor andere kavels. Het bedrijfsplan geeft in beschrijvende, kwantitatieve en financiële zin de toekomstplannen en de toekomstmogelijkheden van de onderneming van de aanvrager weer. De beschrijvende elementen, de kwantitatieve elementen en de financiële berekeningen moeten consistent zijn en een duidelijke samenhang vertonen.
De aan de toekomstgerichte financiële overzichten ten grondslag liggende informatie dient correct, volledig en realistisch te zijn en dient aan te sluiten op het doel van de informatieverstrekking. De grondslagen van waardering en resultaatbepaling moeten op een duidelijke wijze in de toelichting bij de financiële informatie worden uiteengezet.
Het bedrijfsplan heeft dezelfde opbouw voor zowel de landelijke als de niet-landelijke en middengolf frequenties.
Hoofdstukken
Hoofdstuk 1 geeft de managementsamenvatting van het bedrijfsplan.
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de programmatische voornemens. Deze voornemens zullen hun doorwerking hebben in het te verwachten marktaandeel en de te verwachten omzet.
Let op: De in het bedrijfsplan beschreven programmatische voornemens worden voor de toepassing van de vergelijkende toets ook als zelfstandig criterium getoetst en vergeleken met de programmatische voornemens van de andere aanvragers.
In de hoofdstukken 3 tot en met 5 wordt ingegaan op specifieke kenmerken van de aanvraag zoals kennis van de doelgroep waarop het voornemen van toepassing is en kennis van de markt en de organisatie.
In de hoofdstukken 6 tot en met 8 dient de aanvrager in te gaan op de financiële zaken zoals de omzet, kosten, investeringen en financiering. Het bedrijfsplan bestrijkt een periode van 9 jaar. Het cijfermateriaal dient zowel het volledige startjaar 2003 als het volledige slotjaar van de vergunningsperiode 2011 te bevatten. Deze periode is langer dan de vergunningperiode. In de eerste maanden voorafgaand aan de vergunningperiode kan rekening worden gehouden met een aanloopperiode waarin investeringen en aanloopkosten gemaakt worden. De aanvrager dient de tabellen uit deze hoofdstukken als leidraad te hanteren. Indien een andere indeling van de tabellen een beter inzicht geeft, kan van de tabellen worden afgeweken. Op synergie-effecten als gevolg van het verkrijgen van meerdere kavels wordt niet getoetst. De aanvrager is vrij om deze effecten in het bedrijfsplan te vermelden.
In bijlage A wordt ingegaan op de grondslagen voor de waardering van het cijfermateriaal, het financieel instrument (eenmalig bedrag) en het financieel bod. Deze grondslagen zijn dwingend voorgeschreven. Deze bijlage is verplicht.
In bijlage B staan drie modellen voor winst en verliesrekening, balans en liquiditeitsprognoses. De aanvrager is vrij om de modellen aan te passen indien hij dat voor zijn bedrijfsplan noodzakelijk acht. Deze bijlage is verplicht.
In bijlage C worden handvatten gegeven voor een eventuele gevoeligheidsanalyse. Deze bijlage is facultatief.
In bijlage D worden modellen gegeven voor de invulling van de programmatische voornemens in procenten. Deze bijlage is verplicht bij de bedrijfsplannen voor de geclausuleerde landelijke en de niet-landelijke kavels.
Toetsing van het bedrijfsplan
Het bedrijfsplan wordt getoetst op de financiële haalbaarheid. Bij deze toets wordt tevens de samenhang en het realiteitsgehalte van het bedrijfsplan betrokken. Uit de financiële hoofdstukken van het bedrijfsplan moet blijken of de aanvrager de kavel gedurende de looptijd van de vergunning kan exploiteren. Daartoe wordt niet alleen gekeken naar een gepresenteerd positief eindresultaat, maar ook naar de onderbouwing daarvan, de samenhang binnen het plan en het realiteitsgehalte van de cijfers en de gehanteerde aannames. Deze facetten tezamen bepalen de financiële haalbaarheid.
De facetten worden als volgt beschreven:
- •
Samenhang
De verschillende hoofdstukken dienen op elkaar aan te sluiten en het totale bedrijfsplan dient consistent te zijn. Het is daarbij vanzelfsprekend dat het cijfermateriaal in de verschillende hoofdstukken correct is en op elkaar aansluit.
- •
Realiteitsgehalte
De aannamen dienen realistisch en onderbouwd te zijn. Uit het totale bedrijfsplan moet blijken dat de betreffende aannamen ook gehaald kunnen worden.
- •
Financiële haalbaarheid
Uit het bedrijfsplan moet blijken dat de aanvrager de vergunning voor de frequentie ook daadwerkelijk kan exploiteren gedurende de vergunningsperiode. Het bedrijfsplan dient voldoende zekerheden te bevatten voor de financiering van de onderneming.
Voor het kunnen verkrijgen van een vergunning dient een bedrijfsplan ten minste de acht hoofdstukken en de verplichte bijlagen van dit model te bevatten en ‘voldoende’ te scoren voor de financiële haalbaarheid. Het bedrijfsplan wordt dan als ‘voldoende’ beschouwd. Voor de systematiek van de vergelijkende toets ontvangt de aanvrager een '0’.
Het bedrijfsplan wordt als ‘goed’ beschouwd indien het bedrijfsplan ten minste de acht hoofdstukken en de verplichte bijlagen bevat en ‘goed’ scoort op de financiële haalbaarheid. De waardering ‘goed’ wordt uitsluitend gegeven indien in het bedrijfsplan aanzienlijk meer en/of betere onderbouwing wordt gegeven ten opzichte van een ‘voldoende’ bedrijfsplan zodat hierdoor het inzicht, dat het bedrijfsplan oplevert, wordt vergroot. Voor de systematiek van de vergelijkende toets ontvangt de aanvrager een ‘+’.
Indien bij de toetsing blijkt dat één van de hoofdstukken onvoldoende uitgewerkt is of indien blijkt dat de samenhang ontbreekt, de aannames niet realistisch zijn of dat het plan niet financieel haalbaar blijkt te zijn, wordt het gehele bedrijfsplan als onvoldoende beschouwd.
1. Managementsamenvatting
In de managementsamenvatting is op beknopte wijze de informatie uit het bedrijfsplan samengevat. De indeling van de managementsamenvatting is gelijk aan de hoofdstukindeling van het bedrijfsplan. De samenvatting bestaat derhalve uit de onderdelen:
- •
Programmatische voornemen en kavel
- •
Doelgroep
- •
Markt
- •
Organisatie
- •
Omzet en kosten
- •
Investeringen
- •
Financiering
2. Programmatische voornemen en kavel
In dit hoofdstuk wordt expliciet aangegeven op welke kavel het bedrijfsplan betrekking heeft. Daarbij wordt een zo volledig mogelijke inhoudelijke beschrijving gegeven van het programmatische voornemen op het betreffende kavel. Deze beschrijving bevat ten minste informatie over de inhoud van het uit te zenden programma en de programmaonderdelen zoals het soort uit te zenden muziek, nieuws, presentatie.
De in dit hoofdstuk beschreven programmatische voornemens worden voor de toepassing van de vergelijkende toets ook als zelfstandig criterium getoetst en vergeleken met de programmatische voornemens van de andere aanvragers.
Voor geclausuleerde landelijke en niet landelijke commerciële radio-omroep geldt het volgende: Voor de toepassing van artikel 82e van de Mediawet en de daarop gebaseerde Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerci��le radio-omroep 2003 wordt in percentages uitgedrukt in welke mate het voorgenomen uit te zenden programma voldoet aan de in die regeling opgenomen programmatische voorschriften en in hoeverre het voorgenomen uit te zenden programma uit stijgt boven deze voorschriften.
Voor het weergeven van deze percentages dient gebruik gemaakt te worden van de modellen uit bijlage D.
Voor de aanvraag van een middengolffrequentie geldt dat in dit hoofdstuk de aanvrager dient te beschrijven in hoeverre zijn programmatische voornemen specifiek gericht is de[lees: gericht is op de] middengolf.
3. Doelgroep
In dit hoofdstuk wordt aangegeven wat de doelgroep is, waar de aanvrager zich met zijn programmatische voornemens en het bedrijfsplan op richt. De totale luisteraarmarkt wordt daartoe afgebakend en in kleinere segmenten verdeeld. Het gekozen segment waar de doelgroep betrekking op heeft, wordt omschreven.
3.1. Landelijke FM
De onderstaande punten gelden als handvatten waarop nader kan worden ingegaan. De aanvrager is vrij andere punten te vermelden indien dit voor het bedrijfsplan van belang is.
Kavel A8 ongeclausuleerd voor het geval de bestemming wijzigt
Bij een aanvraag voor kavel A8 voor het geval de bestemming wijzigt in ongeclausuleerde landelijke commerciële radio-omroep kan de beschrijving van de doelgroep onder andere betrekking hebben op:
- •
demografische kenmerken (geslacht, leeftijd, inkomen, opleiding)
- •
psychologische criteria (sociale klasse, levensstijl)
- •
gedragscriteria (hoe vaak luistert men, wanneer luistert men)
Kavel A8 geclausuleerd
Bij een aanvraag voor de geclausuleerde kavel A8 kan de beschrijving van de doelgroep naast hetgeen hierboven is vermeld ook betrekking hebben op:
- •
het verband tussen de doelgroep en het programmatische voornemen
- •
de aannamen die worden gemaakt in de keuze van de doelgroep
- •
in hoeverre deze aannamen gevoelig zijn voor veranderingen
- •
waarom voor deze doelgroep is gekozen
3.2. Niet landelijke FM en AM
Bij een aanvraag voor een niet landelijke FM frequentie of AM frequentie kan de beschrijving van de doelgroep voldoen aan de eisen zoals gesteld bij de categorie ongeclausuleerd onder paragraaf 3.1. en kan nader worden ingegaan op regionale programmering of specifieke AM programmering.
4. Markt
In dit hoofdstuk wordt aangegeven op welke wijze de in hoofdstuk drie beschreven doelgroep wordt gepositioneerd. Zo is kennis van de kenmerken en wensen/eisen van de afnemers (luisteraars en adverteerders) essentieel voor het formuleren van een gericht (marketing) beleid.
Bij de omschrijving kan worden ingegaan op de volgende punten. Bij elke omschrijving wordt expliciet vermeld welke aannamen en/of voorspellingen men hanteert.
4.1. Positionering
Op de te onderscheiden product- en marktcombinaties wordt concurrentie ondervonden van organisaties die zich met een (enigszins) vergelijkbaar programma op de markt begeven. De mate waarin concurrenten daadwerkelijk concurrenten zijn, is voor een belangrijk deel bepalend voor de mogelijkheden van de organisatie. Kenmerken daarbij kunnen onder andere zijn:
- •
De clausuleringen van de verschillende landelijke FM-frequenties.
- •
Een analyse van de huidige en toekomstige concurrentie op de markt.
- •
Beschrijving van de concurrenten in aantal en in termen van doelgroep/format.
- •
In welk opzicht is de eigen doelgroep cq programmatisch voornemen verschillend van de doelgroep cq programmatisch voornemen van de concurrenten.
- •
Waar zit het concurrentievoordeel?
- •
Welke strategie wordt gehanteerd om concurrenten voor te blijven?
4.2. Luisteraarmarkt
De luisteraarmarkt wordt beschreven. Aandachtspunten daarbij zijn:
- •
Een realistische inschatting van de luisteraarmarkt voor de gekozen doelgroep in verwachte luistertijdaandeel en luisterbereik voor de vergunningsperiode.
- •
Op welke wijze identificeert de luisteraar zich met het radiostation?
4.3. Adverteerdermarkt
De adverteerdermarkt wordt beschreven. Aandachtspunten bij de adverteerdermarkt zijn:
- •
Een realistische inschatting van de adverteerdermarkt voor de gekozen doelgroep.
- •
Kortingen die aan de adverteerders worden verleend.
- •
Wat zijn de drie grootste (potentiële) adverteerders?
- •
Hoe zijn de adverteerders te typeren?
- •
Welk verband is er tussen de inschatting van de luisteraarmarkt en de adverteerdermarkt?
- •
Welke aannamen en veronderstellingen worden gemaakt?
4.4. Trends en ontwikkelingen
De trends en ontwikkelingen in de omgeving van de organisatie bepalen of beïnvloeden haar huidige en toekomstige mogelijkheden. Omgevingsontwikkelingen zijn ontwikkelingen die op allerlei gebied plaats kunnen vinden: vergrijzing, recessie, technologische ontwikkelingen.
5. Organisatie
In dit hoofdstuk wordt de toekomstige organisatie beschreven die nodig wordt geacht voor het in gebruik nemen van de vergunning. Naast het duidelijk maken van de activiteiten van de organisatie kan dit onderdeel dienen voor het scheppen van een coherent beeld van de organisatie. Ingegaan wordt op kennis en ervaring, de opbouw en grootte van de organisatie.
5.1. Kennis en ervaring
De aanvrager geeft aan in welke mate hij (toegang tot) kennis en ervaring heeft met betrekking tot de productie en exploitatie van radioprogramma's en zijn programmatische voornemens en onderbouwt dit. Verder kan worden aangegeven door wie en op welke wijze deze kennis en ervaring ten dienste wordt gemaakt aan de productie en exploitatie van radioprogramma's.
5.2. Bedrijfsfuncties
De beschrijving gaat in op de verschillende bedrijfsfuncties die binnen de organisatie worden onderscheiden zoals:
- •
marketing/sales
- •
programmering
- •
administratie
- •
personeelszaken
- •
beheer
Per functie kan worden aangegeven welke werkzaamheden worden verricht en hoe groot de personele inzet hierbij is. Middels een organogram kan duidelijk worden gemaakt op welke plaats binnen de organisatie (staf/lijn) de functies zijn geplaatst. Verder kan worden duidelijk gemaakt hoeveel personeel benodigd is en wat het opleidingsniveau en de leeftijdsopbouw van het personeel is.
5.3. Technische organisatie
Hier kan worden beschreven op welke wijze de technische organisatie is opgebouwd. De beschrijving kan ingaan op de technische hulpmiddelen die benodigd zijn voor de kerntaak van de toekomstige organisatie. Hierbij kan het productieproces — van het produceren van het programma tot het aanbieden aan de luisteraar — als leidraad worden genomen.
5.4. Vennootschappelijke structuur
De vennootschappelijke organisatiestructuur van het radiostation wordt beschreven en kan worden verduidelijkt met een organogram.
5.5. Management
Een goed management is een belangrijke succesfactor voor de continuïteit van de organisatie. Duidelijk wordt gemaakt in welke mate de kwaliteit en ervaring van het management is vormgegeven.
6. Omzet en kosten
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de specifieke omzet en kostenposten. De posten worden zowel kwantitatief beschreven als woordelijk toegelicht. Deze posten liggen mede ten grondslag aan de financiële overzichten in bijlage B.
6.1. Omzet
De verwachte netto omzet wordt beschreven en gekwantificeerd voor een periode van 9 kalenderjaren (2003 tot en met 2011). De verwachting is gebaseerd op de in het hoofdstuk 3 (Doelgroep) en hoofdstuk 4 (Markt) beschreven omstandigheden. De netto omzet is onderverdeeld in inkomstenbronnen als advertentie-inkomsten, sponsoring, inkomsten uit concernverband etc.
In onderstaande tabellen wordt aangegeven op welke wijze de omzetprognose voor 9 jaar kan worden opgesteld. De omzet wordt gespecificeerd naar omzet, die verkregen wordt van derden en omzet die verkregen wordt van ondernemingen binnen concernverband. Tevens wordt bij de reclameboodschappen aangegeven, hoeveel reclameboodschappen worden uitgezonden en wat het gemiddelde tarief van een uit te zenden reclameboodschap is.
Omzet reclame uitzendingen
Indien de advertentie-inkomsten geheel of gedeeltelijk gebaseerd zijn op barterovereenkomsten zal aandacht besteed worden aan de waardering van de inkomsten uit deze overeenkomsten. De waarde van de barterovereenkomsten moet gebaseerd zijn op de contraprestatie. Met name voor deze inkomsten is een adequate beschrijving nodig om oordeelsvorming over het realiteitsgehalte mogelijk te maken. De kosten van de tegenprestatie worden onder exploitatiekosten ( paragraaf 6.2) afzonderlijk vermeld.
Omzet binnen concernverband
De inkomsten die van ondernemingen binnen concernverband worden ontvangen, worden hier opgenomen. Indien deze inkomsten materieel zijn, wordt een gelijke specificatie gegeven als gevraagd voor inkomsten van derden.
Totalen | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Omzet derden | |||||||||
Omzet binnen concernverband | |||||||||
Totale netto omzet |
Derden | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Omzet reclame-uitzendingen | |||||||||
Omzet uit barterovereenkomsten | |||||||||
Inkomsten uit sponsoring | |||||||||
Omzet uit nevenactiviteiten | |||||||||
Overige omzet derden | |||||||||
Totaal omzet derden |
Concernverband | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Omzet reclame-uitzendingen | |||||||||
Omzet uit barterovereenkomsten | |||||||||
Overige omzet concernverband | |||||||||
Totaal omzet verkregen uit concernverband |
Reclame uitzendingen derden | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal reclameboodschappen | |||||||||
Gemiddelde tarief | |||||||||
Omzet reclame-uitzendingen |
Barterovereenkomsten derden | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal reclameboodschappen | |||||||||
Aantal tegenprestaties | |||||||||
Gemiddeld tarief tegenprestatie | |||||||||
Omzet barterovereenkomsten |
Reclame uitzendingen concern | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal reclameboodschappen | |||||||||
Gemiddelde tarief | |||||||||
Omzet reclame-uitzendingen |
Barterovereenkomsten | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal reclameboodschappen | |||||||||
Aantal tegenprestaties | |||||||||
Gemiddeld tarief tegenprestatie | |||||||||
Omzet barterovereenkomsten |
6.2. Kosten
De verwachte kosten worden beschreven en gekwantificeerd voor een periode van 9 jaar.
Totalen | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Lonen en salarissen | |||||||||
Sociale lasten en pensioenlasten | |||||||||
Afschrijving activa | |||||||||
Exploitatiekosten | |||||||||
Overige bedrijfslasten | |||||||||
Totale kosten |
Lonen en salarissen
Hier wordt een overzicht gegeven van de lonen en salarissen per categorie werknemers alsmede de verwachte personeelsbezetting
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Aantal werknemers in FTE |
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Leiding en administratie | |||||||||
Productie | |||||||||
Presentatie | |||||||||
Technici | |||||||||
Verkoop | |||||||||
Overigen | |||||||||
Totaal |
Sociale lasten en pensioenlasten
Hier wordt een berekening gegeven van de sociale lasten en overige personeelskosten, met vermelding van de gehanteerde percentages.
Afschrijving vaste activa
Hierbij wordt een overzicht gegeven van de afschrijvingen per categorie investering.
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Uitzendapparatuur | |||||||||
Verbindingsapparatuur | |||||||||
Computerapparatuur | |||||||||
Software | |||||||||
Inrichting en inventaris | |||||||||
Immateriële vaste activa zoals Financieel instrument | |||||||||
Overigen | |||||||||
Totaal |
Exploitatiekosten
Een gedetailleerd inzicht wordt gevraagd in de exploitatiekosten. De 8 jaarlijkse termijnen van het financieel bod maken deel uit van de exploitatiekosten en worden hier opgenomen.
De kosten van de toezichthouder, de kosten van de contraprestaties bij barterovereenkomsten alsmede de overige exploitatiekosten worden hier eveneens vermeld.
Overige bedrijfslasten
Hieronder worden de algemene kosten, de huisvestingskosten, de kantoorkosten en de overige bedrijfslasten opgenomen, volgens onderstaand model:
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Algemene kosten | |||||||||
Huisvestingskosten | |||||||||
Kantoorkosten | |||||||||
Overige bedrijfslasten | |||||||||
Totaal |
7. Investeringen
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de investeringen in de onderneming. Dit bevat zowel de technische woordelijke beschrijving alsmede de financiële opstelling. De investeringen worden uitgesplitst over de jaren. Het financieel instrument wordt eveneens onder de investeringen meegenomen. De investeringen liggen mede ten grondslag aan de financiële overzichten in bijlage B.
Overeenkomstig de navolgende tabel worden de investeringen schematisch weergegeven, waarbij tevens de afschrijvingstermijn wordt vermeld:
Investeringen totaal | Afschrijvingstermijn | Inbreng | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Materiele vaste activa | |||||||||||
Immateriële vaste | |||||||||||
activa | |||||||||||
Totaal investeringen |
Materiele vaste activa | Afschrijvingstermijn | Inbreng | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Uitzendapparatuur | |||||||||||
Verbindingsapparatuur | |||||||||||
Computerapparatuur | |||||||||||
Software | |||||||||||
Overige investeringen | |||||||||||
Totaal |
Immateriële vaste activa | Afschrijvingstermijn | Inbreng | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Investering financieel | |||||||||||
instrument | |||||||||||
Overige investeringen | |||||||||||
Totaal |
Voor alle vaste activa in de tabel wordt een technische beschrijving opgenomen. Bij bestaande ondernemingen worden de bestaande activa in deze tabel meegenomen tegen de boekwaarde onder de kolom inbreng.
8. Financiering
In dit hoofdstuk worden de posten van de totale financiering toegelicht. Deze posten liggen mede ten grondslag aan de financiële overzichten in bijlage B. Indien er gebruik wordt gemaakt van enigerlei vorm van krediet of van garanties voor krediet, dan dienen de formele stukken hieromtrent te worden bijgevoegd. Uit dit hoofdstuk moet blijken dat de onderneming voldoende middelen heeft of kan genereren om de vergunning te kunnen exploiteren.
Daarbij kan worden ingegaan op:
de financieringsbehoefte voor
- •
werkkapitaal
- •
investeringen, waaronder financieel instrument
- •
aanloopverliezen
- •
financieel bod
- •
de financieringsmiddelen zoals
- •
eigen vermogen
- •
lang vreemd vermogen
- •
bankkrediet
- •
overige financieringsmiddelen
- •
garanties
NB — Ook indien geen externe financiering benodigd is, dient dat in dit hoofstuk[lees: hoofdstuk] te worden beschreven.
Bijlage A. Grondslagen voor de waardering
De grondslagen van waardering en resultaatbepaling dienen te worden uiteengezet. Deze dienen in overeenstemming te zijn met de grondslagen welke gebruikt worden bij het opstellen van de jaarrekening van de onderneming en dienen te voldoen aan de regels van Burgerlijk Wetboek 2 titel 9 en de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving.
Het financiële instrument wordt behandeld als een investering in immateriële activa, de boekwaarde van deze post wordt in de geprognosticeerde balans opgenomen onder immateriële activa, de afschrijving wordt in de geprognosticeerde exploitatierekeningen opgenomen onder afschrijvingen.
Het financiële bod wordt betaald in 8 jaarlijkse termijnen en wordt in de geprognosticeerde exploitatierekeningen opgenomen onder exploitatiekosten.
Bijlage B. Financiële overzichten
Deze bijlage bevat modellen voor de financiële overzichten: Winst en verliesrekening, balans en liquiditeitsprognoses. In het bedrijfplan[lees: bedrijsplan] dienen alle drie deze overzichten te bevatten voor de periode 2003 tot en met 2011. Indien de aanvrager van mening is dat een andere indeling van de overzichten een beter inzicht geeft, kan van de overzichten worden afgeweken.
De overzichten dienen consistent met elkaar en met de voorgaande hoofdstukken te zijn.
B.1. Geprognosticeerde winst- en verliesrekening met toelichting
De geprognosticeerde winst- en verliesrekening geeft inzicht in de financiële performance van de onderneming. De winst- en verliesrekening bestrijkt een periode van 9 jaar, voor ieder jaar is een afzonderlijke opstelling weergegeven. Indien er posten in de winst- en verliesrekening zijn waarbij de omzet of de kosten afkomstig zijn van ondernemingen binnen concernverband wordt hiervan afzonderlijk melding gemaakt.
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Baten | |||||||||
Omzet reclame uitzendingen | |||||||||
Overige omzet | |||||||||
Totaal omzet | |||||||||
Bedrijfslasten | |||||||||
Lonen en salarissen | |||||||||
Sociale lasten | |||||||||
Afschrijving vaste activa | |||||||||
Directe productiekosten | |||||||||
Overige bedrijfslasten | |||||||||
Som der bedrijfslasten | |||||||||
Bedrijfsresultaat | |||||||||
Saldo opbrengst beleggingen en rente | |||||||||
Buitengewone baten en lasten | |||||||||
Resultaat voor belastingen | |||||||||
Belastingen | |||||||||
Resultaat na belastingen |
B.2. Geprognosticeerde balans met toelichting
Voor het hele tijdspad van de financiële overzichten wordt voor het eind van ieder jaar een geprognosticeerde balans opgesteld. De uitgangspositie (beginbalans van het eerste jaar) wordt duidelijk toegelicht. De balans geeft een overzicht van de financiële positie van de onderneming.
Begin | Eind | Eind | Eind | Eind | Eind | Eind | Eind | Eind | Eind | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2003 | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
Activa | ||||||||||
Immateriële vaste activa | ||||||||||
Materiele vaste activa | ||||||||||
Financiële vaste activa | ||||||||||
Voorraden | ||||||||||
Vorderingen | ||||||||||
Liquide middelen | ||||||||||
Totaal activa | ||||||||||
Passiva | ||||||||||
Aandelenkapitaal | ||||||||||
Reserves | ||||||||||
Totaal eigen vermogen | ||||||||||
Voorzieningen | ||||||||||
Schulden op lange termijn | ||||||||||
Schulden op korte termijn | ||||||||||
Totaal passiva |
B.3. Liquiditeitsprognose
Voor het hele tijdspad van de financiële overzichten wordt de liquiditeitsprognose (per jaar) opgesteld. De liquiditeitsprognose geeft een overzicht van de liquiditeitspositie van de onderneming en geeft inzicht in financiële knelpunten
Inkomende liquiditeitsstroom | 2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Cash flow | |||||||||
Netto exploitatieresultaat | |||||||||
Afschrijvingen | |||||||||
Totaal cash flow | |||||||||
Kapitaalstortingen | |||||||||
Opgenomen langlopende leningen | |||||||||
Totaal inkomende liquiditeitsstroom | |||||||||
Uitgaande liquiditeitsstroom | |||||||||
Investeringen | |||||||||
Aflossing leningen | |||||||||
Mutatie saldo vorderingen en schulden | |||||||||
Totaal uitgaangde[lees: uitgaande] liquiditeitsstroom | |||||||||
Saldo liquiditeitstroom[lees: liquiditeitsstroom] | |||||||||
Liquiditeiten begin van de periode | |||||||||
Liquiditeiten eind van de periode |
Bijlage C. Gevoeligheidsanalyse
Ter onderbouwing van het bedrijfsplan kan de aanvrager een gevoeligheidsanalyse toepassen op het bedrijfsplan. Hierin wordt een overzicht gegeven van de invloed van de afwijking in elk van de afzonderlijke omzetcomponenten op de nettowinst, de solvabiliteit en de liquiditeit bijvoorbeeld volgens onderstaande schema's:
2003 | 2004 | 2005 | 2006 | 2007 | 2008 | 2009 | 2010 | 2011 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal omzet | |||||||||
Netto resultaat | |||||||||
Eigen vermogen | |||||||||
Liquide middelen |
Ook voor de andere componenten kunnen dergelijke berekeningen worden gemaakt indien deze individuele componenten ieder voor zich (zoals onderscheiden in de specificatie van de omzet) meer dan 10% uitmaken van de totale omzet in enig jaar.
Bijlage D. Modellen percentages programmatische voornemens
Programmavoorschrift | Voorgeschreven minimumpercentage | Ma. 07.00 – 19.00 uur | Di. 07.00 – 19.00 uur | Wo. 07.00 – 19.00 uur | Do. 07.00 – 19.00 uur | Vrij. 07.00 – 19.00 uur | Za. 07.00 – 19.00 uur | Zo. 07.00 – 19.00 uur | Ma. t/m Zo. 07.00 – 19.00 uur gemiddeld |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Klassieke muziek, moderne klassieke muziek daaronder begrepen, of jazz-muziek | Ten minste 50% van de netto-zendtijd |
D.1. Geclausuleerde kavel voor klassieke muziek of jazz-muziek (kavel A 8)
In ieder leeg vakje dient u een opgave te doen van het percentage dat u op de desbetreffende dag van de week tussen 07.00 uur en 19.00 uur uitsluitend aan het desbetreffende programmavoorschrift wenst te besteden. Dit percentage dient u te berekenen door het aantal minuten dat op de desbetreffende dag tussen 07.00 uur en 19.00 uur uitsluitend aan het desbetreffende programmavoorschrift zal worden besteed (A) te delen door de zogenaamde netto-zendtijd (B), en de uitkomst daarvan te vermenigvuldigen met 100%. Onder netto-zendtijd wordt verstaan: de totale zendtijd in minuten tussen 07.00 en 19.00 uur (720 minuten) minus het totaal aantal minuten aan reclameboodschappen en nieuws dat op de desbetreffende dag binnen het tijdvak 07.00 uur en 19.00 uur wordt uitgezonden.
Het percentage is dus: (A : B) × 100%. Het percentage wordt weergegeven in een heel getal (geen cijfers achter de komma).
In het laatste vakje dient u het gemiddelde percentage per dag, gemeten over een week, op te geven door de dagpercentages bij elkaar op te tellen en te delen door zeven. Ook dit percentage wordt weergegeven in een heel getal.
D.2. Kavel bestemd voor niet-landelijke commerciële radio-omroep
Programmavoorschriften | Voorgeschreven minimumpercentage | Ma. 07.00 – 19.00 uur | Di. 07.00 – 19.00 uur | Wo. 07.00 – 19.00 uur | Do. 07.00 – 19.00 uur | Vrij. 07.00 – 19.00 uur | Za. 07.00 – 19.00 uur | Zo. 07.00 – 19.00 uur | Ma. t/m Zo. 07.00 – 19.00 uur gemiddeld |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Muziek in het bijzonder gericht op het gebied waarvoor het programma bestemd is | Ten minste 10% netto-zendtijd |
Bovenstaande tabel dient u telkens per aangevraagde kavel volledig in te vullen.
In ieder leeg vakje dient u een opgave te doen van het percentage dat u op de desbetreffende dag van de week tussen 07.00 uur en 19.00 uur uitsluitend aan muziek in het bijzonder gericht op het gebied waarvoor het programma bestemd is, wenst te besteden. Dit percentage dient u te berekenen door het aantal minuten dat op de desbetreffende dag tussen 07.00 uur en 19.00 uur uitsluitend aan het programmavoorschrift zal worden besteed (A) te delen door de zogenaamde netto-zendtijd (B), en de uitkomst daarvan te vermenigvuldigen met 100%. Onder netto-zendtijd wordt verstaan: de totale zendtijd in minuten tussen 07.00 en 19.00 uur (720 minuten) minus het totaal aantal minuten aan reclameboodschappen dat op de desbetreffende dag binnen het tijdvak 07.00 uur en 19.00 uur wordt uitgezonden.
Het percentage is dus: A : B × 100%. Het percentage wordt weergegeven in een heel getal (geen cijfers achter de komma).
In het laatste vakje dient u het gemiddelde percentage per dag, gemeten over een week, op te geven door de dagpercentages bij elkaar op te tellen en te delen door zeven. Ook dit percentage wordt weergegeven in een heel getal.