Einde inhoudsopgave
Sturen met proceskosten (BPP nr. XII) 2011/8.6.3.1
8.6.3.1 Contract
mr. P. Sluijter, datum 31-10-2011
- Datum
31-10-2011
- Auteur
mr. P. Sluijter
- JCDI
JCDI:ADS600216:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Om dit te repareren kan de Orde aan advocaten kunnen opleggen dat zij bepaalde standaardbedingen over de verdeling van verantwoordelijkheden en risico's in hun contracten met cliënten opnemen, maar dit kunnen slechts algemene voorschriften zijn en geen maatwerk voor het concrete geschil.
Laffont & Martimort 2002, p. 3.
Laffont & Martimort 2002, p. 3.
Zie voor het basismodel Laffont & Martimort 2002, p. 32 e.v. Zie ook Kritzer 2002.
Hoogstens bepaalde grote repeat players zouden ertoe in staat kunnen zijn om een dergelijk agency problem zelf op te lossen.
Verkijk 2010, p. 786-790, concludeert overigens dat de positie van de cliënt ten opzichte van de advocaat in Nederland zwakker is dan in Duitsland en Engeland, vanwege de lage eisen die aan de advisering van de cliënt worden gesteld. Hij beveelt terecht striktere eisen aan, maar daarmee zal de positie van de cliënt niet zodanig worden versterkt dat doorberekening via contract en markt in het vervolg wel goed mogelijk wordt.
Idealiter zouden cliënt en advocaat een optimaal contract kunnen uitonderhan-delen, dat de verantwoordelijkheden en risico's op een efficiënte manier verdeelt en die tot uiting laat komen in de beloningstructuur. De kostenconsequenties landen dan bij de persoon die er verantwoordelijk voor is, waardoor deterrence wordt bereikt, zonder dat daarvoor nog nadere regulering met de bijbehorende satellite litigation nodig is.
Dit gaat echter uit van een enigszins gelijke machts- en informatieverhouding. Aan die voorwaarde wordt niet voldaan.1 De advocaat heeft een grote informatievoorsprong bij het inschatten van de slagingskans van een vordering en van de inspanningen in tijd en kosten die nodig zijn om de vordering in rechte door te zetten (hidden knowledge2). Ook kan de cliënt tijdens het proces meestal niet precies observeren en waarderen welke acties de advocaat uitvoert en hoe efficiënt hij dat doet (hidden action3). Het eindvonnis biedt wellicht enige informatie, maar veel conflicten eindigen niet met een vonnis. Bovendien moet de cliënt dan uit het vonnis kunnen begrijpen dat de advocaat verstorend procesgedrag heeft vertoond dat een negatieve kostenconsequentie heeft opgeleverd en moet de cliënt met die mogelijkheid reeds rekening hebben gehouden bij het aangaan van het contract met de advocaat. Anders kan hij die immers niet verwerken in de beloningstructuur zoals die vooraf contractueel wordt vastgelegd. Zonder daadwerkelijk in de ingewikkelde economische modellen met incentive schemes te duiken,4 kan wel worden aangenomen dat de gemiddelde cliënt qua informatiepositie en deskundigheid niet in staat is om zelfstandig vooraf een zodanig contract met de advocaat af te sluiten dat de juiste soort kostenconsequenties (die waar de advocaat verantwoordelijk voor is) voor diens rekening komen.5 Uit de bespreking van de Nederlandse advocaat-cliëntverhouding in § 8.6.2 bleek bovendien dat de advocaat slechts beperkte verplichtingen heeft om de cliënt te informeren.6