Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/2115 tot vaststelling van voorschriften inzake steun voor de strategische plannen die de lidstaten in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid opstellen (strategische GLB-plannen) en die uit het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) worden gefinancierd, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1305/2013 en (EU) nr. 1307/2013
Artikel 72 Gebiedsspecifieke nadelen als gevolg van bepaalde verplichte vereisten
Geldend
Geldend vanaf 07-12-2021
- Bronpublicatie:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2115)
- Inwerkingtreding
07-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2115)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Agrarisch recht (V)
Milieurecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
De lidstaten kunnen betalingen toekennen voor gebiedsspecifieke nadelen als gevolg van vereisten die voortvloeien uit de uitvoering van Richtlijn 92/43/EEG, 2009/147/EG of 2000/60/EG onder de voorwaarden die in dit artikel zijn vastgesteld en die door hen nader zijn gespecificeerd in hun strategische GLB-plannen, met als doel bij te dragen aan het bereiken van een of meer van de specifieke doelstellingen die zijn vastgelegd in artikel 6, leden 1 en 2.
2.
Betalingen uit hoofde van dit artikel worden uitgekeerd aan landbouwers, bosbezitters en hun organisaties, alsmede aan andere grondbeheerders.
3.
Bij de afbakening van gebieden met nadelen kunnen de lidstaten een of meer van de volgende gebieden opnemen:
- a)
uit hoofde van de Richtlijnen 92/43/EEG en 2009/147/EG aangewezen Natura 2000-landbouwgebieden en Natura 2000-bosbouwgebieden;
- b)
andere afgebakende natuurbeschermingsgebieden met specifieke beperkingen op milieugebied voor landbouw of bosbouw, die bijdragen tot de uitvoering van artikel 10 van Richtlijn 92/43/EEG, op voorwaarde dat die gebieden niet groter zijn dan 5 % van de oppervlakte van de aangewezen Natura 2000-gebieden die onder de territoriale reikwijdte van elk strategisch GLB-plan vallen;
- c)
landbouwarealen die zijn opgenomen in stroomgebiedsbeheersplannen op grond van Richtlijn 2000/60/EG.
4.
De lidstaten kunnen betalingen in het kader van dit artikel enkel toekennen om begunstigden geheel of gedeeltelijk te vergoeden voor de extra kosten, transactiekosten inbegrepen, en de gederfde inkomsten met betrekking tot de gebiedsspecifieke nadelen in het betrokken gebied.
5.
De in lid 4 bedoelde extra kosten en gederfde inkomsten worden berekend:
- a)
ten aanzien van de beperkingen als gevolg van de Richtlijnen 92/43/EEG en 2009/147/EG, in verband met nadelen die voortvloeien uit vereisten die verder gaan dan de in hoofdstuk I, afdeling 2, van deze titel ter zake vastgestelde GLMC-normen en de overeenkomstig artikel 4, lid 2, van deze verordening vastgestelde voorwaarden voor de instandhouding van het landbouwareaal;
- b)
ten aanzien van de beperkingen als gevolg van Richtlijn 2000/60/EG, in verband met nadelen die voortvloeien uit vereisten die verder gaan dan de uit de regelgeving ter zake voortvloeiende beheerseisen, met uitzondering van RBE 1 als opgenomen in bijlage III, en GLMC-normen die zijn vastgesteld op grond van hoofdstuk I, afdeling 2, van deze titel, en de overeenkomstig artikel 4, lid 2, van deze verordening vastgestelde voorwaarden voor de instandhouding van het landbouwareaal.
6.
Betalingen uit hoofde van dit artikel worden jaarlijks toegekend per hectare land.