Einde inhoudsopgave
Regeling vervolg verdeling frequenties commerciële radio-omroep 2003
Artikel 3 Beschikbare frequentieruimte niet-landelijke commerciële radio-omroep
Geldend
Geldend vanaf 10-08-2003
- Bronpublicatie:
29-07-2003, Stcrt. 2003, 151 (uitgifte: 08-08-2003, regelingnummer: MBL/JZ/2003/38079)
- Inwerkingtreding
10-08-2003
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-07-2003, Stcrt. 2003, 151 (uitgifte: 08-08-2003, regelingnummer: MBL/JZ/2003/38079)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Een aanvraag voor een vergunning voor niet-landelijke commerciële radio-omroep kan worden ingediend voor de kavels B2, B11 en B26. Deze kavels zijn beschreven in bijlage 1, tabel 2, bij deze regeling.
2.
Een aanvrager kan slechts één of meer van de kavels B2, B11 of B26 verwerven, indien dit tezamen met één van de kavels waarvoor hij reeds een vergunning voor niet-landelijke commerciële radio-omroep heeft verkregen, niet leidt tot een verboden combinatie als beschreven in bijlage 2a bij deze regeling.
3.
Een aanvrager kan slechts één of meer van de kavels B2, B11 of B26 verwerven, indien het demografisch bereik van deze kavels tezamen met het demografisch bereik van de kavels waarvoor hij reeds een vergunning voor niet-landelijke commerciële radio-omroep heeft verkregen, de dertig procent niet overschrijdt.
4.
Een aanvrager kan slechts één of meer van de kavels B2, B11 of B26 verwerven, indien hij niet reeds over een vergunning voor frequentieruimte met de bestemming landelijke commerciële radio-omroep beschikt.
5.
Voor zover een aanvrager zodanig verbonden is met een andere instelling dat er sprake is van eenzelfde instelling als bedoeld in artikel 82f, eerste lid, van de Mediawet is het tweede tot en met het vierde lid op laatstbedoelde instelling van toepassing.