Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/341 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 met overgangsregels voor enkele bepalingen van het douanewetboek van de Unie voor de gevallen waarin de relevante elektronische systemen nog niet operationeel zijn
Aanhangsel C2 Toelichting op het gebruik van de aangifte voor douanevervoer door middel van de uitwisseling van EDI-standaardberichten
Geldend
Geldend vanaf 04-04-2016
- Bronpublicatie:
17-12-2015, PbEU 2016, L 69 (uitgifte: 15-03-2016, regelingnummer: 2016/341)
- Inwerkingtreding
04-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2015, PbEU 2016, L 69 (uitgifte: 15-03-2016, regelingnummer: 2016/341)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(EDI-aangifte voor douanevervoer)
Titel I. Algemeen
De EDI-aangifte voor douanevervoer is gebaseerd op de gegevens die zijn ingevuld in de vakken van het enig document zoals vastgesteld in de aanhangsels C1 en D1, in voorkomend geval gecombineerd met of vervangen door een code.
Dit aanhangsel bevat uitsluitend de bijzondere basisvoorschriften die van toepassing zijn wanneer de formaliteiten worden vervuld door middel van de uitwisseling van EDI-standaardberichten. Voorts zijn de in aanhangsel D2 opgenomen aanvullende codes van toepassing. De aanhangsels C1 en D1 gelden voor EDI-aangiften voor douanevervoer, tenzij in dit aanhangsel of in aanhangsel D2 anders is bepaald.
Om het correcte functioneren van het systeem te waarborgen, dienen de gedetailleerde structuur en inhoud van de EDI-aangifte voor douanevervoer te voldoen aan de technische specificaties die de bevoegde autoriteiten aan de houder van de regeling meedelen. Deze specificaties zijn gebaseerd op de in dit aanhangsel vastgestelde voorschriften.
Dit aanhangsel beschrijft de structuur van de gegevensuitwisseling. De aangifte voor douanevervoer wordt ingedeeld in gegevensgroepen, die gegevenskenmerken bevatten. De kenmerken worden zodanig gegroepeerd dat ze samenhangende logische blokken vormen binnen het bericht. Een gegevensgroepindentatie geeft aan dat de gegevensgroep afhangt van een gegevensgroep met een lagere indentatie.
Indien aanwezig wordt het nummer van het vak op het enig document vermeld.
Met de omschrijving ‘aantal’ in de toelichting bij een gegevensgroep wordt verwezen naar het aantal malen dat die gegevensgroep in de aangifte voor douanevervoer mag voorkomen.
Met de omschrijving ‘type/lengte’ in de toelichting bij een kenmerk wordt verwezen naar de vereisten voor het gegevenstype en de gegevenslengte. Voor het gegevenstype worden de volgende codes gebruikt:
- a.
alfabetisch
- n.
numeriek
- an.
alfanumeriek
Het getal na de code geeft de toegelaten gegevenslengte aan. Hierbij geldt het volgende:
de facultatieve twee punten voor de lengte-indicator betekenen dat de gegevens geen vaste lengte hebben, maar dat het maximale aantal karakters wordt aangegeven door de lengte-indicator. Een komma in de gegevenslengte betekent dat het kenmerk decimalen kan bevatten, waarbij het cijfer voor de komma de totale lengte van het kenmerk aangeeft en het cijfer na de komma het maximale aantal cijfers na de decimale punt.
Titel II. Structuur van de EDI-aangifte voor douanevervoer
A. Overzicht gegevensgroepen
DOUANEVERVOER
HANDELAAR afzender
HANDELAAR geadresseerde
ARTIKEL
- —
HANDELAAR afzender
- —
HANDELAAR geadresseerde
- —
CONTAINERS
- —
SGI CODES
- —
COLLI
- —
VOORAFGAANDE ADMINISTRATIEVE REFERENTIES
- —
VOORGELEGDE DOCUMENTEN/CERTIFICATEN
- —
BIJZONDERE VERMELDINGEN
DOUANEKANTOOR van vertrek
HANDELAAR houder van de regeling
VERTEGENWOORDIGER
DOUANEKANTOOR van doorgang
DOUANEKANTOOR van bestemming
HANDELAAR toegelaten geadresseerde
CONTROLERESULTAAT
VERZEGELINGSINFORMATIE
- —
VERZEGELINGSIDENTITEIT
ZEKERHEIDSTELLING
- —
REFERENTIE ZEKERHEIDSTELLING
- —
GELDIGHEIDSBEPERKING (EU)
- —
GELDIGHEIDSBEPERKING (NIET-EU)
B. Gegevens EDI-aangifte douanevervoer
DOUANEVERVOER
Aantal: 1
Deze gegevensgroep moet worden gebruikt.
LRN
Type/lengte: an ..22
Het lokale referentienummer (LRN) moet worden gebruikt. Dit nummer is nationaal gedefinieerd en wordt in overeenstemming met de bevoegde autoriteiten door de gebruiker toegewezen om elke afzonderlijke aangifte te identificeren.
Soort aangifte | (vak 1) |
Type/lengte: an ..5
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
Totaal aantal artikelen | (vak 5) |
Type/lengte: n ..5
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
Totaal aantal colli | (vak 6) |
Type/lengte: n ..7
Het gebruik van dit kenmerk is facultatief. Het totale aantal colli is gelijk aan de som van alle ‘Totaal colli’ + alle ‘Aantal stuks’ + de waarde ‘1’ voor elke aangegeven ‘Los gestort’.
Land van verzending | (vak 15a) |
Type/lengte: a2
Dit kenmerk moet worden gebruikt als slechts één land van verzending wordt aangegeven. De landcodes in aanhangsel D2 moeten worden gebruikt. In dit geval kan het kenmerk ‘Land van verzending’ van de gegevensgroep ‘ARTIKEL’ niet worden gebruikt. Indien meer dan één land van verzending wordt aangegeven, kan dit kenmerk van de gegevensgroep ‘DOUANEVERVOER’ niet worden gebruikt. In dat geval moet het kenmerk ‘Land van verzending’ van de gegevensgroep ‘ARTIKEL’ worden gebruikt.
Land van bestemming | (vak 17a) |
Type/lengte: a2
Dit kenmerk moet worden gebruikt als slechts één land van bestemming wordt aangegeven. De landcodes in aanhangsel D2 moeten worden gebruikt. In dat geval kan het kenmerk ‘Land van bestemming’ van de gegevensgroep ‘ARTIKEL’ niet worden gebruikt. Indien meer dan één land van bestemming wordt aangegeven, kan dit kenmerk van de gegevensgroep ‘DOUANEVERVOER’ niet worden gebruikt. In dat geval moet het kenmerk ‘Land van bestemming’ van de gegevensgroep ‘ARTIKEL’ worden gebruikt.
Identiteit bij vertrek | (vak 18) |
Type/lengte: an ..27
Dit kenmerk moet worden gebruikt overeenkomstig aanhangsel C1.
Identiteit bij vertrek LNG
Type/lengte: a2
Als het overeenkomstige vrije tekstveld wordt gebruikt, moeten de in aanhangsel D2 bedoelde taalcodes worden gebruikt om de taal (LNG) aan te geven.
Nationaliteit bij vertrek | (vak 18) |
Type/lengte: a2
De landcodes in aanhangsel D2 moeten worden gebruikt overeenkomstig aanhangsel C1.
Container | (vak 19) |
Type/lengte: n1
Er moet gebruik worden gemaakt van de volgende codes:
0: nee
1: ja
Nationaliteit bij grensoverschrijding | (vak 21) |
Type/lengte: a2
De landcodes in aanhangsel D2 moeten worden gebruikt overeenkomstig aanhangsel C1.
Identiteit bij grensoverschrijding | (vak 21) |
Type/lengte: an ..27
Het gebruik van dit kenmerk is voor de lidstaten facultatief overeenkomstig aanhangsel C1.
Identiteit bij grensoverschrijding LNG
Type/lengte: a2
Als het overeenkomstige vrije tekstveld wordt gebruikt, moeten de in aanhangsel D2 bedoelde taalcodes worden gebruikt om de taal (LNG) aan te geven.
Type vervoer grensoverschrijding | (vak 21) |
Type/lengte: n ..2
Het gebruik van dit kenmerk is voor de lidstaten facultatief overeenkomstig aanhangsel C1.
Vervoerswijze aan de grens | (vak 25) |
Type/lengte: n ..2
Het gebruik van dit kenmerk is voor de lidstaten facultatief overeenkomstig aanhangsel C1.
Binnenlandse vervoerswijze | (vak 26) |
Type/lengte: n ..2
Het gebruik van dit kenmerk is voor de lidstaten facultatief. Voor het gebruik geldt de toelichting op vak 25 in aanhangsel D1.
Plaats van lading | (vak 27) |
Type/lengte: an ..17
Het gebruik van dit kenmerk is voor de lidstaten facultatief.
Code erkende locatie | (vak 30) |
Type/lengte: an ..17
Dit kenmerk kan niet worden gebruikt als de gegevensgroep ‘CONTROLERESULTAAT’ wordt gebruikt. Als deze gegevensgroep niet wordt gebruikt, is dit kenmerk facultatief. Bij gebruik van dit kenmerk moet de plaats waar de goederen kunnen worden onderzocht, exact in gecodeerde vorm worden opgegeven. De kenmerken ‘Erkende locatie van goederen’/‘Code erkende locatie’, ‘Toegelaten locatie van goederen’ en ‘Door de douane aangewezen plaats’ kunnen niet tegelijk worden gebruikt.
Erkende locatie van goederen | (vak 30) |
Type/lengte: an ..35
Dit kenmerk kan niet worden gebruikt als de gegevensgroep ‘CONTROLERESULTAAT’ wordt gebruikt. Als deze gegevensgroep niet wordt gebruikt, is dit kenmerk facultatief. Bij gebruik van dit kenmerk moet de plaats waar de goederen kunnen worden onderzocht, exact worden opgegeven. De kenmerken ‘Erkende locatie van goederen’/‘Code erkende locatie’, ‘Toegelaten locatie van goederen’ en ‘Door de douane aangewezen plaats’ kunnen niet tegelijk worden gebruikt.
Erkende locatie van goederen LNG
Type/lengte: a2
Als het overeenkomstige vrije tekstveld wordt gebruikt, moeten de in aanhangsel D2 bedoelde taalcodes worden gebruikt om de taal (LNG) aan te geven.
Toegelaten locatie van goederen | (vak 30) |
Type/lengte: an ..17
Dit kenmerk is facultatief als de gegevensgroep ‘CONTROLERESULTAAT’ wordt gebruikt. Bij gebruik van dit kenmerk moet de plaats waar de goederen kunnen worden onderzocht, exact worden opgegeven. Als de gegevensgroep ‘CONTROLERESULTAAT’ niet wordt gebruikt, kan dit kenmerk niet worden gebruikt. De kenmerken ‘Erkende locatie van goederen’/‘Code erkende locatie’, ‘Toegelaten locatie van goederen’ en ‘Door de douane aangewezen plaats’ kunnen niet tegelijk worden gebruikt.
Door de douane aangewezen plaats | (vak 30) |
Type/lengte: an ..17
Dit kenmerk kan niet worden gebruikt als de gegevensgroep ‘CONTROLERESULTAAT’ wordt gebruikt. Als deze gegevensgroep niet wordt gebruikt, is dit kenmerk facultatief. Bij gebruik van dit kenmerk moet de plaats waar de goederen kunnen worden onderzocht, exact worden opgegeven. De kenmerken ‘Erkende locatie van goederen’/‘Code erkende locatie’, ‘Toegelaten locatie van goederen’ en ‘Door de douane aangewezen plaats’ kunnen niet tegelijk worden gebruikt.
Totale brutomassa | (vak 35) |
Type/lengte: n ..11,3
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
Taalcode NCTS-geleidedocument
Type/lengte: a2
Om de taal van het begeleidingsdocument voor douanevervoer (NCTS-geleidedocument) aan te geven, worden de in aanhangsel D2 bedoelde taalcodes gebruikt.
Dialoogtaalindicator bij vertrek
Type/lengte: a2
Het gebruik van de in aanhangsel D2 bedoelde taalcodes is facultatief. Als dit kenmerk niet wordt gebruikt, wordt door het systeem de standaardtaal van het kantoor van vertrek gebruikt.
Datum van aangifte | (vak 50) |
Type/lengte: n8
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
Plaats van aangifte | (vak 50) |
Type/lengte: an ..35
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
Plaats van aangifte LNG
Type/lengte: a2
Om de taal (LNG) van het overeenkomstige vrije tekstveld aan te geven, worden de in aanhangsel D2 bedoelde taalcodes gebruikt.
HANDELAAR afzender | (vak 2) |
Aantal: 1
Deze gegevensgroep wordt gebruikt wanneer slechts één afzender wordt aangegeven. In dit geval kan de gegevensgroep ‘HANDELAAR afzender’ van de gegevensgroep ‘ARTIKEL’ niet worden gebruikt.
Naam | (vak 2) |
Type/lengte: an ..35
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
Straat en nummer | (vak 2) |
Type/lengte: an ..35
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
Land | (vak 2) |
Type/lengte: a2
De landcodes in aanhangsel D2 moeten worden gebruikt.
Postcode | (vak 2) |
Type/lengte: an ..9
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
Stad | (vak 2) |
Type/lengte: an ..35
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
NAD LNG
Type/lengte: a2
Om de taal van naam en adres (NAD LNG) aan te geven, worden de in aanhangsel D2 bedoelde taalcodes gebruikt.
TIN | (vak 2) |
Type/lengte: an ..17
Het gebruik van dit kenmerk voor de opgave van het Trader Identification Number (TIN) (identificatienummer handelaar) is voor de lidstaten facultatief.
HANDELAAR geadresseerde | (vak 8) |
Aantal: 1
Deze gegevensgroep moet worden gebruikt wanneer slechts één geadresseerde wordt aangegeven en het kenmerk ‘Land van bestemming’ van de gegevensgroep ‘DOUANEVERVOER’ een lidstaat of een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer, bevat. In dat geval kan de gegevensgroep ‘HANDELAAR geadresseerde’ van de gegevensgroep ‘ARTIKEL’ niet worden gebruikt.
Naam | (vak 8) |
Type/lengte: an ..35
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
Straat en nummer | (vak 8) |
Type/lengte: an ..35
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
Land | (vak 8) |
Type/lengte: a2
De landcodes in aanhangsel D2 moeten worden gebruikt.
Postcode | (vak 8) |
Type/lengte: an ..9
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
Stad | (vak 8) |
Type/lengte: an ..35
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
NAD LNG
Type/lengte: a2
Om de taal van naam en adres (NAD LNG) aan te geven, worden de in aanhangsel D2 bedoelde taalcodes gebruikt.
TIN | (vak 8) |
Type/lengte: an ..17
Het gebruik van dit kenmerk voor de opgave van het Trader Identification Number (TIN) (identificatienummer handelaar) is voor de lidstaten facultatief.
ARTIKEL
Aantal: 999
Deze gegevensgroep moet worden gebruikt.
Soort aangifte | (ex vak 1) |
Type/lengte: an ..5
Dit kenmerk moet worden gebruikt als voor het kenmerk ‘Soort aangifte’ van de gegevensgroep ‘DOUANEVERVOER’ de code ‘t-’ is gebruikt. In andere gevallen kan dit kenmerk niet worden gebruikt.
Land van verzending | (ex vak 15a) |
Type/lengte: a2
Dit kenmerk moet worden gebruikt als meer dan één land van verzending wordt aangegeven. De landcodes in aanhangsel D2 moeten worden gebruikt. Het kenmerk ‘Land van verzending’ van de gegevensgroep ‘DOUANEVERVOER’ kan niet worden gebruikt. Indien slechts één land van verzending wordt aangegeven, moet het overeenkomstige kenmerk van de gegevensgroep ‘DOUANEVERVOER’ worden gebruikt.
Land van bestemming | (ex vak 17a) |
Type/lengte: a2
Dit kenmerk moet worden gebruikt als meer dan één land van bestemming wordt aangegeven. De landcodes in aanhangsel D2 moeten worden gebruikt. Het kenmerk ‘Land van bestemming’ van de gegevensgroep ‘DOUANEVERVOER’ kan niet worden gebruikt. Indien slechts één land van bestemming wordt aangegeven, moet het overeenkomstige kenmerk van de gegevensgroep ‘DOUANEVERVOER’ worden gebruikt.
Omschrijving | (vak 31) |
Type/lengte: an ..140
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
Omschrijving LNG
Type/lengte: a2
Om de taal (LNG) van het overeenkomstige vrije tekstveld aan te geven, worden de in aanhangsel D2 bedoelde taalcodes gebruikt.
Artikelnummer | (vak 32) |
Type/lengte: n ..5
Dit kenmerk moet worden gebruikt, ook als voor het kenmerk ‘Totaal aantal artikelen’ van de gegevensgroep ‘DOUANEVERVOER’ het cijfer ‘1’ is gebruikt. In dat geval wordt het cijfer ‘1’ voor dit kenmerk gebruikt. Elk artikelnummer is uniek in de gehele aangifte.
Goederencode | (vak 33) |
Type/lengte: n ..8
Voor dit kenmerk moeten ten minste vier en ten hoogste acht cijfers worden gebruikt overeenkomstig aanhangsel C1.
Brutomassa | (vak 35) |
Type/lengte: n ..11,3
Dit kenmerk is facultatief wanneer verschillende soorten goederen waarvoor slechts één aangifte is opgesteld, op zodanige wijze tezamen zijn verpakt dat de brutomassa van elk afzonderlijk soort goederen niet kan worden vastgesteld.
Nettomassa | (vak 38) |
Type/lengte: n ..11,3
Het gebruik van dit kenmerk is facultatief overeenkomstig aanhangsel C1.
HANDELAAR afzender | (ex vak 2) |
Aantal: 1
De gegevensgroep ‘HANDELAAR afzender’ kan niet worden gebruikt wanneer slechts één afzender wordt aangegeven. In dat geval wordt de gegevensgroep ‘HANDELAAR afzender’ op het niveau ‘DOUANEVERVOER’ gebruikt.
Naam | (ex vak 2) |
Type/lengte: an ..35
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
Straat en nummer | (ex vak 2) |
Type/lengte: an ..35
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
Land | (ex vak 2) |
Type/lengte: a2
De landcodes in aanhangsel D2 moeten worden gebruikt.
Postcode | (ex vak 2) |
Type/lengte: an ..9
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
Stad | (ex vak 2) |
Type/lengte: an ..35
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
NAD LNG
Type/lengte: a2
Om de taal van naam en adres (NAD LNG) aan te geven, worden de in aanhangsel D2 bedoelde taalcodes gebruikt.
TIN | (ex vak 2) |
Type/lengte: an ..17
Het gebruik van dit kenmerk voor de opgave van het Trader Identification Number (TIN) (identificatienummer handelaar) is voor de lidstaten facultatief.
HANDELAAR geadresseerde | (ex vak 8) |
Aantal: 1
Deze gegevensgroep moet worden gebruikt wanneer meer dan een geadresseerde wordt aangegeven en het kenmerk ‘Land van bestemming’ van de gegevensgroep ‘ARTIKEL’ een lidstaat of een land dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer, bevat. Wanneer slechts één geadresseerde wordt aangegeven, kan de gegevensgroep ‘HANDELAAR geadresseerde’ van de gegevensgroep ‘ARTIKEL’ niet worden gebruikt.
Naam | (ex vak 8) |
Type/lengte: an ..35
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
Straat en nummer | (ex vak 8) |
Type/lengte: an ..35
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
Land | (ex vak 8) |
Type/lengte: a2
De landcodes in aanhangsel D2 moeten worden gebruikt.
Postcode | (ex vak 8) |
Type/lengte: an ..9
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
Stad | (ex vak 8) |
Type/lengte: an ..35
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
NAD LNG
Type/lengte: a2
Om de taal van naam en adres (NAD LNG) aan te geven, worden de in aanhangsel D2 bedoelde taalcodes gebruikt.
TIN | (ex vak 8) |
Type/lengte: an ..17
Het gebruik van dit kenmerk voor de opgave van het Trader Identification Number (TIN) (identificatienummer handelaar) is voor de lidstaten facultatief.
CONTAINERS | (vak 31) |
Aantal: 99
Deze gegevensgroep moet worden gebruikt wanneer het kenmerk ‘Container’ van de gegevensgroep ‘DOUANEVERVOER’ de code ‘1’ bevat.
Containernummers | (vak 31) |
Type/lengte: an ..11
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
COLLI | (vak 31) |
Aantal: 99
Deze gegevensgroep moet worden gebruikt.
Merken en nummers van de colli | (vak 31) |
Type/lengte: an ..42
Om de taal van naam en adres (NAD LNG) aan te geven, worden de in aanhangsel D2 bedoelde taalcodes gebruikt.
Merken en nummers van de colli LNG
Type/lengte: a2
Als het overeenkomstige vrije tekstveld wordt gebruikt, moeten de in aanhangsel D2 bedoelde taalcodes worden gebruikt om de taal (LNG) aan te geven.
Soort colli | (vak 31) |
Type/lengte: an2
De codes in de lijst ‘Verpakkingscodes’ in de rubriek ‘vak 31’ van aanhangsel D1 moeten worden gebruikt.
Aantal colli | (vak 31) |
Type/lengte: n ..5
Dit kenmerk moet worden gebruikt wanneer het kenmerk ‘Soort colli’ andere, in aanhangsel D1 vermelde codes bevat dan de codes voor ‘los gestort’ (VQ, VG, VL, VY, VR of VO) of voor ‘onverpakt’ (NE, NF, NG). Dit kenmerk mag niet worden gebruikt wanneer het kenmerk ‘Soort colli’ een van de hierboven genoemde codes bevat.
Aantal stuks | (vak 31) |
Type/lengte: n ..5
Dit kenmerk moet worden gebruikt wanneer het kenmerk ‘Soort colli’ een in aanhangsel A2[lees: D1] vermelde code voor ‘onverpakt’ bevat (NE). In andere gevallen kan dit kenmerk niet worden gebruikt.
VOORAFGAANDE ADMINISTRATIEVE REFERENTIES | (vak 40) |
Aantal: 9
Deze gegevensgroep moet worden gebruikt overeenkomstig aanhangsel C1.
Soort voorafgaand document | (vak 40) |
Type/lengte: an ..6
Wanneer de gegevensgroep wordt gebruikt, moet ten minste één soort voorafgaand document worden gebruikt.
Referentie voorafgaand document | (vak 40) |
Type/lengte: an ..20
De referentie van het voorafgaande document moet worden gebruikt.
Referentie voorafgaand document LNG
Type/lengte: a2
Om de taal (LNG) van het overeenkomstige vrije tekstveld aan te geven, worden de in aanhangsel D2 bedoelde taalcodes gebruikt.
Aanvullende informatie | (vak 40) |
Type/lengte: an ..26
Het gebruik van dit kenmerk is voor de lidstaten facultatief.
Aanvullende informatie LNG
Type/lengte: a2
Als het overeenkomstige vrije tekstveld wordt gebruikt, moeten de in aanhangsel D2 bedoelde taalcodes worden gebruikt om de taal (LNG) aan te geven.
VOORGELEGDE DOCUMENTEN/CERTIFICATEN | (vak 44) |
Aantal: 99
De gegevensgroep moet worden gebruikt voor TIR-berichten. In andere gevallen moet hij worden gebruikt overeenkomstig aanhangsel C1. Wanneer de gegevensgroep wordt gebruikt, moet ten minste een van de volgende kenmerken worden gebruikt.
Soort document | (vak 44) |
Type/lengte: an ..3
De codes in aanhangsel D2 moeten worden gebruikt.
Referentie document | (vak 44) |
Type/lengte: an ..20
Referentie document LNG
Type/lengte: a2
Als het overeenkomstige vrije tekstveld wordt gebruikt, moeten de in aanhangsel D2 bedoelde taalcodes worden gebruikt om de taal (LNG) aan te geven.
Aanvullende informatie | (vak 44) |
Type/lengte: an ..26
Aanvullende informatie LNG
Type/lengte: a2
Als het overeenkomstige vrije tekstveld wordt gebruikt, moeten de in aanhangsel D2 bedoelde taalcodes worden gebruikt om de taal (LNG) aan te geven.
BIJZONDERE VERMELDINGEN | (vak 44) |
Aantal: 99
Deze gegevensgroep moet worden gebruikt overeenkomstig aanhangsel C1. Als deze gegevensgroep wordt gebruikt, is het gebruik van het kenmerk ‘Aanvullende-informatie-id’ of het kenmerk ‘Tekst’ verplicht.
Aanvullende-informatie-id | (vak 44) |
Type/lengte: an ..3
Voor de identificatie (id) van de aanvullende informatie moeten de in bijlage[lees: aanhangsel] D2 vermelde codes worden gebruikt.
Uitvoer uit de EU | (vak 44) |
Type/lengte: n1
Het gebruik van het kenmerk ‘Uitvoer uit de EU’ of ‘Uitvoer uit land’ is verplicht als het kenmerk ‘Aanvullende-informatie-id’ de code ‘DG0’ of ‘DG1’ bevat. Beide kenmerken kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt. In andere gevallen kan dit kenmerk niet worden gebruikt. Bij gebruik van dit kenmerk worden de volgende codes gebruikt:
0 = nee
1 = ja
Uitvoer uit land | (vak 44) |
Type/lengte: a2
Het gebruik van het kenmerk ‘Uitvoer uit de EU’ of ‘Uitvoer uit land’ is verplicht als het kenmerk ‘Aanvullende-informatie-id’ de code ‘DG0’ of ‘DG1’ bevat. Beide kenmerken kunnen niet tegelijkertijd worden gebruikt. In andere gevallen kan dit kenmerk niet worden gebruikt. Bij gebruik van dit kenmerk moeten de in aanhangsel D2 bedoelde landcodes worden gebruikt.
Tekst | (vak 44) |
Type/lengte: an ..70
Tekst LNG
Type/lengte: a2
Als het overeenkomstige vrije tekstveld wordt gebruikt, moeten de in aanhangsel D2 bedoelde taalcodes worden gebruikt om de taal (LNG) aan te geven.
DOUANEKANTOOR van vertrek | (vak C) |
Aantal: 1
Deze gegevensgroep moet worden gebruikt.
Referentienummer | (vak C) |
Type/lengte: an8
De codes in aanhangsel D2 moeten worden gebruikt.
HANDELAAR houder van de regeling | (vak 50) |
Aantal: 1
Deze gegevensgroep moet worden gebruikt.
TIN | (vak 50) |
Type/lengte: an ..17
Dit kenmerk moet worden gebruikt wanneer de gegevensgroep ‘CONTROLERESULTAAT’ de code A3 bevat of wanneer het kenmerk ‘GRN’ wordt gebruikt.
Naam | (vak 50) |
Type/lengte: an ..35
Het gebruik van dit kenmerk is verplicht wanneer het kenmerk ‘TIN’ wordt gebruikt en het systeem de andere kenmerken van deze gegevensgroep nog niet kent.
Straat en nummer | (vak 50) |
Type/lengte: an ..35
Het gebruik van dit kenmerk is verplicht wanneer het kenmerk ‘TIN’ wordt gebruikt en het systeem de andere kenmerken van deze gegevensgroep nog niet kent.
Land | (vak 50) |
Type/lengte: a2
Het gebruik van de landcodes bedoeld in aanhangsel D2 is verplicht wanneer het kenmerk ‘TIN’ wordt gebruikt en het systeem de andere kenmerken van deze gegevensgroep nog niet kent.
Postcode | (vak 50) |
Type/lengte: an ..9
Het gebruik van dit kenmerk is verplicht wanneer het kenmerk ‘TIN’ wordt gebruikt en het systeem de andere kenmerken van deze gegevensgroep nog niet kent.
Stad | (vak 50) |
Type/lengte: an ..35
Het gebruik van dit kenmerk is verplicht wanneer het kenmerk ‘TIN’ wordt gebruikt en het systeem de andere kenmerken van deze gegevensgroep nog niet kent.
NAD LNG
Type/lengte: a2
Als de overeenkomstige vrije tekstvelden worden gebruikt, moeten de in aanhangsel D2 bedoelde taalcodes worden gebruikt om de taal van naam en adres (NAD LNG) aan te geven.
VERTEGENWOORDIGER | (vak 50) |
Aantal: 1
Deze gegevensgroep moet worden gebruikt wanneer de houder van de regeling zich door een gemachtigde laat vertegenwoordigen.
Naam | (vak 50) |
Type/lengte: an ..35
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
Vertegenwoordigingsbevoegdheid | (vak 50) |
Type/lengte: a ..35
Het gebruik van dit kenmerk is facultatief.
Vertegenwoordigingsbevoegdheid LNG
Type/lengte: a2
Als het overeenkomstige vrije tekstveld wordt gebruikt, moeten de in aanhangsel D2 bedoelde taalcodes worden gebruikt om de taal (LNG) aan te geven.
DOUANEKANTOOR van doorgang | (vak 51) |
Aantal: 9
Deze gegevensgroep moet worden gebruikt overeenkomstig aanhangsel C1.
Referentienummer | (vak 51) |
Type/lengte: an8
De codes in aanhangsel D2 moeten worden gebruikt.
DOUANEKANTOOR van bestemming | (vak 53) |
Aantal: 1
Deze gegevensgroep moet worden gebruikt.
Referentienummer | (vak 53) |
Type/lengte: an8
De codes in aanhangsel D2 moeten worden gebruikt.
HANDELAAR toegelaten geadresseerde | (vak 53) |
Aantal: 1
Deze gegevensgroep kan worden gebruikt om aan te geven dat de goederen zullen worden afgeleverd bij een toegelaten geadresseerde.
TIN toegelaten geadresseerde | (vak 53) |
Type/lengte: an ..17
Dit kenmerk moet worden gebruikt om het Trader Identification Number (TIN) (identificatienummer handelaar) aan te geven.
CONTROLERESULTAAT | (vak D) |
Aantal: 1
Deze gegevensgroep moet worden gebruikt wanneer de aangifte wordt ingediend door een toegelaten afzender.
Code controleresultaat | (vak D) |
Type/lengte: an2
De code A3 moet worden gebruikt.
Uiterste datum | (vak D) |
Type/lengte: n8
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
VERZEGELINGSINFORMATIE | (vak D) |
Aantal: 1
Deze gegevensgroep moet worden gebruikt wanneer een toegelaten afzender een aangifte indient waarvoor zijn vergunning verzegeling verplicht stelt, of indien een houder van de regeling toestemming heeft gekregen om een verzegeling van een bijzonder model te gebruiken.
Verzegelingsnummer | (vak D) |
Type/lengte: n ..4
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
VERZEGELINGSIDENTITEIT | (vak D) |
Aantal: 99
Deze gegevensgroep moet worden gebruikt voor de identificatie (id) van de verzegeling.
Verzegelingsidentiteit | (vak D) |
Type/lengte: an ..20
Dit kenmerk moet worden gebruikt.
Verzegelingsidentiteit LNG
Type/lengte: a2
De in aanhangsel D2 bedoelde taalcodes (LNG) moeten worden gebruikt.
ZEKERHEIDSTELLING
Aantal: 9
Deze gegevensgroep moet worden gebruikt.
Soort zekerheidstelling | (vak 52) |
Type/lengte: an ..1
De codes in aanhangsel D1 moeten worden gebruikt.
REFERENTIE ZEKERHEIDSTELLING | (vak 52) |
Aantal: 99
De gegevensgroep moet worden gebruikt indien het kenmerk ‘Soort zekerheidstelling’ de code ‘0’, ‘1’, ‘2’, ‘4’ of ‘9’ bevat.
GRN | (vak 52) |
Type/lengte: an ..24
Het kenmerk moet worden gebruikt om het zekerheidsreferentienummer (Guarantee Reference Number of GRN) op te geven indien het kenmerk ‘Soort zekerheidstelling’ de code ‘0’, ‘1’, ‘2’, ‘4’ of ‘9’ bevat. In dit geval kan het kenmerk ‘Andere referentie zekerheidstelling’ niet worden gebruikt.
Het door het kantoor van zekerheidstelling aan elke zekerheid toe te kennen zekerheidsreferentienummer (GRN) wordt als volgt samengesteld:
Veld | Inhoud | Veldtype | Voorbeeld |
---|---|---|---|
1 | Laatste twee cijfers van het jaar waarin de zekerheid werd aanvaard (YY) | Numeriek 2 | 97 |
2 | Land waar de zekerheid werd gesteld (tweeletterige ISO-landcode) | Alfabetisch 2 | IT |
3 | Unieke code voor de aanvaarding door het kantoor van zekerheidstelling per jaar en land | Alfanumeriek 12 | 1234AB788966 |
4 | Controlecijfer | Alfanumeriek 1 | 8 |
5 | Code voor de zekerheidstelling per aangifte met bewijs van zekerheidstelling (1 letter + 6 cijfers) of NUL voor andere soorten zekerheid | Alfanumeriek 7 | A001017 |
Veld 1 en 2: zie uitleg hierboven.
Veld 3 moet worden ingevuld met een door het kantoor van zekerheidstelling toegekende code voor de aanvaarding van de zekerheid die uniek is per jaar en land. Nationale douanediensten die het COR-nummer (identificatienummer douanekantoor) van het kantoor van zekerheidstelling in het GRN willen opnemen, kunnen de eerste zes tekens gebruiken om het nationale nummer van dat kantoor te vermelden.
In veld 4 moet een cijfer worden ingevuld waarmee de velden 1, 2 en 3 van het GRN gecontroleerd kunnen worden. Hiermee kunnen fouten bij het invoeren van de eerste vier velden van het GRN worden ontdekt.
Veld 5 wordt alleen gebruikt wanneer het GRN betrekking heeft op een zekerheidstelling per aangifte met bewijs van zekerheidstelling die in het geautomatiseerde systeem voor douanevervoer geregistreerd is. In dat geval moet de code van het bewijs in dit veld worden ingevuld.
Andere referentie zekerheidstelling | (vak 52) |
Type/lengte: an ..35
Dit kenmerk moet worden gebruikt als het kenmerk ‘Soort zekerheidstelling’ een andere code dan ‘0’, ‘1’, ‘2’, ‘4’ of ‘9’ bevat. In dat geval kan het kenmerk ‘GRN’ niet worden gebruikt.
Toegangscode
Type/lengte: an4
Dit kenmerk moet worden gebruikt wanneer het kenmerk ‘GRN’ wordt gebruikt. In alle andere gevallen is dit kenmerk facultatief voor de lidstaten. Afhankelijk van het soort zekerheidstelling wordt deze code afgegeven door het kantoor van zekerheidstelling, de borg of de houder van de regeling en gebruikt voor het dekken van een specifieke zekerheid.
GELDIGHEIDSBEPERKING (EU)
Aantal: 1
Niet geldig voor de EU | (vak 52) |
Type/lengte: n1
Voor Uniedouanevervoer moet de code 0 = nee worden gebruikt.
GELDIGHEIDSBEPERKING (NIET-EU)
Aantal: 99
Niet geldig voor andere overeenkomstsluitende partijen | (vak 52) |
Type/lengte: a2
De landcodes in aanhangsel D2 moeten worden gebruikt om het land in kwestie dat deelneemt aan het gemeenschappelijk douanevervoer, te vermelden.