Einde inhoudsopgave
Sturen met proceskosten (BPP nr. XII) 2011/
Verhandeling
mr. P. Sluijter, datum 31-10-2011
- Datum
31-10-2011
- Auteur
mr. P. Sluijter
- JCDI
JCDI:ADS596749:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Voetnoten
Voetnoten
Volgens het Coase Theorema, volgend uit Coase 1960, maakt de initiële verdeling van rechten (en daaruit volgend: aansprakelijkheid) niet uit, als partijen daarover zonder transactiekosten kunnen onderhandelen, zodat zij alsnog tot efficiënte afspraken komen. Coase laat zelf echter al zien dat er vrijwel altijd transactiekosten zijn en ook door veel latere auteurs is gewezen op het feit dat nul transactiekosten, volledige transparantie/informatie, volledige rationaliteit en een probleemloze verdeling van het onderhandelingssurplus in de praktijk niet mogelijk is (o.a. Cooter 1982; recent nog Hahnel & Sheeran 2009 met nadere verwijzingen naar kritieken). Tussen wederpartij-cliëntadvocaat wordt aan deze voorwaarden in elk geval niet voldaan.
In Nederland ook wel kwalitatieve aansprakelijkheid' genoemd.
Kraakman 2009, p. 135. Controle kan plaatsvinden door 'monitoring', maar ook door contractueel de incentives van de agent juist vast te leggen (p. 136). Zie ook Shavell 2004, p. 232-236; Cooter & Ulen 2008, p. 381-382.
Vanuit een rechtseconomische invalshoek ligt het voor de hand om eerst te bekijken of de kostenconsequenties die aan de cliënt worden opgelegd via contractuele afspraken en marktwerking' bij de advocaat terecht komen, zonder dat daarvoor verdere regulering nodig is.1 Volgens de rechtseconomische literatuur over vicarious liability - risicoaansprakelijkheid van de principaal voor gedrag van de agent2 - geldt dat 'the likely efficiency of vicarious liablity increases with the ability of principals to monitor and control agent risk-taking'.3
Figuur 8.3: Doorberekening via contract of markt