Sturen met proceskosten
Einde inhoudsopgave
Sturen met proceskosten (BPP nr. XII) 2011/8.6.3.2:8.6.3.2 Marktwerking
Sturen met proceskosten (BPP nr. XII) 2011/8.6.3.2
8.6.3.2 Marktwerking
Documentgegevens:
mr. P. Sluijter, datum 31-10-2011
- Datum
31-10-2011
- Auteur
mr. P. Sluijter
- JCDI
JCDI:ADS594397:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Vgl. het baanbrekende artikel Akerlof 1970, over de effecten van informatieproblemen op de markt voor tweedehands autos (lemons).
Cooter & Ulen 2008, p. 433, wijzen op dit reputatie-effect en leggen dit in verband met de steeds grotere kantoren die hun handelsnaam als keurmerk voor kwaliteit hanteren en daarom hogere uurtarieven kunnen vragen.
Dit ligt anders als de cliënt wordt vertegenwoordigd door een gemachtigde van een rechts-bijstandverzekeraar, want dan draait de verzekeraar in de regel op voor de kostenconsequenties; zie § 7.6.2.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Een andere ongereguleerde optie is dat de markt voor advocaten haar werk doet via reputaties en prijzen. Ook hier speelt echter een informatieprobleem.1 Als een advocaat een verstorende gedraging verricht, waardoor de cliënt een kostenconsequentie krijgt opgelegd, dan is het eerst de vraag of de cliënt dit überhaupt merkt en/of van belang acht. Met name als de cliënt de zaak wint is het voorstelbaar dat die dan niet veel waarde hecht aan het feit dat geen of een minder voordelige kostenveroordeling wordt verkregen. Maar ook als de cliënt wel weet van de kostenconsequentie en daardoor negatiever over de advocaat denkt, is het de vraag hoe die informatie met de rest van de markt voor advocaten wordt gedeeld. Dit zal sterk afhangen van het soort kantoor en het type cliënt. Als de cliënt een one-shotter is met een eenmalig conflict en met een klein netwerk, dan zal het negatieve reputatie-effect voor de advocaat (en zijn of haar kantoor) beperkt zijn. Bij kantoren met grotere klanten, die vaker samen zaken verrichten, kan beter worden geobserveerd welke kwaliteit wordt geleverd en kunnen reputaties een grotere rol spelen.2
Over het algemeen lijken de informatieproblemen te groot en de markttrans-parantie te klein om te kunnen stellen dat negatieve kostenconsequenties jegens de cliënt via marktwerking en zonder nadere regulering bij de advocaat terecht komen.3 Bovendien heeft de getroffen cliënt er in de concrete zaak niets aan: de reputatie- en markteffecten hebben slechts effect op toekomstige zaken.
Daarom wordt in de volgende twee subparagrafen gekeken naar gereguleerde vormen van doorberekening. De eerste is de directe weg van het eigen beursje, waarbij de rechter rechtstreeks de kosten voor rekening van de advocaat brengt. De tweede, indirecte, weg is die waarin de partij de kostenconsequentie opgelegd krijgt, maar het aansprakelijkheidsrecht (al dan niet via de opstap van het tuchtrecht) de mogelijkheid biedt om die consequentie aan de advocaat door te berekenen, waardoor de advocaat toch voldoende wordt afgeschrikt om geen verstorend procesgedrag te vertonen.
Figuur 8.4: Gereguleerde doorberekening