Bevrijdende verweren
Einde inhoudsopgave
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/310:310 Tussenconclusie contra-bevrijdend verweer: een beroep op de beperkende werking van redelijkheid en billijkheid
Bevrijdende verweren (BPP nr. XXII) 2023/310
310 Tussenconclusie contra-bevrijdend verweer: een beroep op de beperkende werking van redelijkheid en billijkheid
Documentgegevens:
H.W.B. thoe Schwartzenberg, datum 27-01-2023
- Datum
27-01-2023
- Auteur
H.W.B. thoe Schwartzenberg
- JCDI
JCDI:ADS691775:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De rechter is afhankelijk van een beroep op art. 6:248 lid 2 BW. Een beroep op art. 6:248 lid 2 BW kan zo voor de hand liggen dat het de rechter vrijstaat deze bepaling ambtshalve aan de orde te stellen en partijen in de gelegenheid te stellen zich daarover uit te laten. Bovendien kan de rechter wanneer in het partijdebat in het kader van de reactie op het gevoerde bevrijdende verweer voldoende feiten en omstandigheden zijn gesteld, met toepassing van art. 25 Rv de rechtsgrond aanvullen en toepassing geven aan art. 6:248 lid 2 BW.