Einde inhoudsopgave
Voorschrift Vreemdelingen 2000
Artikel 3.51
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
01-12-2023, Stcrt. 2023, 33937 (uitgifte: 13-12-2023, regelingnummer: 5031699)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-12-2023, Stcrt. 2023, 33937 (uitgifte: 13-12-2023, regelingnummer: 5031699)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Vreemdelingenrecht (V)
1.
Ter zake van de afgifte ter uitvoering van artikel 4.22, eerste lid, van het Besluit , van een vervangend document waaruit het rechtmatig verblijf, bedoeld in artikel 8, onder b en d, van de Wet blijkt, is de vreemdeling een bedrag van € 154 verschuldigd.
2.
In afwijking van het eerste lid is de vreemdeling een bedrag van € 76 verschuldigd ter zake van de afgifte van een vervangend document:
- a.
waaruit het rechtmatig verblijf, bedoeld in artikel 8, onder b, van de Wet blijkt voor zover de vreemdeling van Turkse nationaliteit is en de vreemdeling direct voorafgaande aan de aanvraag houder is van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet onder een beperking verband houdend met het verrichten van arbeid als zelfstandige;
- b.
waaruit het rechtmatig verblijf, bedoeld in artikel 8, onder b, van de Wet blijkt voor zover de vreemdeling van Turkse nationaliteit is en het verrichten van arbeid is toegestaan;
- c.
waaruit het rechtmatig verblijf bedoeld in artikel 8, onder b, van de Wet blijkt, voor zover de vreemdeling het gezinslid is van een vreemdeling als bedoeld in onderdeel b;
- d.
waaruit het rechtmatig verblijf, bedoeld in artikel 8, onder d, van de Wet blijkt voor zover de vreemdeling van Turkse nationaliteit is of het gezinslid is van een dergelijke vreemdeling.