Einde inhoudsopgave
Cessie (O&R nr. 70) 2012/III.2.4.2.3
III.2.4.2.3 Variabele terugbetaling van hoofdsom onder de ABS
mr. M.H.E. Rongen, datum 01-10-2011
- Datum
01-10-2011
- Auteur
mr. M.H.E. Rongen
- JCDI
JCDI:ADS357592:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Algemeen
Goederenrecht / Verkrijging en verlies
Voetnoten
Voetnoten
In geval van hypothecaire leningen ter zake van woningfinanciering is het in Nederland gebruikelijk dat de geldnemer bevoegd is om elk jaar een bepaald deel van de oorspronkelijke hoofdsom (bijvoorbeeld 20%) boetevrij vervroegd af te lossen.
Zie § II.5.2.1.
Zie § II.5.2.2.
De zogeheten ‘collection period’. Dit is de periode die is gelegen tussen twee betaaldagen onder de ABS. Hoofdsom- en rentebetalingen onder de ABS geschieden vaak kwartaallijks of halfjaarlijks.
Deze gedeeltelijke aflossing van de ABS kan op verschillende manieren geschieden: (i) gedeeltelijke vervroegde aflossing van alle effecten pro rata; (ii) volledige aflossing van een aantal van de uitstaande effecten; door middel van een loting wordt bepaald welke effecten(nummers) voor volledige aflossing in aanmerking komen en (iii) inkoop van een aantal effecten op de secundaire markt, waarna het SPV de effecten intrekt. Overigens is de eerste methode de meest gebruikelijke.
Deze techniek is gebruikt in het merendeel van de Nederlandse RMBS. Aangezien de van schuldenaren ontvangen hoofdsombetalingen min of meer ongewijzigd worden doorbetaald aan de investeerders, worden deze effecten in de praktijk wel aangeduid als pass-throughs. Zoals ik hiervoor heb aangegeven, is deze kwalificatie echter niet juist. Het is zuiverder te spreken van pay-throughs.
238. Pass-through structuur en mandatory redemption. De ‘contante waarde clausule’ en substitutie elimineren het aan het ‘prepayment risk’ verbonden herbeleggingsrisico niet volledig.1 Met het oog daarop kan een securitisation zo worden gestructureerd, dat de vervroegde aflossingen die in een bepaalde periode worden ontvangen, worden doorgeleid naar de investeerders in de ABS. De investeerders dragen dan het herbeleggingsrisico verbonden aan de vervroegde aflossingen.
Dit is per definitie het geval in een pass-through securitisation. Passthrough securities geven de investeerders immers recht op doorbetaling van een pro rata deel van de op de geëffectiseerde vorderingen ontvangen rente en hoofdsom, inclusief vervroegde aflossingen. De doorbetaling van hoofdsom en rente geschiedt in beginsel in dezelfde omvang en frequentie als waarin deze van de schuldenaren worden ontvangen. De betalings- en risicokarakteristieken van de pass-throughs stemmen zodoende grotendeels overeen met die van de geëffectiseerde vorderingen.2
Echter, ook in een pay-through securitisation3 kan het SPV op grond van een mandatory redemption clause gehouden zijn om alle in een bepaalde periode4 van schuldenaren ontvangen hoofdsombetalingen, waaronder vervroegde aflossingen, aan te wenden voor de aflossing van de ABS, behoudens voor zover deze gelden door het SPV worden aangewend voor de aankoop van nieuwe vorderingen.5 Ook in dat geval worden de ABS dus niet volgens een vast aflossingsschema afgelost, maar variëren de aflossingsbedragen naarmate het SPV meer of minder hoofdsombetalingen van schuldenaren ontvangt.6