Einde inhoudsopgave
Voorschrift Vreemdelingen 2000
Artikel 3.34a
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2024
- Bronpublicatie:
25-03-2024, Stcrt. 2024, 10759 (uitgifte: 03-04-2024, regelingnummer: 5302206)
- Inwerkingtreding
01-04-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-03-2024, Stcrt. 2024, 10759 (uitgifte: 03-04-2024, regelingnummer: 5302206)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Vreemdelingenrecht (V)
In afwijking van artikel 3.34 geldt voor de navolgende categorieën vreemdelingen als bedoeld in kolom I, het daarachter vermelde bedrag in kolom II onderscheidenlijk kolom III.
I. Categorie | II. Verlening of wijziging | III. Verlenging |
---|---|---|
a. ‘verblijf als familie- of gezinslid’ indien het een meerderjarig kind betreft die verblijf vraagt bij een ouder | € 228 | € 228 |
b. gezinslid van een houder van een EU- verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen welk gezinslid het verblijfsdoel ‘verblijf als familie- of gezinslid’ aanvraagt | € 228 | € 228 |
c. houder van een EU-verblijfsvergunning voor langdurig ingezetenen in een andere lidstaat of een gezinslid daarvan die een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet aanvraagt | € 228 | € 228 |
d. vreemdeling die valt onder artikel 41, eerste lid, van het op 23 november 1970 te Brussel tot stand gekomen Aanvullend Protocol bij de op 12 september 1963 te Ankara gesloten Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Economische Gemeenschap en Turkije (Trb. 1971, 70) of artikel 6, 7 of 13 van het Besluit 1/80 van de Associatieraad EEG-Turkije betreffende de ontwikkeling van de Associatie | € 76 | € 76 |
e. vreemdeling die in aanmerking komt voor de terugkeeroptie op grond van artikel 8 van de Remigratiewet | € 76 | € 76 |
f. vreemdeling met de nationaliteit van Argentinië, Australië, Canada, Hong Kong, Nieuw Zeeland dan wel Zuid-Korea die het verblijfsdoel ‘uitwisseling’ aanvraagt, in het kader van het Working Holiday Scheme of het Working Holiday Programme | € 76 | niet van toepassing |
g. vreemdeling met de nationaliteit van Canada die het verblijfsdoel ‘lerend werken’ aanvraagt, in het kader van het Young Workers Exchange Programme | € 76 | € 76 |
h. vreemdeling die werkzaamheden als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van het op 7 juni 2007 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Zetelverdrag tussen het Internationaal Strafhof en het Gastland (Trb. 2007, 25) verricht en het verblijfsdoel ‘arbeid in loondienst’ aanvraagt | € 76 | € 76 |
i. vreemdeling die met het oog op de voorlaatste alinea van de brief van 21 december 2007 van de Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden bij de Verenigde Naties, behorend bij het op 21 december 2007 te New York tot stand gekomen Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Verenigde Naties betreffende de Zetel van het Speciale Tribunaal voor Libanon (Trb. 2007, 228), het verblijfsdoel ‘arbeid in loondienst’ aanvraagt | € 76 | € 76 |
j. vreemdeling die het verblijfsdoel ‘verblijf als familie- of gezinslid’ aanvraagt en die om vrijstelling van leges verzoekt, daarbij een gerechtvaardigd beroep doet op artikel 8 EVRM en aantoont niet te kunnen beschikken over middelen om aan de legesverplichting te kunnen voldoen | € 0 | € 0 |
k. vreemdeling die blijkens een schriftelijke verklaring van de Minister in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet, voor een verblijfsdoel verband houdend met niet-tijdelijke humanitaire gronden of met een ander verblijfsdoel dan genoemd in artikel 3.4, eerste lid, van het Besluit | € 0 | niet van toepassing |
l. minderjarig kind dat een aanvraag indient voor ‘verblijf als familie- of gezinslid’ bij een vreemdeling die verblijf heeft gekregen of heeft aangevraagd voor het verblijfsdoel ‘tijdelijke humanitaire gronden’, tenzij die verblijfsvergunning is verleend op grond van artikel 3.48, tweede lid, onder a, van het Besluit | € 0 | € 0 |
m. vreemdeling in aanmerking komt voor verlenging van de verblijfsvergunning als bedoeld in artikel van 14 van de Wet, onder een beperking verband houdend met verblijf als familie- of gezinslid voor verblijf bij een vreemdeling aan wie in het kader van dreigend eergerelateerd geweld, slachtoffer mensenhandel of huiselijk geweld, een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet, onder een beperking verband houdend met tijdelijke humanitaire gronden is verleend | niet van toepassing | € 0 |
n. de broer en zus die een aanvraag indienen voor ‘verblijf als familie- en gezinslid’ bij een vreemdeling die verblijf heeft gekregen of heeft aangevraagd voor het verblijfsdoel ‘tijdelijke humanitaire gronden’ in het kader van het beleid voor de Afghaanse vreemdeling die een verwesterde, schoolgaande en minderjarige vrouw is | € 0 | € 0 |
o. vreemdeling die een aanvraag indient in het geval, bedoeld in artikel 3.101, tweede lid, van het Besluit | € 0 | niet van toepassing |
p. vreemdeling waaraan een verblijfsvergunning is verleend in het kader van verblijf als gezinslid van een militair verbonden aan een hier te lande gevestigd internationaal militair hoofdkwartier (Joint Force Command- headquarters) onder de beperking ‘arbeid in loondienst’ | € 228 | € 0 |
€ 0 | € 0 |