Einde inhoudsopgave
Besluit beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen 2021; bijzonder overheidstoezicht
3.4 Uitzondering op de Wft-vergunningplicht voor intern opererende beleggingsinstellingen
Geldend
Geldend vanaf 03-11-2021. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 04-12-2020
- Bronpublicatie:
20-10-2021, Stcrt. 2021, 44815 (uitgifte: 02-11-2021, regelingnummer: 2021-4121)
- Inwerkingtreding
03-11-2021, terugwerkend tot: 04-12-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-10-2021, Stcrt. 2021, 44815 (uitgifte: 02-11-2021, regelingnummer: 2021-4121)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Vrijstelling
Een uitzondering van de Wft-vergunningplicht geldt voor beheerders van bepaalde interne fondsen (artikel 1:13a, onderdeel g, Wft). Omdat deze interne fondsen geen extern kapitaal ophalen, is er geen beleggersbescherming nodig en dus geen toezicht op het niveau van het interne fonds. Gebleken is echter dat sommige interne fondsen via het toezicht dat geldt voor de beleggers onder een toezichtregime kunnen vallen dat voor de vrijstelling van btw vergelijkbaar is te achten met het bijzonder overheidstoezicht op basis van de icbe- en AIFM-richtlijn. Dit is het geval als de interne fondsen onder het hierna aangegeven regime van bijzonder overheidstoezicht staan.
Onbenoemd 3.4.1 Interne fondsen van verzekeraars die vallen onder het toezicht op verzekeraars
Onbenoemd 3.4.2 Master-feederbeleggingsstructuren